Een beroep indienen

Bij het College van Beroep voor de Examens (CBE) kun je een beroep instellen indien je het niet eens bent met een schriftelijk besluit van bijvoorbeeld de examencommissie of een examinator van je faculteit. Je kunt alleen beroep instellen als je zelf direct de gevolgen van een beslissing hebt ondervonden. Je kunt ook beroep instellen indien het desbetreffende orgaan weigert een besluit te nemen.

Vóórdat je een beroep indient, adviseren we je om eerst de klachtenprocedure en het recht op inzage van de toetsen van je faculteit te bekijken.

Klachtenprocedure en recht op inzage toetsen per faculteit (eerst inloggen met je UM-account)

Het is aan te bevelen om, voordat je beroep instelt – en dus een formele juridische procedure start -  eerst contact op te nemen met het desbetreffende orgaan of de desbetreffende examinator (of docent). Je kunt dan mogelijk onderling tot een oplossing komen of nadere uitleg krijgen waardoor je het besluit beter begrijpt. Kijk bijvoorbeeld ook of hierover informatie te vinden is op intranet van jouw faculteit.

Tegen welke beslissing kan je in beroep gaan?

Het CBE is bevoegd als het gaat om een beslissing die genoemd is in artikel 7.61 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Dit kan bijvoorbeeld zijn:

  • De beslissing van een examencommissie of examinator (bijvoorbeeld de vaststelling van de uitslag van een tentamen, de weigering om een vrijstelling te verlenen, de weigering om een extra tentamenkans te geven);
  • Een beslissing inzake de toelating tot examens op grond van het bepaalde in titel 2 van hoofdstuk 7 WHW, de toelating tot een masteropleiding of het wel of niet voldoen aan de nadere vooropleidingseisen van een bacheloropleiding;
  • De beslissing inzake het bindend studieadvies (BSA);
  • De uitkomst van het colloquium doctum.

Hoe en waar indienen

Een beroep dien je in bij het Complaints Service Point (CSP). Het CSP stuurt je beroep vervolgens ter inhoudelijke behandeling door naar het College van Beroep voor de Examens (CBE). Een beroep moet in beginsel binnen zes weken na de dag dat het besluit waartegen je je beroep wilt indienen bekend is gemaakt, worden ingediend. Deze termijn gaat lopen vanaf de dag nadat het besluit is gepubliceerd of verstuurd. Doe je dit niet dan kan je beroep door het CBE niet-ontvankelijk worden verklaard. Met andere woorden: je verspeelt dan je recht om beroep in te dienen!

Een beroepschrift is tijdig ingediend als het voor het einde van de zes weken termijn is ontvangen door het CSP, overeenkomstig artikel 6:9 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Meer over het op tijd indienen van je beroep kun je hier lezen.

Om een beroep in te dienen vragen we je om onderstaand beroepformulier volledig in te vullen, je beroep te onderbouwen met een motivering – de beroepsgronden – en in ieder geval een kopie of screenshot van de beslissing waar je het niet mee eens bent bij te voegen.

Pdf Beroepformulier CSP

Een voorbeeld van een motivering kun je hier vinden:

Pdf Voorbeeld motivatiebrief

Zodra je de stappen in het beroepformulier zorgvuldig hebt gevolgd en alle relevante bijlagen hebt verzameld en bijgevoegd, kun je je beroep naar het CSP sturen.

 

Beroepsgrond(en)

Je moet je beroep op wettelijke gronden kunnen aanvoeren. Dit doe je door aan te tonen dat de beslissing in strijd is met het recht (artikel 7.61 lid 2 WHW). Dit kan bijvoorbeeld zijn:

  • Een beslissing in strijd met een algemeen verbindend voorschrift, zoals de Onderwijs- en Examenregeling (OER) of andere regelingen en besluiten van de Universiteit Maastricht;
  • Een beslissing waarbij sprake is geweest van machtsmisbruik of een onredelijke besluitvorming;
  • Een beslissing die in strijd is met een ander beginsel van behoorlijk bestuur, zoals het vertrouwensbeginsel (de examencommissie komt een gedane toezegging niet na) of het motiveringsbeginsel (de beslissing is op onjuiste feiten gebaseerd of niet gemotiveerd).

Uiteraard moet je deze beroepsgrond(en) goed onderbouwen in je beroepschrift!

Hoe ziet de beroepsprocedure eruit?

Je hebt een beroepschrift ingediend bij de Universiteit Maastricht (UM). Dit betekent dat je een juridische procedure bent gestart waarop de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is. Die procedure verloopt als volgt:

Ontvangstbevestiging
Nadat je een beroepschrift hebt ingediend, ontvang je zo spoedig mogelijk per e-mail een ontvangstbevestiging van het CSP. Het CSP stuurt je beroepschrift vervolgens door ter inhoudelijke behandeling naar het College van Beroep voor de Examens (CBE). Van het CBE ontvang je ook een aparte ontvangstbevestiging.

Pro forma beroep indienen
Het is belangrijk om de beroepstermijn van zes weken niet te laten verstrijken. Wanneer je meer bedenktijd wilt of als je nog in afwachting bent van antwoorden op gestelde vragen, is het mogelijk om al een pro forma beroepschrift in te dienen bij het CSP ter voorkoming van het niet op tijd indienen van je beroep. In een pro forma beroepschrift kondig je aan in beroep te willen gaan en tegen welk besluit je dit doet, maar je laat de onderbouwing op welke gronden je dit doet nog achterwege. Het CBE stelt je na ontvangst van het pro forma beroepschrift een termijn waarbinnen je de inhoudelijke gronden van je beroep alsnog moet toelichten.

Poging tot minnelijke schikking
Voordat je beroepschrift verder in behandeling wordt genomen, gaat het CBE na of de kwestie onderling kan worden opgelost (minnelijke schikking). Het CBE stuurt hiertoe een kopie van je beroepschrift naar het orgaan van de UM dat het door jou bestreden besluit heeft genomen en verzoekt het orgaan na te gaan of de zaak alsnog kan worden opgelost. Het desbetreffende orgaan krijgt daartoe in beginsel een termijn van drie weken. Je kunt verwachten dat het orgaan telefonisch of per e-mail contact met je opneemt om je beroepschrift en de bestreden beslissing te bespreken. De uitkomst van deze fase kan zijn dat er geen minnelijke schikking wordt bereikt, maar dat je door dit contact met het orgaan geen behoefte meer hebt om je beroep door te zetten. In dat geval kun je je beroep met een kennisgeving per e-mail aan het CBE intrekken, zodat het CBE de zaak niet verder zal behandelen. 

Hoorzitting
Indien het niet lukt om tot een minnelijke schikking te komen, zal het CBE het beroepschrift verder in behandeling nemen. De wederpartij (bijvoorbeeld een UM-orgaan zoals de examencommissie) wordt in dat geval in gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen waarbij de zienswijze op de kwestie door die partij kan worden gegeven. Het CBE stuurt jou een afschrift van dit verweerschrift. Zowel jij als de wederpartij worden vervolgens uitgenodigd voor een (openbare) zitting om te worden gehoord. Je kunt je hierbij laten bijstaan door bijvoorbeeld een advocaat of gemachtigde (maar dit is niet noodzakelijk). Ook kun je getuigen en/of deskundigen meenemen.

In sommige gevallen wordt er geen hoorzitting gehouden, namelijk als je beroep kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, of als beide partijen niet gehoord willen worden.

Uitspraak CBE
Het CBE beslist binnen zestien weken, gerekend vanaf de dag nadat het CBE jouw beroep heeft ontvangen. De uitspraak wordt gebaseerd op de ingediende stukken en op hetgeen tijdens de hoorzitting is besproken.

De uitspraak kan als volgt luiden:

  • Het beroep is niet-ontvankelijk: wegens procedurele verzuimen (bijvoorbeeld het indienen na het verstrijken van de beroepstermijn zonder gegronde reden). Het CBE komt dan niet aan inhoudelijke beoordeling van het beroep toe;
  • Het beroep is ongegrond: het bestreden besluit blijft in stand;
  • Het beroep is gegrond: het bestreden besluit wordt (geheel of gedeeltelijk) vernietigd en het desbetreffende UM-orgaan wordt verzocht een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak van het CBE.

Let op: het CBE is niet bevoegd in de plaats van de geheel of gedeeltelijk vernietigde uitspraak zelf een beslissing te nemen. Dit betekent dat het CBE bijvoorbeeld niet bevoegd is een tentamen inhoudelijk te beoordelen of om een gegeven beoordeling of cijfer te veranderen. Het CBE komt slechts toe aan een marginale toetsing of de examencommissie of examinator in redelijkheid, zonder in strijd te handelen met recht en regelgeving, tot het bestreden besluit heeft kunnen komen.

Bevoegdheid CBE
De bevoegdheid van het CBE staat in de artikelen 7.60 tot en met 7.62 WHW. Ook in het UM Studentenstatuut lees je meer over de bevoegdheden van het CBE.

De regels omtrent de beroepsprocedure bij het CBE zijn te vinden in het Reglement van Orde van het College van Beroep voor de Examens.

Voorlopige voorziening

Als je een beroep indient, wordt de werking van de beslissing waar je het niet mee eens bent niet opgeschort. Soms kan het zo zijn dat op korte termijn een uitspraak van het CBE nodig is, omdat het uitblijven daarvan anders mogelijk onherstelbare gevolgen heeft. Je kunt dan een verzoek om een voorlopige voorziening indienen. Je moet dan kunnen aantonen dat in jouw zaak een snelle beslissing noodzakelijk is, bijvoorbeeld dat je zonder deze beslissing ernstige studievertraging of andere schade oploopt. Deze spoedprocedure loopt naast behandeling van de hoofdzaak. De voorzitter van het CBE zal beide partijen horen en zo spoedig mogelijk uitspraak doen; de voorlopige voorziening. Deze uitspraak vervalt zodra het CBE een beslissing heeft genomen in de hoofdzaak.

Duur van de procedure

De beslissing van het CBE op je beroepschrift dient in beginsel genomen te zijn binnen tien weken nadat de termijn voor het indienen van het beroepschrift is verstreken (artikel 7.61 lid 4 WHW en artikel 20 van het Reglement van Orde van het CBE).

Hoger beroep

Tegen de uitspraak van het CBE kun je beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag. De beroepstermijn hiervoor is zes weken na ontvangst van de beslissing van het CBE inzake jouw beroep. Houdt er rekening mee dat er aan deze procedure kosten zijn verbonden. Voor meer informatie over de procedure en voor contactgegevens ga naar de website van de Raad van State: www.raadvanstate.nl/studentenzaken