Op de bres voor cultureel erfgoed in oorlogsgebied

Students going the extra mile
6 juni 2017

‘The destruction of cultural property by the Islamic State in Mosul and Palmyra: is International Law the answer?’ luidt de titel van de bachelorscriptie van Alessandra Silva. Tijdens de Diesviering afgelopen februari ontving de 23-jarige Italiaanse voor haar thesis, als een van zeventien winnaars, de studentenprijs voor beste bachelorscriptie van 2016. Daarmee sloot ze succesvol – en cum laude – haar bachelor European Law School af aan UM’s rechtenfaculteit. “Om heel eerlijk te zijn wist ik niet dat er prijzen voor studenten bestaan, dus ik was erg verrast toen ik hoorde dat mijn scriptie beloond werd door de universiteit. Het was een grote eer.”
 

Alessandra richtte zich in haar scriptie in het bijzonder op de vernietiging door Islamitische Staat (IS) van erfgoed in de steden Mosul (Irak) en Palmyra (Syrië), bekend om de vele eeuwenoude bouwwerken en Romeinse ruïnes. “We horen en lezen dagelijks over de gruweldaden van IS en weten dat het verkeerd is, natuurlijk in de eerste plaats op het gebied van mensenrechten, maar ook als je kijkt naar de gevolgen voor cultureel erfgoed. Ik was benieuwd waarom ‘wij’, de internationale gemeenschap, niets doen om het te stoppen.”

Praktische beperkingen

Ze liet geen enkele mogelijkheid onbenut en analyseerde alle relevante instrumenten binnen het internationaal recht, waaronder het oorlogsrecht, met de Haagse en Geneefse conventies. Maar ze keek ook naar de legaliteit van het gebruik van geweld in internationaal recht, en niet-bindende rechtsinstrumenten zoals de UNESCO-verklaring voor de vernietiging van cultureel erfgoed, en onderzocht of ze bruikbaar zijn in het verantwoordelijk stellen van IS-militanten voor hun daden. “Hoewel er praktische beperkingen zijn – ik kan me niet voorstellen dat een IS-strijder zal zeggen: ‘ik heb iets vernietigd, arresteer me maar’-, kwam ik erachter dat de kern van het probleem niet ligt in het ontbreken van wetgeving, maar in de onbereidheid van staten om een deel van hun soevereiniteit over te dragen aan internationale instituties, en de wetgeving daadwerkelijk toe te passen.”

Frustrerende uitkomst

Als rechtenstudent vindt Alessandra deze uitkomst erg frustrerend: “We hebben geen nieuwe wetgeving nodig, wat je in eerste instantie misschien zou denken. Er zijn genoeg perfecte instrumenten voorhanden die staten kunnen gebruiken om erfgoed te beschermen, maar dat simpelweg niet doen, vanwege allerlei politieke en economische belangen. Het probleem is niet de rechtspraak, maar de politiek.” Ze vindt ook dat het belang van cultureel erfgoed vaak niet genoeg wordt onderschreven. “Natuurlijk, in een oorlogssituatie zijn er dringendere prioriteiten, maar ik vind dat de bescherming van cultureel erfgoed meer aandacht moet krijgen. Erfgoed bevat de ziel van een land, een bevolking, die we moeten koesteren. Zonder de geschiedenis vergeten we wie we zijn en kunnen we ons als mensheid ook niet blijven verbeteren.”

Kennismaking met Islam

In haar scriptie kwamen drie van haar grote interesses bij elkaar: recht, kunst en de Islam. “Ik werd aangenomen voor het MaRBle-excellentieprogramma –een programma dat ik iedereen zou aanraden, vanwege de zeer goede begeleiding die je krijgt - voor het project Art and Law, dat in februari 2016 van start ging. Mijn scriptie maakte hier deel van uit, dus ik wist dat de thema’s kunst en recht zouden zijn.” Tijdens haar middelbare schooltijd bracht ze een jaar door bij een moslimfamilie in India voor een uitwisselingsproject, waaraan ze mee mocht doen vanwege haar uitstekende studieresultaten. “Ik heb de Islam toen van dichtbij meegemaakt en weet dat er niets klopt van de claims van IS-soldaten, die beweren de regels van de profeet Mohammed te volgen. Ook is de Islamofobie die we in Europa en de rest van de wereld zien totaal niet gerechtvaardigd of gegrond, want het heeft geen enkele logische connectie met waar de Islam voor staat.”

Alessandra, op dit moment bezig met haar master International Laws, vond het belangrijk om over iets te schrijven dat haar echt interesseert en wilde tegelijkertijd iets positiefs bijdragen aan de samenleving.” Dat gevoel heb ik al sinds ik heel klein was. Ik wil helpen dingen te verbeteren. Ik heb niet de illusie dat mijn onderzoek gelezen zal worden door een hoge pief van een regering, maar als het al gelezen wordt door een docent, een andere academicus, of iemand die er iets aan kan hebben, ben ik al blij.” Ze vermoedt dat ze mede hierdoor de studentenprijs heeft gewonnen: “Ik geloofde elk woord dat ik schreef en was er echt gepassioneerd over.”

Rechter

Wat de toekomst haar gaat brengen? Als het aan haar grootvader zou liggen, wordt ze rechter; iets dat hij haar op vierjarige leeftijd deed beloven. Maar de academische wereld lonkt: “Ik ben altijd heel nieuwsgierig geweest en heb een enorme honger naar kennis en leren. Ik zei vroeger: als ik rijk zou zijn, zou ik mijn tijd alleen maar besteden aan studeren: psychologie, scheikunde, letterkunde. Op een gegeven moment kwam ik erachter dat er iets bestaat wat in de buurt komt; onderzoek doen en daar betaald voor krijgen.” Ze zou het dan ook niet erg vinden om, na eerst wat praktijkervaring op te doen, uiteindelijk terug te keren naar Maastricht om te promoveren. “Er heerst hier een unieke sfeer: het is een kleine wereld, een ideale stad voor studenten, ik heb hier vrienden uit verschillende landen, ik ben nooit alleen en docenten kennen je bij naam. Dat vind je niet gauw ergens anders terug. Het is echt een omgeving waarin ik graag zou werken.” Wat haar grootvader daarvan vindt? “Ik ben de tweede persoon in de familie van mijn vaders kant die is gaan studeren, dus hij is vooral ontzettend trots!”

Dunja Bajic