MCICM projekten

In de 21e eeuw staan ​​symfonische muziekinstellingen voor uitdagingen die hun traditionele werkwijze op de proef stellen. Hoewel symfonische muziek breed toegankelijk is, heeft het zijn eerdere positie als dominante muziekcultuur verloren. Het aantal bezoekers neemt af. Het publiek vergrijst. Door bezuinigingen is overheidsfinanciering niet langer gegarandeerd. Terwijl symfonische muziek tot de jaren zestig een vitaal element was in het culturele landschap, is ze sindsdien een museumkunst geworden. In een 'belevingsmaatschappij' is de maatschappelijke waarde van klassieke orkestmuziek ingrijpend veranderd. De identificatie met een hoge cultuur wordt bijvoorbeeld niet langer gewaardeerd. In dit project wordt de wereld van het symfonieorkest bestudeerd als een casus in wetenschappelijk en artistiek onderzoek naar culturele reproductie in de 21e eeuw. Het project vertrekt vanuit de opvatting dat innovatie van de symfonische muziekpraktijk onmogelijk is zonder ook de kwaliteit van de publieksparticipatie in deze praktijk te verbeteren.
Artful Participation combineert strategisch onderzoek naar redenen voor de afnemende interesse in symfonische muziek met artistiek onderzoek om deze praktijk op een artistiek relevante manier te vernieuwen. Dit artistieke onderzoek vindt plaats in experimenten met nieuwe vormen van publieksparticipatie. In de huidige symfonische praktijk is het publiek eerst en vooral luisteraar, consument of amateur. Het Artful Particpation-project zal experimenteren met de nieuwe rollen van maker, burger en expert, waardoor het publiek actief wordt betrokken bij het programmeren, maken en beoordelen van symfonische muziek. De reflectie op deze experimenten zal resulteren in een leermodel dat zal helpen bij het innoveren van de klassieke muziekpraktijk.

Artful Participation: Doing Artistic Research with Symphonic Music Audiences

Het onderzoeksproject 'Artful Participation: Doing Artistic Research with Symphonic Music Audiences' is gefinancierd door NWO / SIA.

Projectleiders:
Prof. dr. Peter Peters (Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen) en dr. Ruth Benschop (Lectoraat Autonomie en Openbaarheid in de Kunsten)

Partners:

  • Hogeschool Zuyd / Lectoraat Autonomie en Openbaarheid in de Kunsten / Conservatorium Maastricht
  • philharmonie zuidnederland

 Artful Participation website

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Het luistert nauw: Vernieuwing van participatie in symfonische muziek
In het Nederlandse discours over symfonieorkesten zijn problemen prominent aanwezig: het aantal bezoekers neemt langzaam af, het publiek dat er is wordt als passief gezien en de maatschappelijke relevantie van symfonische muziek wordt in twijfel getrokken. Vaak wordt een gebrek aan ‘participatie’ aangewezen als oorzaak van die problemen. Als reactie hierop, en op de daaraan gerelateerde beleidsmaatregelen en bezuinigingen, zoeken orkesten vandaag de dag naar manieren om hun traditionele concerten te innoveren. Ze zijn begonnen te experimenteren met hoe hun publiek (maar in toenemende mate ook hun musici) deelneemt aan concerten. Luisteraars worden uitgenodigd rond te lopen, te zitten of liggen tussen het orkest, apps te gebruiken tijdens het concert of krijgen de mogelijkheid bij te dragen aan de programmering.
Het is dit fenomeen dat ik onderzoek in mijn promotieonderzoek. In plaats van de problemen voor lief te nemen en orkesten te vergezellen in hun zoektocht naar oplossingen in de vorm van concertformats, onderzoek ik etnografisch hoe vier Nederlandse symfonieorkesten participatie innoveren in hun dagelijkse praktijken. Door nauwgezet hun alledaagse bezigheden te volgen breng ik in kaart hoe participatie varieert tussen spelers en activiteiten, hoe de materialiteit van symfonische muziek mogelijkheden voor participatie beïnvloed en hoe nieuwe waardes ontstaan in het vernieuwen van hun praktijken. Theoretisch maak ik gebruik van wetenschaps- en techniekstudies en cultuurwetenschappen om zowel de sociaal-materiële contexten als de esthetische ervaringen die centraal staan in de symfonische muziek te kunnen analyseren. Dit onderzoek zal ter discussie stellen wat expertise, kwaliteit en organisatorische en esthetische criteria zijn en betekenen in een vernieuwde orkestpraktijk. Uiteindelijk zal het leiden tot een dieper begrip van het werk dat nodig is om participatie te vernieuwen als symfonieorkest.

Dit project maakt deel uit van het door NWO/SIA project 'Artful Participation: Doing Artistic Research with Symphonic Music Audiences' (projectnummer: 314-99-204), een samenwerking tussen de Universiteit Maastricht, Hogeschool Zuyd en philharmonie zuidnederland.

Promovenda: Veerle Spronck, MSc.
Promotoren: Prof. dr. Peter Peters & Dr. Ruth Benschop

 Thesis:  Listen closely: Innovating audience participation in symphonic music

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Observeren en interveniëren: hoe doe je experimenten met klassieke muziek? 
Hoe kunnen we leren door middel van interveniërende experimenten in de praktijk? Dit postdoc project bouwt aan de theoretische context van de experimenten binnen Artful Participation. De experimenten die ontwikkeld worden in dit project, vormen niet alleen innovatieve, participatieve interventies in de klassieke muziekpraktijk, maar zijn ook de empirische basis om na te denken over wat het betekent voor academische onderzoekers en muziekprofessionals om samen experimenten te doen die kunnen gelden als een vorm van onderzoek-doen.
Dit project onderzoekt daartoe de manieren waarop het doen van experimenten functioneert buiten de academische wereld, in de context van de symfonische muziekpraktijk. Belangrijk uitgangspunt is het verhogen van de reflexiviteit en gevoeligheid van alle betrokken partners voor er wat precies gebeurt in de praktijk van experimenteren. Dat doen we door ons te baseren op de reflexieve houding die kenmerkend is voor etnografie (Benschop, 2015; Ingold, 2013), en op recente inzichten uit wetenschaps- en techniekonderzoek over ‘experimenteren in het wild’ (Callon & Rabeharisoa, 2003; Mann et.al., 2011; Marres, Gugenheim & Wilkie, 2019). Doel is om gezamenlijk te leren van de klassieke muziekpraktijken waarin de onderzoekers zich begeven – een leren dat zowel relevant is voor de betrokken partners, als voor de onderzoekers zelf.

Dit postdoc-onderzoek maakt deel uit van het door NWO en SIA efinancierde project 'Artful Participation: Doing Artistic Research with Symphonic Music Audiences' onder leiding van Peter Peters (Universiteit Maastricht) en Ruth Benschop (Hogeschool Zuyd) in samenwerking met philharmonie zuidnederland (projectnummer : 314-99-204).

Projectleider:
Dr. Ties van de Werff (Faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen)

Partners:

  • Hogeschool Zuyd / Lectoraat Autonomie en Openbaarheid van de Kunsten / Conservatorium Maastricht
  • philharmonie zuidnederland

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Tegen het onveranderlijke: een Museumstudies benadering van het uitvoeren van de symfonische canon 
Het repertoire dat orkesten tegenwoordig uitvoeren in concertzalen over de hele wereld wordt nog steeds grotendeels bepaald door wat gewoonlijk wordt aangeduid als de canon van symfonische muziek. De canon omvat een breed scala aan muziekwerken die cruciaal of iconisch worden geacht voor het erfgoed van de westerse kunstmuziek. Tegelijkertijd is deze canon een sociale constructie, het resultaat van onderling verweven opvattingen en gewoontes ten aanzien van het muzikal werk. Deze praktijken conserveren: de muziek van de canon is diep ingebed in de praktische gang van zaken bij hedendaagse orkesten, in concertzalen en op conservatoria.
Geïnspireerd door het wetenschaps- en techniekonderzoek (STS), onderzoek ik de rol die materiële muzikale artefacten spelen in de vorming van artistiek erfgoed, hoe dit erfgoed in de praktijk wordt uitgevoerd en hoe het op zinvolle wijze in de toekomst kan worden gebracht. In het bijzonder zal ik onderzoeken hoe de ‘hardheid’ van de symfonische canon in de laatste decennia tot stand kwam door onderzoek te doen naar drie heel verschillende  muzikale artefacten: programmatoelichtingen, de cello en streaming-apps voor klassieke muziek. Mijn interdisciplinaire onderzoeksbenadering, waarin ik concepten uit de Museumstudies leen, helpt me om te onderzoeken hoe de spanning tussen het 'conserveren' en 'ontsluiten' van artistiek erfgoed zowel theoretisch als praktisch kan worden geanalyseerd in een zeer professionele en traditionele gemeenschap van actoren. Door eerst te begrijpen hoe ‘hardheid’ werkt, streef ik ernaar om kleinschalige interventies in de symfonische canon te ontwikkelen. Deze  workshop-experimenten houden rekening met de waarden van de uitvoerders. Dit is relevant omdat veel orkesten worstelen met de vraag hoe ze de werken van de symfonische canon op vernieuwende manieren kunnen uitvoeren en presenteren, terwijl ze tegelijkertijd hun verantwoordelijkheid nemen om ze te behouden.

Project-PhD: Denise Petzold
Promotoren: Prof. dr. Peter Peters en Prof. dr. Karin Bijsterveld

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De plaats van het orkest: verbreding van participatie door ruimtelijke innovatie 
Deze studie concentreert zich op concertruimtes en onderzoekt de pogingen van orkesten om nieuw publiek te bereiken in de context van een veranderende klassieke muzieksector. De concertzaal, die al zo lang een belangrijke locatie is in de klassieke muziekervaring, wordt daarbij tegenwoordig vaak gezien als een obstakel. De aspecten die voor een publiek uit voorgaande periodes vanzelfsprekend waren, worden als dominant beschouwd, klassieke luisterrituelen worden als stijf en beperkend gezien. Orkestinstellingen willen hun praktijken innoveren om een breder publiek te bereiken en hun betrokkenheid op de samenleving te vergroten (Ramnarine, 2011), en zij doen dit door de concertzaal 'open te stellen' op manieren die nog niet zijn vastgelegd zijn of geëvolueerd.
Niettemin blijft de traditionele concertzaal een centrale ruimte voor de (re)productie en consumptie van klassieke muziek. Intiatieven om deze ruimtes te vernieuwen worden betwist: terwijl orkesten, beheerders, lokale autoriteiten en architecten proberen uitnodigende en esthetisch aantrekkelijke locaties te creëren, kunnen nieuwe zalen ook prestigieuze projecten worden, waarmee internationale steden zich 'op de kaart' zetten in plaats van lokale aspiraties en kwesties te weerspiegelen. Door etnografisch onderzoek naar de bouw en het gebruik van concertzalen, zowel bestaande als geplande, onderzoek ik de soms conflicterende waarden en betekenis die aan klassieke muziek wordt gegeven.

Ramnarine, Tina K. (2011), ‘The orchestration of civil society: community and conscience in symphony orchestras. Ethnomusicology Forum 20(3), 327–51.

Projectleider: Dr. Neil Smith