De muizen hebben een verstopplek in hun kooi, de schapen lopen zoveel mogelijk buiten in de wei en konijnen wonen in groepsverband in een kantoorachtige ruimte. “Dieren worden eigenlijk volledig ontzorgd hier”, zegt Andreas Teubner, hoofd van de Centrale Proefdier Voorziening van de Universiteit Maastricht. Hij laat graag zien hoe de proefdieren werkelijk gehuisvest en verzorgd worden, om de ‘soms vreselijke ideeën die mensen daarover hebben’ in perspectief te plaatsen. De huidige voorziening voldoet aan alle wettelijke vereisten, maar verbeterde omstandigheden gaan de kwaliteit van leven van dieren en de kwaliteit van het onderzoek ten goede komen. Daarom is Teubner blij met het nieuw te bouwen Biomedisch Centrum.

Andreas Teubner, hoofd van de Centrale Proefdier Voorziening van de Universiteit Maastricht

De kwaliteitsverbeteringen met de toekomstige voorzieningen
Bij de proefdiervoorziening van de UM is hij verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken, het nakomen van wet- en regelgeving en richt hij zich op organisatorische verbeteringen. Het nieuwe BMC-gebouw zal een grote kwaliteitsimpuls gaan geven. “Onze huidige voorzieningen zitten in een oud gebouw, waar de gang van zaken soms niet optimaal is. Zo zijn er meerdere decentrale labs, waar heel specifieke ingrepen worden verricht op de dieren, bijvoorbeeld voor cardiologisch en oncologisch onderzoek. Daarvoor moeten de dieren vervoerd worden van het CPV naar deze labs en dat kan ze stress bezorgen. In het nieuwe BMC zullen praktisch al dergelijke activiteiten in één gebouw samenkomen, wat resulteert in een enorme verbetering van de voor- en nazorg van de dieren en hun welbevinden.”

De drie pijlers onder het nieuwe gebouw
Teubner benadrukt dat het huidige gebouw niet disfunctioneert. “Het is volledig operationeel en voldoet aan alle wetgeving, maar het proefdieronderzoek heeft zich enorm ontwikkeld sinds het begon. Zo zijn er tegenwoordig zogeheten luchtdouches, die personen die een proefdiervoorziening betreden ‘schoonmaken’. Zo kan de hoge hygiënische standaard en de gezondheid van dieren beschermd worden. Maar deze kunnen niet worden gerealiseerd in het oude gebouw vanwege technische beperkingen. In het nieuwe gebouw kunnen we dus de efficiëntie én de kwaliteit van het werk bevorderen, plus de hoeveelheid stress voor de dieren beperken. Dat zijn de drie belangrijkste pijlers onder het nieuwe gebouw.”

Hoe huisvesting er daadwerkelijk uitziet
Het huisvesten van proefdieren is al decennia onderwerp van onderzoek. Zo veranderden de ooit vrijwel lege kooien en hokken met weinig afleiding in kooien of stallen met materiaal om nesten te bouwen, verstopplekken en speelgoed, zodat proefdieren een leefomgeving hebben die bij hun gedrag past. “De meeste proefdieren zijn sociale dieren en moeten dus volgens de wet in groepen gehuisvest worden, tenzij er een goede reden is om dat niet te doen, bijvoorbeeld na een operatie. Natuurlijk is zo’n leven niet zo uitdagend als een bestaan in het wild, maar het hebben van eten en drinken, een nest, beschutting en een verrijkte omgeving biedt de dieren wel een leven dat in alle basisbehoeften voorziet. Ik denk niet dat het zo slecht is als sommige mensen soms denken! We laten ook graag zien hoe de dieren hier in de Maastrichtse proefdiervoorziening leven. Medewerkers van de UM en MUMC+ kunnen een rondleiding krijgen, want we hebben niks te verbergen.”

Vergeleken met dieren die geslacht worden voor vleesconsumptie
In discussies over dierenwelzijn vergelijkt Teubner de hoeveelheid en kwaliteit van leven van proefdieren met de dieren die voor consumptie worden geslacht. “In Duitsland, waar ik vandaan kom, worden jaarlijks ongeveer drie miljoen proefdieren ge-euthanaseerd, waarvan 85% knaagdieren. Daartegenover staan zestig miljoen varkens die jaarlijks worden geslacht voor voedselproductie en zo’n 720 miljoen kippen. Ze zijn soms qua huisvesting en gedood worden slechter af. Daarmee vergeleken hebben onze proefdieren bevoorrechte leefomstandigheden”, zegt hij.

Waarom het noodzakelijk is dieren te gebruiken in onderzoek
Elk jaar moeten alle instituten die gebruik maken van dieren voor onderzoek rapporteren hoeveel dieren van welke soort zijn gefokt, gebruikt en ge-euthanaseerd. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) publiceert die aantallen in officiële organen als ‘Zo doende’. In Maastricht worden muizen, ratten, konijnen, varkens, schapen, geiten, zebravissen en soms cavia’s gebruikt voor experimenten.
Voor Teubner is het evident dat je geen onderzoek op mensen kunt doen op de manier waarop dat kan bij dieren. “Buiten de ethische discussie over experimenten op mensen, maakt de genetische diversiteit van de humane populatie het onmogelijk om systematisch onderzoek te doen naar bijvoorbeeld genetische aandoeningen. Met dieren kun je groepen hebben met hetzelfde genoom, zoals eeneiige tweelingen, waardoor je makkelijker en betrouwbaarder de functie van een bepaald gen of het effect van medicatie kunt ontdekken en beschrijven.
Naast het belang van proefdieren voor fundamenteel onderzoek”, voegt hij daaraan toe, “is er het testen van nieuwe operatietechnieken op dieren, of nieuwe hulpmiddelen zoals hartpompen en nieuwe medicatie. Deze translationele geneeskunde illustreert vaak beter het dilemma: wie wil een ongetest medicijn als eerste innemen? Wie wil de eerste patiënt zijn bij wie een niet getest apparaat wordt geïmplanteerd?”

Waarom  onderzoek niet per se een directe toepassing hoeft te hebben om waardevol te zijn
Natuurlijk, zegt hij, kun je een mens niet spiegelen aan een fruitvlieg en misschien ook niet aan een muis. “Meestal kunnen we een menselijke ziekte niet één op één kopiëren in knaagdieren. Maar het model van de muis of rat stelt ons in staat om een idee te krijgen van de functie van een specifiek gen, dat bijvoorbeeld een rol speelt in leverkanker. Het eenvoudige idee erachter is om mechanismes te ontdekken hoe moleculen en genen normaliter werken in bepaalde ziektes.”
Volgens Teubner worden de positieve resultaten van proefdieronderzoek te weinig benadrukt in het publieke debat tot nu toe: alle medicijnen die uitgevonden zijn, nieuwe operatietechnieken, of ‘slechts’ nieuwe kennis. “Wat wetenschappers vandaag ontdekken, is misschien niet te linken aan een actueel probleem, maar wellicht over twintig jaar wel. Ik denk dat het gevaarlijk is om te verwachten dat biomedisch onderzoek, en wetenschap in het algemeen, ons direct ten goede moet komen.”
Hij geeft het voorbeeld van de Britse onderzoeker John Gurdon, die de Nobelprijs kreeg in 2012 voor zijn onderzoek met kikkereieren. In 1962 kloonde hij kikkereieren, waarna moleculen konden worden geïdentificeerd die belangrijk zijn voor de ontwikkeling tot levende kikker. Deze studies vormden het fundament voor de ontdekking van vele moleculen die belangrijk zijn in de ontwikkeling van kanker. “Maar in 1962 dachten de mensen dat Gurdon gek was. ‘Wat doet hij met die kikkereieren?!’, zeiden ze. Daarom moeten we altijd beseffen dat de waarde van onderzoek niet af moet hangen van de directe toepassingsmogelijkheden. Wetenschap bouwt voort op eerdere resultaten en vraagt om wat geduld.”

“Alle medicijnen die we nu kennen, hadden niet bestaan zonder dierproeven. Ik herhaal: ALLE.” Prof. dr. Leon de Windt is hoogleraar Moleculaire Cardiovasculaire Biologie. Hij onderzoekt, ook met behulp van dierproeven, wat een ziek hart kenmerkt en hoe de behandeling daarvan verbeterd kan worden. Ook trekt hij sinds twee jaar de kar van de nieuwbouw van het Biomedisch Centrum (BMC). Daar worden in de toekomst alle Maastrichtse proefdieren gehuisvest, experimenten verricht én alternatieven voor dierproeven ontwikkeld. “We kunnen voorlopig niet zonder dierproeven, om een aantal redenen. Maar ook ik werk met mijn team hard aan het ontwikkelen van alternatieven. Want natuurlijk test ik iets liever op menselijke cellen dan op een diermodel.”

Prof. dr. Leon de Windt, projectleider BMC

Wie zegt eigenlijk dat u verplicht bent proefdieren te gebruiken dan?
“De Nederlandse en Europese overheid. Als je een nieuw potentieel medicijn op het spoor denkt te zijn, mag je dat niet meteen testen in patiënten. Dat lijkt me ook verstandig: ik denk dat niemand zijn gezonde familielid wil blootstellen aan een hartaanval voor onderzoeksdoeleinden. Eerst moet je volgens de wet in twee verschillende diersoorten aantonen dat het inderdaad werkt. En daarna nog eens in twee diersoorten dat het niet giftig is. Ieder medicijn in de apotheek is dus door vier diersoorten heen gegaan, van de ADHD-medicatie tot statines tegen hoog cholesterol of de crème tegen eczeem. Maar ook de maagzuurremmers en de pijnstillers die je gewoon in de supermarkt koopt tegenwoordig. ALLE medicijnen die we nu kennen, zijn op dieren getest.”

Is er iets zinnigs te zeggen over de termijn waarop alternatieven zullen voldoen?
“Een minister uit het vorige kabinet heeft ooit gezegd dat Nederland tegen 2025 proefdiervrij zou moeten zijn. Dat vind ik een naïeve opmerking, die inmiddels gelukkig is genuanceerd. Stel dat Europa nu zou stoppen met dierproeven. Dan verplaatst al dit onderzoek én de bijbehorende biotech-industrie waarin Nederland groot is, zich naar een ander werelddeel. China bijvoorbeeld, waar ze heel anders naar dierenwelzijn kijken. Willen we werkelijk onze handen op die manier ‘schoon wassen’? Dat vind ik onethisch. De realiteit is, dat als we ons steentje willen bijdragen aan de verdere verbetering van gezondheidszorg, dierproeven onmisbaar zijn. Dat gaat van een vaccin tegen q-koorts, waarnaar de Nederlandse overheid momenteel dringend zoekt, tot betere overlevingskansen van mensen met kanker of hart- en vaatziekten. Iedereen die een naaste heeft verloren aan zo’n ziekte, vraagt zich af of daar nu geen betere behandeling voor te verzinnen is.”

Wat heeft u zelf bijvoorbeeld bereikt met behulp van proefdieronderzoek?
“Naast DNA hebben we in ons lichaam ook RNA: macromoleculen waarin erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. In muizen met een ziek hart zagen we een bepaald RNA-molecuul te veel ‘tot expressie komen’, oftewel: het was oververtegenwoordigd. We keken in biopten van harten van mensen die overleden waren, en daar zagen we exact hetzelfde terug. In ons lab hebben we vervolgens een medicijn gemaakt dat dat RNA kan afremmen. Als we dat toedienen aan muizen met hoge bloeddruk en een ziek hart, blijkt het hart zich te herstellen. De volgende stap was het in een groter proefdier te testen. In Portugal vonden we een groep chirurgen die ervaring had met dit soort onderzoek in varkens. Ook de varkensharten deden het ontzettend goed op ons medicijn. De volgende stap is het testen van toxiciteit, of het vergiftigend werkt. In totaal zijn voor dit onderzoek, dat mogelijk kan bijdragen aan de behandeling van hartziekten door hartklepvernauwing of hoge bloeddruk, tot nu toe vijf varkens en ongeveer honderd muizen gebruikt.”

Vindt u dat weinig?
“Alles hangt af van de context natuurlijk. Als je weet dat mensen thuis muizenvallen zetten en de schappen in de supermarkten dagelijks vol liggen met varkensvlees, waarvoor varkens niet altijd even prettig zijn geslacht, vind ik dat goed te verantwoorden. We doen het niet om dieren te pesten, maar voor de veiligheid. Als het met minder had gekund, hadden we dat absoluut gedaan, want we zijn ons zeer bewust als wetenschappers van de drie V’s die we in Nederland nastreven: Vermindering, Verfijning en Vervanging van dierproeven.”

Als het toch allemaal minder moet, waarom dan nu nog investeren in een nieuw gebouw?
“Omdat dierproeven voorlopig nog broodnodig en wettelijk verplicht zijn en de Maastrichtse faciliteiten zijn verouderd. Ze voldoen aan de wetgeving, maar het kan zoveel beter, ook voor de dieren. Als projectleider van het nieuwe Biomedisch Centrum heb ik de afgelopen twee jaar gezorgd dat de trein bleef rijden; dat de wensen van onderzoekers, bestuurders en dierenverzorgers goed vertaald werden naar architecten en dat we binnen het budget bleven.”

Bent u bang voor intimidatie door anti-dierproefactivisten?
“Natuurlijk denk ik daar wel eens over na. Ik vind het moeilijk te begrijpen dat mensen je bedreigen omdat je je werk doet. Omdat je kanker of hartfalen de wereld uit wilt helpen. Ik vind het eigenlijk laf en onbegrijpelijk, net als het belemmeren van ambulancemedewerkers bij het doen van hun werk. Als je echt tegen dierproeven bent, kun je bijvoorbeeld op de Partij voor de Dieren stemmen. Als die partij dan een meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer krijgt en wetgeving doorvoert die dierproeven verbiedt, dan zijn dierproeven verboden. Zo werkt een democratische samenleving. Maar dan zou ik graag van die partij horen hoe we dan wél tot doorbraken kunnen komen in de behandeling van Alzheimer, hersentumoren en meer.”

NIEUW! Move More, Feel Better is een 10 weken durend coachingsprogramma voor UM-medewerkers die hulp nodig hebben om meer (of weer) actief te worden. Wij verwelkomen medewerkers om te ontdekken wat een actievere levensstijl kan doen. Ons doel is om persoonlijke begeleiding te bieden zodat je een basis kan leggen voor een meer actieve en vitale levensstijl. 

Dit programma gaat over jóú! De coaching in dit programma is gebaseerd op het activeren van jou als deelnemer om te werken aan een actieve leefstijl. Dit betekent dat je zeker weet dat je op dit moment wilt werken aan een actieve leefstijl. Alle adviezen die worden gegeven binnen dit programma zijn op vraag van jou en met jouw goedkeuring.

Press play and start your fitness journey today!

 Aanmelden van 21 november 2019 tot en met 31 januari 2020

Waarom is meer bewegen belangrijk?

Overweeg de voordelen van lichaamsbeweging en wat het doet met je lichaam en geest.

  • Voel je energieker
  • Verbeter je houding en flexibiliteit
  • Verminder het gevoel van stress, angst en depressie
  • Vergroot je spierkracht
  • Verbeter je conditie
  • Slaap beter 
  • Voel je beter
  • Ontmoet nieuwe mensen 

'Press play and start your journey to be active today!'

Programma

Move More, Feel Better biedt coaching aan voor medewerkers die hulp nodig hebben om meer (of weer) actief te worden.

Let op! Een lidmaatschap bij UM SPORT is niet inbegrepen.

Hierbij een overzicht van het programma

Timetable_MMFB_2019

Wat krijg je:

  • Een persoonlijke coach voor 10 weken

  • Een werkboek om je progressie bij te houden

  • Optionele gezondheids check (+€10,-)

  • 3 face-to-face sessies met jouw coach

  • Wekelijks email contact met je coach 

Optionele gezondheids check
Wat wordt er getest: BMI, vetpercentage, bloeddruk etc.

Let op! Een lidmaatschap bij UM SPORT is niet inbegrepen.

Team Move More, Feel Better

Team Move More Feel Better 2019/2020

Hoe schrijf ik mij in?

Meld je aan en betaal via dit online formulier.

Alleen UM medewerkers kunnen zich aanmelden.

Wanneer kun je starten?

Aanmelden van 21 november 2019 tot en met 31 januari 2020

Het programma duurt 10 weken vanaf je eerste coachingsessie. Er vinden geen sessies plaats tussen 20 december 2019 en 6 januari 2020. 

'Today is a good day to start'

Kosten programma

 10-weken-programma: €15

 Additionele health check: €10


Enkel UM medewerkers mogen deelnemen.

Vragen? Stuur een email naar nadine.chudy@maastrichtuniversity.nl

Alle medicijnen die we tegenwoordig kennen, zijn ontwikkeld met behulp van proefdieronderzoek. Zowel voor mensen als voor dieren. En dat geldt ook voor medische behandelingen als bestraling of operatietechnieken. Nog steeds is het ontwikkelen van nieuwe medicijnen of het verbeteren van bestaande behandelingen afhankelijk van proefdieronderzoek. Wetenschappers zijn zelfs wettelijk verplicht om nieuwe behandelingen eerst in minstens twee verschillende proefdieren te testen, voordat ze een studie bij mensen mogen starten.

Wet- en regelgeving dierproeven

Dierproeven doe je niet zomaar; er zijn strenge wetten en regels. Het gebruik van dieren voor wetenschappelijk onderzoek mag in de Europese Unie alleen als er geen andere mogelijkheid is. Bovendien is er een Europese richtlijn met regels om proefdieren in Europa te beschermen, die alle lidstaten van de Europese Unie moeten verwerken in hun nationale wet- en regelgeving. In Nederland zijn dat de Wet op de dierproeven (Wod, 2014); het Dierproevenbesluit; en de Dierproevenregeling. Het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad) is ingesteld om advies te geven over alle aspecten rond dierproeven aan alle betrokken partijen.

Alleen instellingen met een vergunning mogen dierproeven doen. In Nederland zijn dat met name universiteiten en andere onderzoekscentra. De UM houdt zich aan de Wet op de dierproeven en volgt de gedragscode van de Centrale Commissie Dierproeven en de Code Openheid Dierproeven (COD). Deze code is opgesteld om concreet invulling te geven aan de breed onderschreven opvatting in de maatschappij dat openheid over wetenschappelijk onderzoek met dieren wenselijk en noodzakelijk is.


 

Toetsing

Voor elk afzonderlijk onderzoek is een vergunning nodig. Naast een wetenschappelijke toetsing vindt ook altijd een ethische toetsing plaats: weegt het ongerief voor de dieren op tegen de verwachte resultaten van het onderzoek? Bij het proces van aanvragen van deze vergunning zijn meerdere partijen betrokken, zodat alle afwegingen zorgvuldig plaatsvinden.

Voor elk onderzoek waar proefdieren bij betrokken zijn wordt door de onderzoeker(s) een onderzoeksvoorstel ingediend dat aan een aantal voorwaarden moet voldoen. De onderzoeker moet duidelijk kunnen maken waarom het onderzoek niet met een alternatieve methode kan (vervanging), waarom het niet met met minder dieren kan (vermindering) en dat het ongerief voor de dieren zoveel mogelijk wordt beperkt (verfijning).

De Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) helpt de onderzoeker met de vergunningsaanvraag. Deze aanvraag wordt ingediend bij de Dierexperimentencommissie (DEC). De DEC toetst de aanvraag  op ethische en wetenschappelijke aspecten en geeft advies aan de Centrale Commissie Dierproeven (CCD): het centrale orgaan dat in Nederland als enige bevoegd is om vergunningen voor dierproeven te verlenen. De CCD verleent vervolgens de vergunning of wijst de aanvraag af. Na goedkeuring van de testaanvraag wordt de uitvoering van de testen door de IvD begeleid en gecontroleerd op het voldoen aan de goedgekeurde ingrepen en specificaties.

Bij iedere vergunningaanvraag voor een onderzoeksproject met dierproeven hoort een niet-technische samenvatting (NTS). De NTS moet in lekentaal worden geschreven, zodat ze leesbaar is voor een breed publiek. Deze bevat de doelstellingen van het onderzoek en een onderbouwing van het diergebruik en de verwachte negatieve gevolgen voor het welzijn van de proefdieren, inclusief toepassing van de 3 V's (vervanging, vermindering en verfijning). De Centrale Commissie Dierproeven (CCD) publiceert deze samenvatting zonder naamsvermelding. Zo wordt het gebruik van proefdieren in Nederland transparant gemaakt, zonder schending van intellectuele eigendomsrechten of privacy.
 

Proefdieronderzoek aan de UM

Dierexperimenteel onderzoek wordt aan de UM uitgevoerd aan de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML) en de Faculty of Psychology and Neuroscience (FPN). De Centrale Proefdiervoorzieningen (CPV) biedt de faciliteiten om dit onderzoek uit te voeren.

Aan de UM wordt alleen wetenschappelijk onderzoek verricht op muizen, ratten, konijnen, varkens, schapen, geiten, zebravissen en soms cavia’s en hamsters. Over het algemeen gaat in 95% van de gevallen om muizen en ratten. Hoeveel dieren worden gebruikt, publiceert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) jaarlijks in Zo Doende.

UM-wetenschappers werken ook aan alternatieven voor proefdieronderzoek. Omdat het naar verwachting nog enkele decennia duurt voor alternatieven voldoen, investeert de UM nu in een nieuwe proefdiervoorziening, om de kwaliteit van leven van de dieren en de kwaliteit van het onderzoek te verbeteren.

DiersoortAantallenPercentage
Muizen171863,3
Ratten76628,2
Konijnen840,03
Varkens15<0,01
Geiten9<0,01
Schapen1140,04
Zebravissen8<0,01
Totaal2714 

Bron: Zo Doende, 2021, NVWA

Alternatieven

Op veel gebieden zijn al goede alternatieve methoden ontwikkeld die complementair zijn aan dierproeven, maar op veel gebieden zullen alternatieve methoden en dierproeven nog vele jaren naast elkaar moeten bestaan ​​om vooruitgang te blijven boeken in de (bio)geneeskunde. Met name bij biomedische vraagstukken, waarbij het immuunsysteem of het zenuwstelsel een belangrijke rol spelen, kan de complexiteit van het levende organisme nog niet met alternatieve methoden worden gesimuleerd. De overheid, wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zoeken samen naar methoden die dierproeven vervangen, verminderen en verfijnen. Elke vergunningaanvraag voor dierproeven bij de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) moet verantwoorden hoe aan deze 3v’s wordt voldaan. De afgelopen decennia is het aantal gebruikte proefdieren aanzienlijk teruggedrongen en zijn de leefomstandigheden voor de dieren flink verbeterd (zie ook het interview met Andreas Teubner, hoofd CPV).

Vervanging

Steeds meer proeven met dieren worden vervangen door alternatieve methoden. Bijvoorbeeld door computersimulaties die biologische processen in het menselijk lichaam nabootsen. Of door onderzoek waarbij onderzoekers menselijk weefsel gebruiken.

Vermindering

Bij vermindering gaat erom bij elke proef zo min mogelijk dieren gebruiken. Bijvoorbeeld door gegevens van eerdere onderzoeken te gebruiken. Ook leveren nieuwe onderzoeksmethoden meer gegevens op uit minder dieren. Zo is aan de UM een methode ontwikkeld waarmee het aantal hartcellen dat van een proefdier (rat) kan worden gebruikt kan worden verdubbeld, door middel van een technische verbetering van perfusie. Het aantal gebruikte proefdieren kan daardoor met de helft worden verminderd.

Verfijning

Verfijning gaat over het zoveel mogelijk verminderen van het ongemak dat dieren kunnen ervaren voor, tijdens of na het onderzoek. Zo krijgen de dieren pijnbestrijding en worden hun leefomstandigheden zo afgestemd dat ze zich zo natuurlijk mogelijk kunnen gedragen. Als de aard van het onderzoek het toelaat, blijven de proefdieren zo veel mogelijk bij elkaar en houden elkaar gezelschap.

De Universiteit Maastricht (UM) moedigt bachelor- en masterstudenten aan om stage te lopen, in Nederland of waar ook ter wereld. Bij de UM zien we stages als een mogelijkheid om werkervaring op te doen. De studenten krijgen er ook studiepunten voor.

Stagemogelijkheden per faculteit

Department of Advanced Computing Sciences (DACS)

Faculty of Arts and Social Sciences

Vaardigheden, kennis en competenties

Door hun opleiding begrijpen studenten van de Faculty of Arts and Social Sciences (FASoS) hoe europeanisering, globalisering, wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, politieke verandering en culturele vernieuwing zich tot elkaar verhouden. Ze zijn geïnteresseerd in de manieren waarop samenlevingen met deze uitdagingen omgaan zoals herdenkingsrituelen, governance-technieken, kennismanagementstrategieën, technologieën en manieren om om te gaan met diversiteit en ongelijkheid.

Beschikbaarheid van de studenten​

Bachelor

 
Arts & Culture een facultatieve stage van september tot januari
European Studies een facultatieve stage van september tot januari
Digital Society een facultatieve stage van september tot januari
Master  
European Public Affairs een verplichte stage van april tot juni
Onderzoeksmaster​  

Cultures of Arts, Science and Technology

een verplichte stage van september tot januari
Alle andere masters een facultatieve stage van februari tot maart
FASOS faculty landing page header image - Maastricht University

Faculty of Health, Medicine and Life Sciences

Vaardigheden, kennis en competenties​

Studenten van de Faculty of Health, Medicine & Life Sciences (FHML) worden opgeleid tot onafhankelijk denkende en flexibele professionals, die hun hele leven lang kennis vergaren en een brede, zeer goed geïnformeerde kijk hebben op gezondheid en gezondheidszorg. Ze verwerven de vaardigheden, kennis en competenties die ze nodig hebben om op een succesvolle wijze te kunnen functioneren in zowel gezondheidsgerelateerde beroepen als in de wetenschap, in een internationale samenleving die continu onderhevig is aan demografische, technologische, maatschappelijke en wetenschappelijke veranderingen.

Beschikbaarheid van de studenten

Bachelor 
European Public Healthvan februari tot medio juli
Gezondheidswetenschappenvan februari tot medio juli
Biomedical Sciencesvan februari tot medio juli
Master 
Biomedical Sciences senior praktijkopledingvan september tot medio juli
Epidemiologyvan medio april tot medio juli
Governance and Leadership in European Public Healthvan medio april tot medio juni
Health Education and Promotion     van medio april tot medio juli
Health Food Innovation Managementvan januari tot medio juli
Healthcare Policy, Innovation and Managementvan medio april tot medio juli
Human Movement Sciences van februari tot medio juli
Health and Digital Transformationvan medio april tot medio juli
Occupational Health and Sustainable Workvan medio april tot medio juli


Houd er rekening mee dat FHML- in september gaan uitkijken naar mogelijke stages.
Als u FHML-studenten wilt inzetten, neemt u dan contact op met Nicole Derwig.

FHML faculty at Maastricht University

Faculty of Psychology and Neuroscience

Studenten van de Faculty of Psychology and Neuroscience (FPN) zijn geïnteresseerd in de menselijke hersenen en het menselijk gedrag. Ze benaderen het brede onderzoeksgebied van de psychologie vanuit een biologisch en cognitief perspectief. Tijdens hun opleiding bestuderen ze mentale processen als taal, geheugen, denken en perceptie, doen ze kennis op over wat er ten grondslag ligt aan onze gedragingen en leren ze hoe je hersenactiviteit kunt meten met behulp van een MRI-scanner. Vier onderzoeksvelden staan tijdens de opleiding centraal: cognitieve neurowetenschap, klinische psychologie, neuropsychologie en psychofarmacologie, en arbeidspsychologie en sociale psychologie.

Procedure:
Neem contact op met de stage-coördinatoren van FPN als u graag FPN zou willen inzetten. Ze helpen u graag bij uw aanvraag en leggen uit hoe het AskPsy-systeem van de faculteit werkt.

Availability of students

Bachelor's:Beperkt aanbod in jaar 3
Master: 
Psychologyeen onderzoeksstage van februari - juli
Forensic Psychologyeen onderzoeksstage van augustus – januari of februari - juli 
 een onderzoeks- en klinische stage
medio augustus - juni
 een klinische stage – in totaal 13 weken gedurende het jaar
Research Master in Cognitive and Clinical Neuroscienceen onderzoeksstage van november – medio juli + klinische stage in de Clinical Psychology en Neuropsychology specialisaties

 

Master Forensic Psychology

Faculty of Law

Vaardigheden, kennis en competenties​
Studenten van de Faculty of Law (FL) bereiden zich voor om uitmuntende juristen te worden. Ze hebben brede kennis van nationale rechtsstelsels, Europese wetgeving en rechtsvergelijking. Daarnaast hebben ze diepgaande inzichten in de functie van het recht in de maatschappij en in andere vormen van regelgeving, conflictoplossing en conflictvermijding.

Beschikbaarheid van de studenten

Bachelor

een facultatieve stage van 4 tot 8 weken
(het hele jaar mogelijk)

Bachelor ElS: 4 tot 8 weken
Bachelor Rechtsgeleerdheid: 8 weken

Master

een facultatieve stage van 4 tot 8 weken
(het hele jaar mogelijk)

Minimaal 4 weken

Als u graag studenten van de Faculty of Law zou willen inzetten, stuur dan een e-mail naar het stagebureau

Dutch Law

School of Business and Economics

Vaardigheden, kennis en competenties​

Vanuit een internationale invalshoek hebben studenten van de School of Business and Economics (SBE) brede kennis van de volgende onderzoeksgebieden: econometrie, business intelligence en data science, bedrijfseconomie, arbeidseconomie, organisatiekunde, learning and development, consultancy, management, fiscale economie, international business en opkomende markten.

Beschikbaarheid van de studenten​

Bachelor 
Alle bachelorprogramma’seen facultatieve stage binnen het leerprogramma van 4-14 weken; kan op ieder moment mee begonnen worden
 een facultatieve extracurriculaire stage van minimaal 2 en maximaal 6 maanden; hiermee kan op ieder moment worden begonnen
Emerging Markets Specialisationeen verplichte stage; minimaal van februari-juni, maximaal van februari-september
Business Engineering:een verplichte stage (Thesis Research Project) met een minimale duur van 3 maanden. Deze stage stelt studenten in staat hun academisch profiel te realiseren door middel van onderzoek
Mastereen facultatieve extracurriculaire stage van minimaal 2 en maximaal 6 maanden; zolang de student aan de voorwaarden voldoet
 een facultatieve parttime stage in het kader van het Thesis Internship Program (masterscriptie-programma); begint in september of februari; minimaal 3 en maximaal 6 maanden

Als u graag SBE-studenten  zou willen inzetten, neem dan contact op met het stagebureau. Het stagebureau verleent na maximaal tien werkdagen goedkeuring aan uw stagevoorstel, of keurt dit af.

Fiscal Economics

University College Maastricht

Vaardigheden, kennis en competenties​Studenten van het University College Maastricht (UCM) kunnen kiezen uit meer dan 150 verschillende vakken op het gebied van de geesteswetenschappen, maatschappijwetenschappen en andere wetenschapsgebiedenOp deze manier werken ze, met ondersteuning van betrokken medewerkers, aan een academisch profiel waarmee ze hun doelen kunnen bewerkstelligen. Studenten kunnen zich focussen op een bepaald vakgebied (zoals bijvoorbeeld psychologie, economie, geschiedenis of biologie), of kiezen voor vakken rond een combinatie van thema’s of vakgebieden. Een curriculum kan bijvoorbeeld bestaan uit vakken op het gebied van economie, recht en internationale betrekkingen, of sciences en psychologie, of cultuurstudies en geschiedenis. In het Engels staat er als laatste simpelweg Sciences – het UM-woordenboek heeft er geen NL voor the Humanities, Social Sciences and SciencesIn het Engels staat er weer simpelweg sciences – misschien maar Engels laten?

 

Beschikbaarheid van de bachelorstudenten​

Stage toegepast onderzoek (Applied Research Internship - ARI)
Organisaties kunnen casussen of vraagstukken aandragen waar studenten tijdens een ARI mee aan de slag gaan. De studenten werken  individueel of in kleine teams, ze verrichten onderzoek en doen aanbevelingen aan de klant. Gedurende twee periodes van 7 weken combineren studenten hun ARI-project met  het volgen van hun reguliere vakken. Tijdens deze periodes zijn ze 8 uur per week beschikbaar. In de afsluitende maand kunnen ze fulltime werken in het kantoor van de klant.
Wanneer: februari - juni of september - januari

ThinkTank project
In 4 weken tijd gaat een groep van 8 tot 10 studenten aan de slag met een complex of multidimensionaal probleem of vraagstuk dat door u wordt aangedragen. Ze analyseren het, verrichten onderzoek en doen aanbevelingen.
Wanneer: juni of januari

Als uw organisatie een project heeft waarvoor u (een) UCM-student(en) zou willen inzetten, neem dan contact op met het ARI/ThinkTank-bureau via +31 (0)43 388 54 72 of ucm-RBL@maastrichtuniversity.nl

Meet UCM

Wat kunt u van UM-studenten verwachten?

  • ze beschikken over  gedegen wetenschappelijke kennis en zijn daarnaast praktijkgericht, waardoor ze makkelijk  kunnen switchen tussen  hun studie en uw organisatie;
  • ze zijn opgeleid om oplossingen te creëren voor reële problemen en gewend aan het werken in teams. Beide elementen zijn grondbeginselen van ons innovatieve leermodel Probleemgestuurd Onderwijs (PGO), waardoor onze studenten leren hoe ze theorieën op een praktische manier kunnen toepassen en  uitstekende analytische, communicatieve en projectmanagementvaardigheden verwerven;
  • ze zijn gewend aan onze International Classroom, ze studeren met mensen met verschillende culturele achtergronden in de onderwijsgroepen  waardoor ze leren om vraagstukken te benaderen vanuit verschillende invalshoeken. Daardoor zijn ze goed voorbereid op de snelle veranderingen op de huidige wereldwijde arbeidsmarkt;
  • onze studenten en alumni zijn uitstekend op de hoogte van de meest recente technieken en ontwikkelingen binnen uw vakgebied.

Wat verwachten wij van u?

  • een werkplek voor onze studenten die voldoet aan de eisen van uw organisatie
  • ondersteuning van onze studenten waar nodig; de details van die ondersteuning worden uitgelegd in de richtlijnen van de verschillende programma’s
  • onze studenten moeten ten minste 75% van hun stageperiode aanwezig zijn; omdat stages in de eerste plaats een leerervaring voor hen zijn, maakt het aanwezig zijn in uw organisatie integraal onderdeel uit van deze ervaring
  • we vragen niet om een stagevergoeding; hierover kunt u zelf en samen met de student beslissen. In het stagecontract wordt dit daarom opengelaten
  • we gebruiken een standaard stagecontract; in dit contract staat de ‘plicht tot zorg’ voor onze studenten omschreven en staan alle juridische richtlijnen
  • in overeenstemming met de Nederlandse wet bent u aansprakelijk voor schade die is toegebracht aan of veroorzaakt door onze studenten tijdens hun stage. Het is studenten niet toegestaan om stage te lopen bij organisaties die onvoldoende verzekerd zijn

Ons heeft het droevige nieuws bereikt dat onze student Daniele Crivellaro op 20 februari op 22-jarige leeftijd is overleden.

Daniele kwam drie jaar geleden naar Maastricht om European Studies te studeren bij FASoS. Zijn passie lag bij geschiedenis, politiek en Europa en hij wist direct dat hij de juiste studiekeuze had gemaakt.

In het klaslokaal liet Daniele zich niet onbetuigd. Hij nam geen genoegen met gemakkelijke antwoorden en stimuleerde zichzelf en zijn klasgenoten om vooral kritisch te blijven nadenken. Zonder zich op te dringen, want hij bleef altijd aardig en had het talent om mensen voor zich te winnen.

Zijn vrienden herinneren zich Daniele vooral als een geweldig persoon met een goed gevoel voor humor. Hij hield van kunst, muziek en film en deelde zijn enthousiasme vaak met anderen.

Daniele genoot intens van zijn stage in het Europees Parlement. Hij voelde dat hij daardoor inzicht kreeg in hoe het er bij de EU werkelijk aan toe gaat. Zijn collega's daar spreken zeer positief over hem; ze prijzen zijn teamgeest en zijn bereidheid om anderen te helpen.

Daniele Crivellaro

Daniele genoot vooral van het schrijven van toespraken en zei ooit: "er zijn geen woorden voor om te beschrijven hoeveel voldoening het gaf om mee te werken aan een voorstel voor het opzetten van een ruimtevaartprogramma en te beseffen dat ik mijn eigen bescheiden bijdrage aan het project had geleverd." Ook voor zijn collega’s komt zijn dood als een grote schok.

Er is een herdenkingsruimte voor Daniele ingericht in kamer 0.002 van de Grote Gracht 80-82, met een condoleanceboek. We hopen dat deze ruimte steun kan bieden aan degenen die het nodig hebben.

Als je ondersteuning nodig hebt als gevolg van het overlijden van Daniele, weet dan dat FASoS-medewerkers en de studentenpsychologen van Studenten Service Centrum klaar staan om je te helpen. Aarzel niet om telefonisch contact op te nemen met studieadviseur Pia Harbers (+31 43 3884983) of het secretariaat van de studentenbegeleiding van het SSC (+31 43 3885212. Je kunt ook contact opnemen met het studentenpastoraat bij InnBetween (+31 43 3885310 of via petra.kormendy@maastrichtuniversity.nl).

 

 

De UM vierde op 25 januari 2019 haar 43e Dies Natalis in de Sint Janskerk. Rond het thema ‘Global Challenges, Future Imaginations' hield minister Sigrid Kaag de Dies-lezing en er werden twee eredoctoraten toegekend. Tijdens de ceremonie kende de Rector Magnificus verder nog de Wynand Wijnen Onderwijs Prijs toe, de Dissertatieprijs en de Master Student Prijzen.

43e Dies Natalis viering

Prijzen

De Wynand Wijnen Onderwijsprijs, voor medewerkers die een uitzonderlijke bijdrage leverden aan het Maastrichtse onderwijs, ging naar Fabienne Crombach. Ze coördineert PREMIUM, het UM honours programma voor masterstudenten.

De Dissertatieprijs 2018, dit jaar voor het beste proefschrift van de vier faculteiten in de binnenstad, ging naar Hortense Jongen van de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen. Haar proefschrift droeg de titel: ‘Combating corruption the soft way: The authority of peer reviews in the global fight against graft.’

De Master Studentenprijs 2018 werd uitgereikt aan negen studenten, afkomstig van de zes faculteiten, voor hun uitstekende masterscripties.

 

 Bekijk ook het Dies Natalis videoverslag van het studenten videoteam

 Of bekijk alle video's van de Dies Natalis 2019 

UM-REC werd in 2018 door de UM ingesteld als hoogste commissie van ethische toetsing voor niet-WMO-onderzoek (elk onderzoek met menselijke deelnemers dat buiten het bereik van het Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen valt; onderzoek met menselijke onderwerpen).

Binnen UM-REC worden overkoepelende vragen - vragen die niet afdoende kunnen worden behandeld door de afzonderlijke facultaire ethische commissies - besproken. Daarnaast biedt UM-REC een forum om ervaringen en best practices uit te wisselen tussen de verschillende ethiekcommissies. UM-REC komt minimaal tweemaal per jaar samen.

UM-REC leden

  • Prof. Wiebe Bijker (voorzitter van ERCIC)
  • Prof. Harald Merckelbach (voorzitter van ERCPN)
  • Prof. David Townend (voorzitter van FHML-REC)
  • Dr. Halszka Jarodzka (Open Universiteit)
  • Prof. Dirk Lanzerath (University of Bonn)
  • Dr. Jolanda Mathijssen (Tilburg University)

Prof. Wiebe Bijker treedt op als voorzitter van UM-REC en Dr. Natasja Reslow als secretaris.

Contact

Je kunt contact opnemen met UM-REC door een e-mail te sturen naar dr. Natasja Reslow

All research involving human participants or personal data conducted in FHML/ Maastricht UMC+ should be submitted for ethics review. This also applies to research involving animal experiments. For more information on research ethics you can consult the research code of Maastricht UMC+.

Medical Ethics Review Committee (METC)

Ethical review is obligatory by law for all research that is subject to the WMO. The METC acts as an accredited independent Ethics Committee for review and approval of all scientific research with human participants subject to the WMO. Prior to the start of each WMO complicit research project performed at Maastricht UMC+, the Executive Board of Maastricht UMC+ requires the METC to review and approve the project.
For more information on the involvement and tasks of the METC during the preparation, execution and closure of scientific research with human participants, please consult the website of the METC.

Non-WMO research

For non-WMO research with patients from the academic hospital, it is obliged by the Executive Board of Maastricht UMC+ to submit your research plan to the METC for judgement. Researchers undertaking work with human participants that falls outside the scope of the WMO and does not include patients from the academic hospital, are able to submit their research proposal to the ‘FHML-REC’ - the FHML Research Ethics Committee for ethics review.
For questions concerning non-WMO research, the METC or FHML-REC can be contacted.

Animal Ethics Committee

Maastricht UMC+ and UM are aware of the ethical objections regarding experimentation on animals and only conducts animal experiments when the scientific necessity for this research has been established by an independent animal experiments committee (Dierexperimentencommissie (DEC) in Dutch). Respectful treatment of animals, reduction of the number of animals used and refinement of the applied methods to minimize animal suffering (collectively known as the 3Rs – replacement, reduction and refinement) serve as points of departure in all the research.
For more information on the involvement and tasks of the DEC please consult the website of the DEC

Applications to the FHML-REC

Applications to the FHML-REC should be made using the following forms (which contain details of how to submit the forms):

Return the completed forms to fhml-rec@maastrichtuniversity.nl
Any question should be addressed to fhml-rec@maastrichtuniversity.nl

Meetings
The FHML-REC meets once a month, with two alternating panels. Once submitted, an application is reviewed by the next available panel. The response from the panel can be expected within 10 working days from the date of the meeting.

Deadline for submitting applications (18.00 CET)FHML-REC meeting
November 25, 2024December 05, 2024
January 06, 2025January 16, 2025
January 27, 2025February 06, 2025
March 02, 2025March 12, 2025
March 17, 2025March 27, 2025
March 24, 2025April 03, 2025
May 04, 2025May 14, 2025
June 01, 2025June 11, 2025
June 29, 2025July 09, 2025
Summer break - The FHML-REC will not meet in August
September 01, 2025September 11, 2025
September 29, 2025October 09, 2025
October 26, 2025November 05, 2025
November 24, 2025December 04, 2025


Links:

Pablo's Extra Miles

Samenwerken in kleine onderwijsgroepen en een speciale benadering van het onderwijs, waren voor Pablo de redenen om zich in te schrijven voor een opleiding aan de Universiteit Maastricht.

De internationale samenstelling van de studentenpopulatie, ziet hij als een extra voordeel: tijdens de onderwijsgroepen luister je naar de verschillende uitgangspunten en leer de verschillende benaderingen voor dezelfde problemen.

Eigenlijk ziet Pablo Maastricht als een soort speeltuin waarin je, als je echt iets wilt doen en je bereid bent om hiervoor een inspanning te leveren, kunt bereiken wat je wilt. In zijn vrije tijd organiseert Pablo 'Shake-Awakes' met de InnBetween: de dag beginnen met een dans.

Rugile's Extra Miles

Rugile beschouwt de start van haar studie aan de UM als het begin van een nieuw hoofdstuk in haar leven. Een hoofdstuk waarin ze, behalve dat ze aan haar studie is begonnen, als mens is gegroeid en waarin Maastricht haar nieuwe thuis is geworden.

Dat UM-studenten, als onderdeel van het Probleemgestuurd Onderwijs in kleine groepen werken en dat de universiteit studenten veel internationale kansen biedt, waren voor haar de belangrijkste redenen om voor de UM te kiezen.

In haar vrije tijd werkt ze als UM Student Ambassador en is ze studentvertegenwoordiger in de faculteitsraad. Daarnaast is Rugile - en dat is iets wat haar heel blij maakt - lid van de studententoneelvereniging Alles is Drama.

Louisa's Extra Miles

Toen Louisa naar Maastricht kwam, viel haar meteen op dat er bijna geen barrière is tussen de student en de leraar: tijdens een PBL-sessie is iedereen min of meer van hetzelfde niveau.

Ze vindt het leuk om gelijkgestemde mensen te vinden en te praten over dingen die ze altijd al wilde weten.

Louisa is nieuwsgierig. Ze zoekt niet alleen altijd de grenzen op en maar ook naar manieren om díe dingen die ze leuk vindt aan elkaar te koppelen voor een zinvol leven. Een ding dat de meeste impact had tijdens haar opleiding geneeskunde, is dat ze naar Tanzania kon gaan.  Daar werken als een medische student breidde haar horizon uit op een niveau dat ze nooit eerder had gedacht.