Focus op functionaliteit in borstreconstructies
Bij de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences streven studenten en staf ernaar om een verschil te maken. Zo onderzoekt Mark de behandeling van Parkinson en tinnitus en werkt Carlos aan het bioprinten van niermodellen. In ‘Nice to meet you’ stellen deze mensen zich voor en vertellen ze over hun werk bij FHML.
Stefania is als plastisch chirurg werkzaam bij het Research Institute for Oncology and Reproduction (GROW) binnen Maastricht UMC+, waar ze zich richt op microchirurgie. In haar onderzoek en werk heeft ze vooral aandacht voor de functionaliteit van hoofdhals- en borstreconstructies. Ze kijkt hierbij hoe de reconstructie voor de patiënt zo normaal mogelijk kan aanvoelen en een positieve invloed heeft op diens kwaliteit van leven. “Tegenwoordig wordt in onze maatschappij ‘normaal’ te vaak geassocieerd met ‘esthetisch perfect’.”
Stefania komt uit Italië en heeft daar altijd gewoond. “Mijn vader was Nederlands”, vertelt ze. “Tijdens het laatste jaar van mijn opleiding tot plastisch chirurg ben ik naar Nederland gekomen, omdat hier al een bekend centrum was voor microchirurgie. Het was de bedoeling dat ik één jaar bleef, maar uiteindelijk ben ik niet meer weggegaan. Sinds 2007 maak ik deel uit van de staf. Mijn aandachtsgebied is microchirurgie: het transplanteren van weefsel met bloedvaten en zenuwen. Ik focus met name op functionele hoofdhals- en borstreconstructies, daar zijn ook mijn onderzoekslijnen op gebaseerd.”
Fantoompijn
Voor borstreconstructies met eigen weefsel heeft Stefania nieuwe technieken ontwikkeld. “Zo kunnen wij niet alleen weefsel van de buik transplanteren, maar ook van andere plekken, zoals de bil of de flank”, zegt ze. “Ook kan ons team wat gevoeligheid terugbrengen in het transplantaat, daar zijn wij in gespecialiseerd. Patiënten komen uit andere klinieken en andere landen bij ons om dat te krijgen. Op onderzoeksniveau kijken we met een MRI-scanner naar wat er in de hersenen gebeurt wanneer een patiënt eerst een borst verliest en daarna weer gevoel in de reconstructie terugkrijgt. Fantoompijn in een arm is een redelijk bekend concept, maar bij een borst wordt daar nog te weinig aan gedacht. Toch is dat net zo goed een lichaamsdeel als een arm.”
Functionaliteit
Bij borstreconstructies wordt volgens Stefania te vaak alleen gekeken naar esthetiek en niet naar functionaliteit. “In onze reconstructies nemen we de kwaliteit van leven van de patiënt heel nadrukkelijk mee”, zegt ze. “Tegenwoordig kan je gelukkig van borstkanker genezen. Dan wil je teruggaan naar je eigen leven. Dat kan alleen als je niet steeds herinnerd wordt aan wat er gebeurd is. Als je dan op die plek voelt dat iets niet klopt, blijf je daaraan denken. Je staat er bijvoorbeeld niet bewust bij stil dat je twee handen hebt. Als er een wond op je hand zit en je moet er van alles mee doen, word je continu geconfronteerd met die pijn. Dat is niet positief voor jouw kwaliteit van leven. Dat geldt ook voor een borst: je kan er een maken die altijd aanwezig en vervelend is, of een waar je de hele dag niet aan hoeft te denken. Wij kijken dus hoe we daar zo dicht mogelijk bij komen. Dat onderscheidt ons van andere klinieken.”
Perfectie
Functionaliteit is volgens Stefania erg belangrijk. “Zo kan je voor een vrouw een borst creëren die bij haar past en voor haar normaal aanvoelt. Tegenwoordig wordt in onze maatschappij ‘normaal’ te vaak geassocieerd met ‘esthetisch perfect’. Daar ben ik tegen. Uiteraard zijn er ook vrouwen die esthetische perfectie willen, maar dat is ook heel subjectief. Voor een patiënt kan een hangende borst ook perfect zijn, als dat dichtbij haar eigen borst komt. Die nadruk op esthetiek zit wereldwijd een beetje in de cultuur. Niemand wil ouder worden en iedereen wil er perfect uitzien. Patiënten met borstkanker zeggen juist dat ouder worden een eer is. Niet iedereen krijgt namelijk die kans, helaas. Gelukkig worden tegenwoordig veel mensen met borstkanker ook oud, omdat ze ervan genezen.”
Waardering
Stefania houdt enorm van de techniek achter microchirurgie. “Ik geniet echt van opereren”, zegt ze. “Ook vind ik het menselijke aspect heel fijn, ik heb graag een band met mijn patiënten. Je volgt ze voor een hele tijd, soms een paar jaar, en kan ze steunen, helpen en uiteindelijk iets voor ze maken. Daar krijg je dan veel waardering voor terug, omdat je heel veel doet voor hun kwaliteit van leven. Daarom heb ik me in dit vakgebied gespecialiseerd. Als ik opnieuw moest kiezen, zou ik precies hetzelfde doen.”
Meer weten over Stefania’s werk en onderzoek? Op vrijdag 31 januari spreekt zij over borstreconstructies op de Informatiedag ‘Erfelijke kanker heb je niet alleen’.
Tekst: Joëlle van Wissen
Foto: Maastricht UMC+
Lees ook
-
Ron van Golde werkt samen met onderzoekers om de IVF-zorg te verbeteren. Hij kijkt hierbij vooral naar hoe embryo's zich innestelen in de baarmoeder.
-
Ingrid Dijkgraaf (CARIM) vertelt over teken en hoe de stoffen die zij maken nuttig kunnen zijn bij onderzoek naar hart- en vaatziekten.
-
Bij NUTRIM onderzoekt John Penders de rol van darmbacteriën bij ziektes. Het darmmicrobioom kan dienen als sleutel tot een betere gezondheid.