UM researchers successful in ZonMw Open Competition

Four Maastricht research teams are starting their projects funded with money from the Open Competition of grant provider ZonMw. In addition, a Nijmegen research team has been awarded, which includes Harro van Lente, professor of Science and Technology Studies at Maastricht University (UM). ZonMw announced the awarded proposals from the 2021 application round earlier today. Each research team will receive €750,000 euros.

CARIM

Drie van de gehonoreerde onderzoeksteams zijn verbonden aan de Maastrichtse onderzoeksschool CARIM. Een kort overzicht:

  • Wereldwijd worden er naar schatting 3 miljoen patiënten met eindstadium nierfalen behandeld met hemodialyse om in leven te blijven. Voor hemodialyse is toegang tot de bloedvaten nodig om het bloed van de patiënt naar het dialyse-apparaat te transporteren. Een arteriovenous fistula (AVF), waarbij een slagader direct wordt verbonden aan een ader, wordt daarom chirurgisch gecreëerd, meestal in de arm. Deze interventie faalt echter vaak, wat een enorm klinisch probleem geeft voor deze patiëntenpopulatie. Dit probleem zal komende jaren alleen maar toenemen vanwege een toename van patiënten met diabetes en eindstadium nierfalen. Therapieën om AVF-falen te voorkomen ontbreken, omdat het onduidelijk is waarom de AVF faalt. Daarom wil het team van Andrew Baker dit proces beter begrijpen, en zo therapieën ontwikkelen met het oog op AVF-chirurgie om AVF-falen te voorkomen. Dit zal ervoor zorgen dat de uitkomsten van AVF-chirurgie verbeteren.
  • In Nederland lijden 80.000 mensen aan gedilateerde cardiomyopathie (DCM), een ziekte die levensbedreigende ritmestoornissen en hartfalen veroorzaakt, vaak op jonge leeftijd, met grote emotionele en economische gevolgen. Minder dan de helft van de patiënten reageert op de huidige standaardbehandeling. DCM is een heterogene ziekte, waarbij de erfelijke vorm gekenmerkt wordt door metabole veranderingen. Onduidelijk is of deze metabole veranderingen direct leiden tot fibrose en ontsteking, of indirect, via bepaalde celtypen in het hart, de macrofaag, waarvan bekend is dat ze fibrose, ontsteking en hartfuncties controleren. Op basis van hun expertise in macrofaagbiologie, klinische DCM-pathofysiologie en kennis van geavanceerde single-cell technologie, proberen Erik Biessen en Stephane Heymans nieuwe therapeutische doelwitten te definiëren voor behandeling van genetische DCM.
  • Na een hartinfarct wordt een deel van de hartspiercellen vervangen door littekenweefsel. Dit littekenweefsel draagt niet bij aan de pompfunctie waardoor hartfalen kan ontstaan, een aandoening met een 5-jaars overleving van slechts 50 procent. De kerngedachte van het onderzoeksteam dat geleid wordt door Matthijs Blankesteijn is dat het reparatieproces van het hart na een infarct moet worden bijgestuurd door littekenvorming te verminderen en het natuurlijke herstelvermogen van het hart de kans te geven de schade te repareren. Recent onderzoek in zebravissen toont aan dat hun hart dit natuurlijke herstelvermogen bezit, waardoor littekenvorming wordt voorkomen. Met een team van experts op het terrein van herstelprocessen en biomaterialen wil Blankesteijn een materiaal ontwikkelen dat enerzijds steun geeft aan het infarctgebied en zo scheuren voorkomt, en anderzijds geneesmiddelen vrijlaat om het natuurlijke herstelproces te stimuleren.

Genitale pijn en biomarkers in het brein

Bij de andere twee projecten die een Maastrichts stempel dragen, zijn de faculteiten Psychologie en Neurowetenschappen, en Cultuur- en Maatschappijwetenschappen betrokken:

  • Pijn in het genitale gebied is een veel voorkomende en invaliderende aandoening bij vrouwen. De diagnose kom vaak laat, en veel behandelingen zijn ineffectief. Dit project, onder leiding van Madelon Peters, wil de kennis over deze aandoening vergroten en een effectieve en patiëntvriendelijke behandeling ontwikkelen door multidisciplinaire samenwerking. De specifieke doelstellingen van het project zijn: (1) bestuderen hoe biopsychosociale processen leiden tot genitale pijn; (2) het onderzoek verder te brengen door instrumenten te gebruiken die de onderliggende fysiologische processen in kaart kunnen brengen; (3) het identificeren van gedeelde factoren die bij verschillende vormen van genitale pijn een rol spelen; (4) het ontwikkelen en testen van patiëntvriendelijke draagbare (M-health) instrumenten, zodat metingen en behandeling thuis kunnen plaatsvinden. Dankzij het integratieve pijnmodel dat in dit project centraal staat, willen de onderzoekers het gat tussen biopsychosociale theorie en klinische praktijk dichten en op die manier het aantal behandelopties vergroten.
  • Zogeheten ‘biomarkertesten’ worden steeds vaker gebruikt bij de zorg voor hersenziektes als bijvoorbeeld Multiple Sclerose, de ziekte van Alzheimer of Parkinson. Zulke testen kunnen helpen een ziekte eerder vast te stellen, of te bepalen of een behandeling aanslaat. Maar ze hebben ook andere gevolgen. Met afwijkende biomarkers kun je een ziekte hebben zonder klachten te ervaren. Dit heeft invloed op hoe patiënten hun gezondheid beleven en hun leven inrichten, en op hoe de samenleving tegen een ziekte aankijkt. Deze bredere gevolgen worden meestal niet meegewogen bij de beslissing om een nieuwe biomarkertest wel of niet te gebruiken. Het Nijmeegse project, waarbij ook Harro van Lente betrokken is, onderzoekt de gevolgen van biomarkertesten voor de scheidslijn tussen gezondheid en ziekte, voor patiënten, de zorg en de samenleving als geheel. Met deze nieuwe kennis wil het team (1) medische professionals helpen die moeten besluiten over het gebruik van nieuwe biomarkertesten, en (2) patiënten en artsen helpen die moeten beslissen of ze zulke tests al dan niet willen gebruiken.