Wat we bedoelen met ‘moderne leerprincipes’

De vier leerprincipes van het PGO

Constructief onderwijs
Leren moet een actief proces zijn, waarbij je kennis opdoet vanuit jouw ervaringen en de interacties met jouw omgeving. Dat betekent dat je aangemoedigd wordt om na te denken over wat je al weet en dat je leert om nieuwe informatie toe te passen. Dit helpt je om de stof echt te begrijpen, een gefundeerde eigen mening te vormen en nieuwe kennis op te doen, in plaats van dat je alleen maar dingen uit je hoofd leert. Je zult merken dat het op deze manier makkelijker is om dingen te onthouden.

Leren in een relevante context
Je leert aan de hand van relevante casussen, die op dit moment spelen in de samenleving. . Dat kunnen simulaties uit de beroepspraktijk zijn, debatten over wetenschappelijke onderwerpen, of andere vraagstukken die een academische aanpak vergen. Zo leer je niet alleen om te gaan met een breed scala aan onderwerpen, maar ook hoe je de theorie vertaalt naar de praktijk – het allerbelangrijkste.

Samen leren
Je wordt gestimuleerd om naar anderen te luisteren, met hen te discussiëren en van hen te leren. Je gaat onderwerpen beter begrijpen door er met elkaar van gedachten over te wisselen en elkaar feedback te geven. Leren is geen individueel proces; je bent er als groep verantwoordelijk voor.

Zelfsturend onderwijs
Bij de UM manage je je eigen leerproces door het zelf te plannen, te monitoren en te evalueren. Tutors en docenten faciliteren dit leerproces, maar jij, de student, bent ‘de motor’. Je leert je eigen leerproces te sturen op een motiverende en effectieve manier, een manier die je in staat zal stellen om je leven lang te blijven leren.

Hoe werkt het PGO in de praktijk?

Bij de UM is PGO een overkoepelende term voor diverse onderwijsmethodes die gebaseerd zijn op de vier principes die hierboven beschreven worden. In de praktijk kan PGO verschillende vormen aannemen:

  • Project-georiënteerd leren
  • De 7-sprong
  • Leren op basis van onderzoek

Project-georiënteerd leren
Het onderwijs aan de UM is deels gebaseerd op de Project-Centred Learning-onderwijsmethode (PCL). Per semester doe je één project, waarbij je onderdelen van verschillende blokken integreert en toepast. Hierdoor ontwikkel je vaardigheden, zoals projectmanagement, schrijven, presenteren en werken in een team. De UM biedt trainingen om deze competenties verder te ontwikkelen. Het zijn vaardigheden die je niet alleen tijdens je studie nodig hebt, maar die ook belangrijk zullen zijn tijdens je toekomstige loopbaan.

Een project heeft verschillende aspecten: begrijpen wat je taak is, teamorganisatie, relevante literatuur en gegevens zoeken, het implementeren van je taak om tot experimentele resultaten te komen, resultaten bespreken, en evalueren of de projectdoelen behaald zijn.

Degenen die jou beoordelen geven tussentijds feedback en de projecttutor begeleidt jou en jouw groep tijdens wekelijkse projectbijeenkomsten. De projecten zijn gebaseerd op recent onderzoek of op vraagstukken die zijn aangeleverd door bedrijven en instituten. Aan het eind van ieder project lever je een product in dat direct toepasbaar is, en je presenteert je resultaten en inzichten aan je medestudenten, docenten en/of de klant.

7 stappen
Met je groep van 10 tot 15 studenten doorloop je 7 stappen – ook wel de 7-sprong genoemd:

  1. het bespreken van de casus en er samen voor zorgen dat iedereen het vraagstuk begrijpt
  2. vaststellen welke vragen er beantwoord moeten worden
  3. brainstormen over wat de groep al weet en samen mogelijke oplossingen en antwoorden op de vragen bedenken
  4. analyseren en structureren van de resultaten van de brainstormsessie
  5. formuleren van leerdoelen voor de ontbrekende kennis
  6. onafhankelijk onderzoek doen, individueel of in kleine groepjes: artikelen of boeken lezen, practica volgen of colleges bijwonen om de vereiste kennis op te doen
  7. de bevindingen bespreken.

De eerste vijf stappen vinden plaats in de eerste helft van een tutorial. Daarna werk je individueel of in kleine groepjes aan ‘jouw’ deel van het vraagstuk. Tijdens de tweede helft van de volgende tutorial bespreek je de resultaten van jouw groep, waarna de cyclus herhaald wordt.

Onderzoek-georiënteerd leren
Hoe werkt dit?

Tijdens een onderzoeksproject leer je hoe je onderzoek moet doen, je verwerft onder meer inhoudelijke kennis over onderzoeksprocessen, onderzoeksmethodologie en hoe onderzoeksresultaten worden gepubliceerd.  

Het project begint met groepsbijeenkomsten waarin je vertrouwd raakt met het onderzoeksonderwerp en de methodologie. Je wordt begeleid door een supervisor. In de loop van het project concentreer je je op je eigen onderzoek en maak je een begin met je eigen onderzoeksproject. Gedurende het hele project kun je je ervaringen delen met de andere studenten in jouw projectgroep, bespreek je de voortgang en de uitdagingen van je onderzoek, en geef en ontvang je feedback over voorstellen, concepten en presentaties.

De supervisie van de projecten is in handen van onderzoekers, die jou begeleiden en ondersteunen, terwijl jij je bezighoudt met je onderwerp en je eigen onderzoeksproject opzet. De projectgroepen bestaan meestal uit 5 tot 12 studenten.