UM onderzoekt Limburgse taal in kinderopvang

Wetenschappers van de Universiteit Maastricht zijn betrokken bij een onderzoek naar het gebruik van Limburgse taal in de kinderopvang. Met het Hoes veur ’t Limburgs, MIK & PIW Groep, de Innovatiewerkplaats, Peuteropvang Heerlen en Zuyd Hogeschool gaan ze samenwerken op het gebied van een onderzoek naar het project “Zjuulke” binnen een aantal peuteropvanglocaties van MIK & Spelenderwijs en Peuteropvang Heerlen.

Wie en wat is Zjuulke?

Zjuulke is een Limburgse peuter die de ‘tweetalige kinderopvang’ vertegenwoordigt. Het doel van de methodiek binnen Zjuulke is kinderen de kans te bieden zich meertalig te ontwikkelen: met Nederlands én Limburgs. Eén manier om de Limburgse taal in te zetten binnen de peuteropvang is de één-gezicht-één-taal-methode. Kinderen koppelen taal vlot aan het gezicht van de opvoeder. Ze zijn snel gewend aan één leid(st)er die consequent tegen álle kinderen Limburgs spreekt en aan de andere die Nederlands spreekt. Een andere manier is om kleiner te beginnen, door gebruik te maken van liedjes, versjes en boeken in het Limburgs.

Waarom dit onderzoek?

Ongeveer 75% van de Limburgse bevolking gebruikt de Limburgse taal. Uit een peiling naar het taalgebruik van kleuters blijkt dat 56,6% de Limburgse taal spreekt (Cornips et al., 2022). Onderzoek laat dus zien dat minder kinderen de Limburgse taal spreken. Ook horen we van ouders en verzorgers dat kinderen die aanvankelijk thuis Limburgs spreken na een tijdje bij de peuteropvang enkel nog Nederlands spreken. Daarnaast leeft bij ouders en pedagogisch medewerkers nog vaak de misvatting dat het spreken van de Limburgse taal slecht zou zijn voor de ‘Nederlandse’ taalontwikkeling van hun kind. Dit ondanks het feit dat onderzoek al geruime tijd laat zien dat meertaligheid voordelen heeft voor de ontwikkeling van kinderen. Redenen genoeg om in te zetten op de Limburgse taal binnen de kinder- en peuteropvang. 

Onderzoeksopzet

Het onderzoek neemt de aanpak van Zjuulke onder de loep, hoe de methodiek in de praktijk loopt en welke ervaringen de betrokkenen hebben. Dit gebeurt door de deelnemende locaties aan de hand van observaties, interviews en vragenlijsten te onderzoeken. Namens de Universiteit Maastricht zal professor Leonie Cornips (leerstoel Taalcultuur in Limburg) het onderzoek uitvoeren.

Lees ook