Noodzaak is de moeder van de uitvinding
Teun Dekker, Europa’s eerste hoogleraar Liberal Arts and Sciences, is volledig uitgerust met thee, whisky en UM’s arsenaal aan software voor online onderwijs – en een tintelend gevoel van opwinding over al die innovatie die de crisis gaat opleveren. De gebouwen van de Universiteit Maastricht mogen dan gesloten zijn, maar het onderwijs gaat op volle kracht door en ontwikkelt zich sneller dan ooit tevoren.
Het zonlicht dat door de ramen naar binnen stroomt wordt met tussenpozen zichtbaar gemaakt door de damp die van een kop Darjeeling-thee afslaat. Vanuit zijn veilige appartement klinkt Teun Dekker niet als een man die door grote spanningen geplaagd wordt. Hij klinkt eigenlijk zelfs behoorlijk opgewekt. Net als iedereen bij de UM en in de hele wereld daaromheen, moet hij zich aanpassen aan de noodmaatregelen rond de uitbraak van COVID-19. Dat betekent dat hij met al zijn onderwijsactiviteiten online is gegaan.
Hij is een bevlogen leraar die er geen been in ziet om te improviseren, en die de nieuwe situatie volledig omarmt. “Dit biedt fantastische mogelijkheden om te innoveren!” Heeft hij ruime ervaring met online onderwijs geven? “Nee, tot donderdag heb ik nog nooit een van die tools gebruikt,” zegt hij lachend, “maar ze zijn er al wel een tijdje. Universiteiten hebben in software geïnvesteerd en de UM heeft ons goed voorgelicht over de mogelijkheden.”
Stormachtige dagen van innoveren en improviseren
Hij denkt dat het grootste obstakel voor online onderwijs geen kwestie van technische mogelijkheden is, maar van mentaliteit. “Mensen zijn gewend om de dingen op een bepaalde manier te doen.” Hoewel de UM de innovatie omarmt, vergelijkt Dekker universiteiten toch met olietankers – er gaat heel wat planning vooraf aan kleine koerswijzigingen. “Maar we worden nu gedwongen om snel te handelen en ik heb een tintelend gevoel van opwinding over onze besluitvaardigheid.”
Dekker vertrouwt erop dat de UM-community dit gaat klaarspelen. Hij heeft in ieder geval zijn mouwen opgestroopt: hij neemt zijn video-colleges (ondertussen van zijn whisky nippend) en introducties voor onderwijsgroepen op; die laatste heeft hij opgedeeld in groepjes van zes studenten, om de online discussies soepeler te laten verlopen. “Je kunt blijkbaar ook videochatten via Blackboard – ik had echt geen idee…” Om flexibeler te kunnen plannen, zet hij ook online discussiegroepen op, die hij zelf modereert.
Aanpassen en verbeteren
Geschreven discussies hebben verrassende voordelen: “Je ziet hoe verlegen studenten nu weloverwogen bijdragen leveren. Sommigen mensen hebben zo veel tijd nodig om over hun antwoord na te denken, dat het gesprek alweer verder is op het moment dat ze daarmee klaar zijn.” De manier van omgaan met elkaar verandert natuurlijk – en niet alleen op een negatieve manier. “Een online bijeenkomst dwingt je om goed te luisteren. Want als je iemand onderbreekt en de stream wordt tijdelijk onderbroken, dan verstoort dat het gesprek.”
Verder is het een kwestie van telkens bijstellen. “Als ik videocolleges geef, is de standaardinstelling dat je jezelf in real time ziet. Daar raakte ik heel gedesoriënteerd van, dus dat heb ik uitgezet. Je krijgt ook geen feedback, dus je kunt niet zeker weten of het allemaal wel overkomt en je moet een beetje voorzichtig zijn met humor,” lacht hij. “Maar het is ook weer niet zo dat alles nu anders is: studenten reageren nog steeds op gepassioneerdheid, op het gevoel dat ze serieus worden genomen, en op het leren van nieuwe dingen.”
Bij University College Maastricht draait het allemaal om de community van de bewoners, face-to-face interactie en kleine onderwijsgroepen. Dit alles ondervindt negatieve effecten van de crisis. “Ik neem colleges op, we hebben discussies en onderwijsgroepen, het examen zou sowieso een schrijfopdracht zijn, et cetera. Dus voor mijn vak gaat het eigenlijk allemaal wel goed.” Dekker is een beetje bezorgd over de komende periode, vooral als het gaat over het communitygevoel onder de studenten. “Informeel leren is essentieel. Studenten leren eigenlijk het meest wanneer ze over de colleges praten met een kop koffie erbij, of iets dergelijks, dus dat wordt nog een uitdaging.”
De crisis als prikkel en leermoment
Zou de nieuwe opzet of de omstandigheden die dat nodig maken misschien zelfs kunnen bijdragen aan het illustreren van sommige leerdoelen? “Ik kan me voorstellen dat het een buitenkansje is voor mijn collega’s van Science and Technology Studies,” zegt Dekker. “Voor ons is het zeker relevant, omdat je kunt nadenken over hoe er in verschillende staatsvormen gereageerd kan worden op zo’n crisis. Hoe effectief kan een moderne democratie zijn? China heeft voor ons veel tijdwinst geboekt, omdat zij heel besluitvaardig optraden. Maar hoeveel van onze vrijheid zouden wij daarvoor willen opofferen? Daar zullen zeker examenvragen over komen.”
De antwoorden liggen niet voor de hand. Dekker en zijn studenten zullen ampele mogelijkheden hebben om na te denken over de grote maatschappelijke en morele issues van het huidige tijdsgewricht, zonder dat ze daarvoor al te ver van het nieuws hoeven af te dwalen. “Maar het doet je vooral beseffen hoe goed we het hadden, en hoe fijn het is om face-to-face met elkaar te kunnen praten.”
Dekker heeft niet alleen duidelijk veel plezier in het experimenteren met alle tools waar de UM over beschikt, hij geniet ook van het gevoel van solidariteit die deze crisis heeft teweeggebracht. “Ik heb contact met mijn studenten, ik wissel ideeën uit met collega’s… Het laat echt zien dat de universiteit niet belichaamd wordt door de gebouwen, maar door de intermenselijke relaties.”
Lees ook
-
Sinds de middelbare school weet geneeskundestudent Julia Schepers dat ze dyslexie heeft. Toen ze 3 jaar geleden kwam studeren aan de UM, stapte ze al snel naar Disability Support om ondersteuning te vragen voor haar dyslexie.
-
Studeren is voor psychologiestudent Estella Jardi Roca anders dan voor de meeste studenten. Door chronische ziektes moet ze regelmatig colleges missen vanwege ziekenhuisbezoeken en heeft ze meer rust nodig dan haar leeftijdsgenoten.
-
Bewegende oranje stippen op een gele achtergrond zijn het eerste teken dat er iets bijzonders gebeurt in de wereldwijd beroemde kalksteengroeve in de Maastrichtse Sint-Pietersberg. Dichterbij zie je dat het om mensen gaat gekleed in oranje hesjes. Het zijn studenten van het Maastricht Science Programme en hun begeleiders.