ROA publishes new report on developments in education and labor market
Are Homeowner Societies More Resilient?
Being a homeowner: to some, it is a dream for which they are willing to work hard and bear a substantial financia

Sinds afgelopen september heeft de AWDZ er een nieuwe promovendus bij: Nienke de Graef. Nienke heeft een Bachelor in Geneeskunde. Tijdens haar coschappen raakte ze wat teleurgesteld in de zorg. Terwijl Nienke graag voldoende aandacht wilt besteden aan haar patiënten, slokken administratie en richtlijnen veel tijd op. Ze besluit daarom het onderzoek in te gaan, “als beginpunt van verandering”. Haar promotieonderzoek gaat over samen beslissen bij kwetsbare mensen met diabetes type 2. Nienke maakt deel uit van het AWDZ-zwaartepunt ‘population health management’, geleid door Arianne Elissen. Lees meer over wie Nienke is en wat ze voor de AWDZ gaat doen.
Steeds meer naar het zuiden
Nienke is 24 jaar. Ze is geboren in Deventer, maar verplaatst zich door de jaren heen steeds meer naar het zuiden van het land. Samen met haar ouders, twee zussen en heel wat huisdieren groeide Nienke namelijk op in Eindhoven. Het gezin verhuist vervolgens naar Weert en voor een Bachelor Geneeskunde gaat Nienke uiteindelijk in Maastricht wonen. Nienke is een bezig bijtje in haar vrije tijd. Ze houdt van creatief bezig zijn, zoals schilderen, tekenen, kleien en kleding maken. Maar ze gaat ook graag de natuur in, waar ze tot rust komt. Ook probeert ze graag nieuwe dingen uit: “nieuwe hobby’s of sporten. Ook vind ik reizen heel leuk.”
Stoppen met Geneeskunde
Al van kinds af aan is het Nienke’s droom om arts te worden. In 2018 begint ze dan ook aan Geneeskunde in Maastricht. De Bachelorfase rondt ze met succes af. Maar als ze aan de Master Geneeskunde start en coschappen gaat lopen, slaan de twijfels toe: “[Tijdens de coschappen] kreeg ik vragen in mijn hoofd van: Hoe zit het met beleid? En met wachttijden voor patiënten? Ik was niet zozeer bezig met de ziektebeelden, maar meer met alles eromheen. En ik merkte dat het beeld dat ik had van een arts of coassistente gewoon niet overeenkwam met hoe het in werkelijkheid ging.”
Nienke raakt teleurgesteld over de hoge administratieve lasten in de zorg en over het moeten volgen van richtlijnen, ook als die niet goed werken voor een patiënt. Ze twijfelt of ze echt gelukkig wordt van een toekomst als arts. Na een tijdje wikken en wegen, besluit ze te stoppen met Geneeskunde: “Wat moeilijk was, want er zit een stigma om de studie heen dat je faalt als je stopt.” Na een (half) tussenjaar, gaat ze op zoek naar een nieuwe Master aan de UM en ze stuit op de Master Healthcare Policy, Innovation and Management (HPIM): “De vragen die ik in het ziekenhuis had, passen perfect bij HPIM.” In 2022 start ze met deze Master, die ze afgelopen september cum laude afrondt.
Van dokter naar doctor
Hoewel Nienke lang dacht “de academische wereld, dat is niks voor mij”, ontdekt ze tijdens het schrijven van haar Masterthesis in Engeland hoeveel plezier ze heeft in onderzoek doen. Ze besluit te solliciteren op een PhD-functie. En met succes. Sinds 4 september werkt Nienke als promovendus bij de AWDZ. Ze wordt begeleid door Dorijn Hertroijs, Arianne Elissen en Dirk Ruwaard. Nienke’s promotieonderzoek gaat over samen beslissen voor type 2 diabetespatiënten. Samen beslissen houdt in dat zorgverlener en patiënt samen – in goed overleg – beslissingen maken over de behandeling. Nienke legt uit: “We focussen in mijn onderzoek op kwetsbare patiënten. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die beperkte gezondheidsvaardigheden hebben. Mooiste uitkomst zou zijn als we daar straks meer informatie over hebben. Er is informatie over samen beslissen, over diabetes, maar niet zoveel over samen beslissen als je medische informatie moeilijker kan begrijpen of lezen. Dat is onderbelicht. Terwijl in Nederland ongeveer één op de vier mensen beperkte gezondheidsvaardigheden heeft.” Met die nieuwe kennis, hoopt Nienke interventies op touw te zetten die de zorg daadwerkelijk verbeteren: “Hopelijk aan het eind van mijn PhD, is het dan ook geïmplementeerd in meerdere huisartsenpraktijken zodat die populatie [met lagere gezondheidsvaardigheden] ook mee kan doen met samen beslissen. Dat het ook effectief is voor hen en je betere gezondheidsuitkomsten hebt voor hen.”
Nienke is nu zo’n twee maanden aan het werk als PhD: “Het is heel leuk. De tijd vliegt.” Ook bevalt het haar goed om deel uit te maken van de AWDZ, waar onderzoekers met veel verschillende onderwerpen bezig zijn: “Ik ben geïnteresseerd in meerdere dingen. Collega’s kunnen mij helpen en ik help hun met dingen die ik weet. Dat maakt je kennis breder en dat vind ik leuker dan focussen op één ding. Mensen zeiden altijd: ‘Als onderzoeker zit je alleen achter je laptop. Je gaat vereenzamen.’ Maar dat is het helemaal niet zo.” Nienke kijkt dan ook met tevredenheid terug op haar keuze om te stoppen met Geneeskunde. “Als mensen me vragen: ‘Wil je niet alsnog arts worden?’ Dan zeg ik: ‘Ik word nog steeds doctor!’.

Als zorgverleners binnen het Maastricht UMC+ een innovatief idee hebben, dan kan de ‘wasstraat’ van het Zorginnovatielab helpen om dat idee snel en effectief in de praktijk te brengen. Toch verloopt die ‘wasstraat’ niet altijd soepel. De NFU heeft nu een subsidie toegekend aan een gezamenlijk project van de AWDZ en het MUMC+ om deze wasstraat voor digitale innovaties te versnellen, onder andere door het invoeren van een online app.
De ‘wasstraat’
Innovaties in de zorg zijn cruciaal om de zorg goed en toegankelijk te houden. Om innovaties sneller en effectiever in de praktijk te brengen, bedacht het Zorginnovatielab van Maastricht UMC+ de ‘wasstraat’. Mensen die een idee hebben voor een innovatie, worden in deze wasstraat in contact gebracht met experts in bijvoorbeeld juridische zaken, privacy en communicatie. Elk idee doorloopt drie fases in de wasstraat. In de eerste fase verkennen idee-eigenaar en experts de innovatie. Wanneer dit goed doorlopen wordt, wordt de innovatie in de tweede fase kleinschalig getest en geëvalueerd. Als die evaluaties positief zijn, dan kan de innovatie in de derde fase worden opgeschaald.
Meer lezen over de wasstraat van het MUMC+? Klik dan hier.
Versnellen
De eerste ervaringen met de wasstraat zijn positief: idee-eigenaars hebben nu een plek om ideeën voor te leggen en deze komen sneller tot concrete uitwerking. Toch zijn er ook onderdelen van de wasstraat die nog stroef lopen. Met name de tweede fase, het kleinschalig testen van een innovatie, kost nog veel tijd. De praktijk laat zien dat aan innovaties in deze tweede fase dezelfde strenge eisen worden gesteld voor de kwaliteit en veiligheid van zorg als aan innovaties in de laatste fase, als de innovatie voor veel mensen beschikbaar komt. Om dit te verbeteren, hebben AWDZ-onderzoekers en een aantal artsen bij het MUMC+ de handen ineengeslagen. Het gaat om Marieke Spreeuwenberg, Cheryl Roumen en Joost Verbeek (allen AWDZ) en artsen Nicole van Eldik (tevens programmanager digitale zorg bij Zorginnovatielab) en Eric Edelman (tevens onderzoeker digitale zorg bij MUMC+).
Met behulp van een NFU-subsidie is deze projectgroep sinds het najaar van 2023 aan de slag om de wasstraat binnen één jaar aanzienlijk te versnellen. Hiervoor hebben ze verschillende plannen. Zo zullen er criteria worden opgesteld om sneller onderscheid te maken tussen kansrijke en kansarme innovaties. Ook is het plan om kortdurende, herhalende testen van innovaties te doen op de grens van pilot-testen en verdere implementatie. Ook willen de onderzoekers onderscheid gaan maken in de eisen en risico’s die aan innovaties worden verbonden in fase twee versus fase drie. Zo zal de projectgroep samenwerken met KEMTA (de afdeling Klinische Epidemiologie en Medical Technology Assessment van MUMC+) om in kaart te brengen welke bewijslast nodig is om een innovatie te pilot-testen danwel om deze op grotere schaal in te voeren.
Meer weten over dit onderzoek? Neem contact op met projectleider Marieke Spreeuwenberg via: m.spreeuwenberg@maastrichtuniversity.nl.

Graduation Ceremonies Fall 2024 | School of Business and Economics
- academic session
- Highlight
The School of Business and Economics will organise the graduation ceremonies at the MECC on 24 November. If this graduation ceremony applies to you, please mark this date in your calendar!

A Plea for Book Reviews within Law Journals
- Law
Law journals can inform the community about developments in legal science. Journals offer a public forum where networks can be formed and nurtured, growing around the publication of research findings and the discussion amongst peers, ultimately reaching intellectual consensus within a specific discipline.

McDonaldizing the fight against organised crime?
- Law
Why it is so challenging for Dutch authorities to effectively implement the government policy against serious drug related organized crime? Recently, my colleagues and I from Maastricht University and Erasmus University Rotterdam published an article in the Dutch Tijdschrift over Cultuur en Criminaliteit in which we reflected on this question. Our findings highlight the problematic nature of the key concepts underlying the policy and the challenges this creates for stakeholders. Interestingly, the results furthermore show the inability of those stakeholders to learn from past experiences. For those who do research on the fight against drug related organized crime, the last issue holds significant implications, prompting a need to redirect the research focus.

The videos on this page look at the definition of Problem-Based Learning (PBL) and CCCS, and how they can promote better learning skills and competencies. In addition, they provide guidelines on applying these principles in course development (group)assignments and assessment, the organisation and delivery of lectures, and the organisation and facilitation of tutor sessions.
Depending on the target group, the videos can be embedded in a different learning context (theory and assignments), combined with printed, online or face-to-face instructions and learning activities. They can also be coupled with existing videos that show how some of our teachers have implemented these core principles. Watch our video series: Creative PBL practices.
- Contextual – PBL uses real everyday problems. Hence, the learning material is more relevant and easier to apply in real situations.
- Constructive – PBL is a student-centred approach in which learners construct their own knowledge, and the teacher or tutor guides them.
- Collaborative – PBL stimulates students to co-construct knowledge and to share ideas and knowledge.
- Self-directed – PBL promotes self-directed learning skills among students. Examples are planning, reflection, evaluation of understanding, and managing information and resources.
Problem-Based Learning
In Problem-Based Learning, students adopt a deep approach to learning. They form small groups to discuss a real-life problem or cases by activating their prior knowledge on the topic, relating the new information to their prior knowledge, structuring new ideas and critically evaluating their findings. Depending on the complexity of the problem, learners collaborate with their peers and seek support from their tutors.
Contextual learning
Discussing meaningful, authentic, or professionally relevant problems should be the starting point of problem-based learning. Contextual learning emphasises that learning should happen in multiple meaningful contexts. Students discover how to relate abstract ideas to practical, real-life situations in such a learning environment. Students internalise new concepts through this process of discovering, reinforcing, and connecting.
Constructive learning
By asking critical questions, reasoning, and checking contradictory information, learners become aware that there is often more than one correct answer and that many points of view are valid. The learners construct knowledge by reconciling new information with past experiences, analysing various source materials, and working collaboratively to deepen their understanding. Here, we emphasise guided exploration, reflections, and evaluation.
Collaborative learning
Learners engaged in collaborative learning share common goals, depend on each other’s contributions, evaluate each other’s ideas and monitor the work of their team members to complete a task and solve a complex problem successfully.
Self-directed learning
Self-directed learning describes a process in which individuals take initiative in diagnosing their learning needs, formulating learning goals, identifying resources for learning, choosing and implementing appropriate learning strategies, and evaluating learning outcomes.
What can CCCS look like in practice?
Several creative PBL implementations can be found in this video series. We are continuously collecting new and different examples. If you wish to share an example of a new practice, we’d love to showcase it on our website, so please get in touch!