Trefwoorden: osteoporotische fracturen, glucocorticoïden, reumatoïde artritis, observationeel onderzoek

"Osteoporotic Fractures: Relation to Mortality, Medication Use, and Rheumatoid Arthritis"

In dit proefschrift is onderzoek gedaan naar osteoporotische fracturen zowel in de algemene bevolking als onder de patiënten met reumatoïde artritis. Het proefschrift toont aan dat er een recente dalende trend was in osteoporotische fracturen in Denemarken. Op basis van deze bevindingen hebben orale bisfosfonaten geen gunstig effect op de vermindering van het aantal sterfgevallen bij patiënten met een osteoporotische breuk. Het onderzoek bestudeerde ook verschillende blootstellingspatronen van orale glucocorticoïden in de algemene bevolking en ontdekte dat een drempel van 1 g prednisolonequivalent, als kenmerk van langdurige glucocorticoïdtherapie, een verhoogd risico op heup- en wervelfracturen inluidt bij degenen die hoge dagelijkse doses glucocorticoïden gebruiken. Gezien het wijdverbreide gebruik van protonpompremmers (maagzuurremmers), vooral bij ouderen, evalueerde hij gelijktijdig gebruik van orale glucocorticoïden en protonpompremmers bij patiënten met reumatoïde artritis en meldde een verhoogd risico op osteoporotische fracturen hiermee. Volgens dit proefschrift geeft orale glucocorticoïdtherapie met lage doses een 59% verhoogd risico op wervelfracturen bij patiënten met reumatoïde artritis, maar geen verhoogd risico op niet-vertebrale osteoporotische fracturen. En tenslotte toonde dit onderzoek aan dat het gebruik van biologische ziektemodificerende antireumatische geneesmiddelen, als hoeksteen van de farmacotherapie voor reumatoïde artritis, geen onafhankelijk gunstig effect heeft op het verminderen van osteoporotische fracturen bij patiënten met reumatoïde artritis.

Klik hier voor de live stream.