Prestigieuze Europese beurs voor twee UM-onderzoekers

Brigitte Le Normand, universitair hoofddocent bij FASoS, heeft de ERC Consolidator Grant gekregen voor haar project 'Vrouwelijke migranten uit het noordelijke Middellandse Zeegebied en werk in het naoorlogse Noordwest-Europa' (FeMMiWork). De gangbare opvatting over naoorlogse migratie in Europa is dat het vooral mannen waren die vanuit Zuid-Europa naar de bloeiende economieën van Noordwest-Europa trokken om er te werken. Deze veronderstelling is echter onjuist - vrouwen maakten 25 tot 30% van deze migranten uit. Desondanks zijn hun bijdragen grotendeels weggevaagd door beleidsmakers en vergeten door onderzoekers die arbeidsmigratie afschilderden als een mannenfenomeen. Deze onoplettendheid heeft geleid tot de misvatting dat de 'vervrouwelijking van migratie' een recente trend is.

De werkervaringen van vrouwen in deze periode werden gevormd door genderverhoudingen. Hun werk was vaak onzichtbaar. Dat kwam niet alleen doordat vrouwen werden geclassificeerd als afhankelijke personen, maar ook vanwege het feit dat veel vrouwen informeel werk deden, zoals huishoudelijke schoonmaakklussen. Om dit scheve beeld te corrigeren, moeten we niet alleen de vrouwen die in fabrieken werkten erkennen”, aldus Le Normand. “We zullen eigenlijk opnieuw moeten definiëren wat telt als arbeidsmigratie, zodat ook informele bijdragen hieronder vallen.”

Om deze leemte op te vullen zal het onderzoeksproject van Le Normand een 'tegenarchief' creëren met behulp van documenten, mondelinge verhalen en ‘creative writing’ om de ervaringen van vrouwelijke migranten uit Italië, voormalig Joegoslavië en Turkije te reconstrueren. Met behulp van een transnationale lens, die de landen van herkomst en bestemming omvat, zal het onderzoek zich in het bijzonder richten op hun leven in Frankrijk en West-Duitsland tussen 1955 en 1985. Brigitte Le Normand wil op deze manier onderzoeken hoe geslacht, etniciteit en nationaliteit hun werk en migratie-ervaringen vormgaven.

Carlos Mota, universitair docent aan het MERLN-instituut (FHML), ontwikkelt nieuwe in vitro modellen om nierziekten te bestuderen. Zijn door de ERC gefinancierde project, NEPHRON genaamd, is gericht op het creëren van een volwaardig in vitro niermodel met behulp van geavanceerde bioprintingtechnologie en kennis van organoïden. 

“Ik ben heel enthousiast en dankbaar dat ik mijn onderzoek dankzij deze subsidie kan voortzetten”, zegt Mota. “Ik combineer engineering en biologie om geavanceerde functionele en fysiologische niermodellen te maken. In dit project zal ik verschillende bioprintingtechnieken combineren die de ontwikkeling mogelijk maken van belangrijke structuren zoals bloedvaatjes. Die zijn cruciaal voor het bevorderen van de rijping van nierorganoïden tot geavanceerd in vitro model.

Met het NEPHRON-project verwacht ik ons begrip van het bioprinten van functionele onderdelen van de menselijke nier aanzienlijk te verbeteren. Het verbeterde in vitro model dat wij nastreven is essentieel om de ontwikkeling, ziekte en regeneratie van nieren beter te kunnen bestuderen. Uiteindelijk kan dit onderzoek in de toekomst leiden tot alternatieve behandelingen van nierfalen en de weg vrijmaken voor de mogelijkheid om zelfs volledig functionele organen te bioprinten.” 

Lees meer over het werk van Carlos Mota in dit interview.