Ontwikkeling van SP, EF en Zelfregulatie

Niemand wordt geboren met goed ontwikkelde denkfuncties, zoals SP, EF of zelfregulatie. Je wordt geboren met het potentieel om deze verschillende denkfuncties te ontwikkelen via oefening en betekenisvolle (sociale) interacties.

De ontwikkeling van SP en bepaalde EFs, zoals inhibitie, start in de vroege kindertijd. Deze functies vormen de basis voor andere EFs en zelfregulatie, die pas later beginnen te ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen inplannen van je agenda. Daarvan verwachten we dat jonge kinderen dit niet kunnen.

In het algemeen geldt dat de cognitieve functies hier genoemd niet uitontwikkeld zijn totdat iemand ca. 25-34 jaar oud is – het moment waarop onze hersenen uitontwikkeld zijn.

Onderzoek naar ontwikkeling

De Universiteit Maastricht en de Open Universiteit Heerlen besteden veel tijd aan het in kaart brengt hoe kinderen zich ontwikkelen qua denkfuncties. Twee voorbeelden hiervan vind je hier: voorbeeld 1 – voorbeeld 2.

We willen hierbij graag 3 opmerkingen maken: Soms kan gedrag van een kind overkomen als ‘lui’ of ‘opstandig’, terwijl het kind in feite aan het ‘vechten’ is met de eisen die worden gesteld aan zijn SP, EFs en/of zelfregulatie. Misschien vragen we dan te veel van het kind?

Voorbeeld 1: Onderzoek naar tijdsperceptie

Voorbeeld 2: Onderzoek naar lezen

In deze studie onderzochten we de ontwikkeling van leesvaardigheid bij kinderen van 6-12 jaar en bij volwassenen. Er is onderzocht of het visueel veranderen van de letters het lezen van woorden en niet-bestaande, onzinwoorden beïnvloedt en of deze visuele verandering dezelfde effecten heeft op personen van verschillende leeftijden. Bij iedereen werden een aantal verschillende leestaken afgenomen, waaronder: (1) een leestaak waarbij ze gevraagd werden bestaande woorden te lezen, (2) een leestaak waarbij ze onzinwoorden lazen en (3) een leestaak waarbij deelnemers woorden moesten lezen (gelijk aan taak 1 en 2) die gespiegeld werden getoond. Uit dit onderzoek is gebleken dat leeftijd een effect heeft op de leesvaardigheden van individuen met betrekking tot de vier leestaken. Hoe ouder de kinderen, hoe sneller ze lazen. Het lezen van zowel bestaande als onzinwoorden bleek zich parallel te ontwikkelen, waarbij de prestaties verbeterden met de leeftijd en zich ontwikkelden tot aan de volwassenheid. Voor de gespiegelde leestaak leek er een plafondeffect te ontstaan rond groep 8/zesde leerjaar (kinderen tussen ca. 11 en 12 jaar oud), waarbij kinderen na groep 8/zesde leerjaar zich niet meer lijken te ontwikkelen in het lezen van gespiegelde woorden en niet meer verschilden van de volwassenen.

Taalvaardigheden

Taalvaardigheden spelen een zeer belangrijke rol bij de ontwikkeling van SP, EF en zelfregulatie. De ontwikkeling van taalvaardigheden maakt een grote sprong in de eerste 18-36 maanden na de geboorte, Taal helpt mensen gedachten of acties te identificeren en plannen te maken. Het helpt ook de steeds complexer wordende regels voor gedrag of het spelen van spelletjes te begrijpen en te volgen. Als je als volwassene een moeilijk probleem moet oplossen, zullen vele van ons hardop beginnen te praten.

Taalvaardigheden is maar een voorbeeld van een belangrijke cognitieve functie. Een mooie metafoor die we elders gehoord hebben en graag met je willen delen is dat EFs vaker als de dirigent worden beschreven, maar voor het bereiden van een lekkere maaltijd (dat is een goede uitkomst) je niet alleen een recept nodig hebt (dat zijn de EFs) maar ook de ingredienten (dat zouden de andere cognitieve functies zijn).

Lees verder over Verschillende kinderen, verschillende ontwikkeling