Mollen in je woonkamer: augmented reality inzetten bij neurorevalidatie
Nieuwe technologie omarmen en kijken hoe je dit op een nuttige manier gebruikt binnen bewegingswetenschappen: dat is wat Melvyn Roerdink doet. Hij is senior onderzoeker bij de vakgroep Voeding en Bewegingswetenschappen en verbonden aan onderzoeksinstituten NUTRIM en MHeNs. Hier onderzoekt hij hoe je augmented reality-brillen kunt inzetten bij patiënten die revalideren na niet-aangeboren hersenletsel, zoals Parkinson of een beroerte. Melvyn: “Zulke innovaties hebben we nodig om het zorginfarct op te lossen.”
Oorspronkelijk komt Melvyn uit de Achterhoek. Hij studeerde bewegingstechnologie en bewegingswetenschappen en promoveerde in Amsterdam. “Ongeveer een jaar geleden maakte ik de overstap naar FHML”, vertelt Melvyn. “Eén dag werk ik nog bij Vrije Universiteit Amsterdam en één dag bij Strolll, een bedrijf dat betrokken is bij mijn onderzoeksactiviteiten. Inmiddels woon ik in Limburg. Mijn vrouw werkt ook bij FHML, bij het onderwijsinstituut. We kunnen nu dus gezellig samen met de fiets naar ons werk.”
Brillen en mollen
Melvyn richt zich op augmented reality (AR). “Dat is anders dan virtual reality (VR), waarbij je de bril opzet en de echte omgeving niet meer ziet”, zegt hij. “AR werkt ook met een bril, maar je ziet de wereld zoals die echt is en verrijkt deze met digitale content. Wij gebruiken AR voor fysiotherapieoefeningen. Vaak doen mensen die oefeningen niet als de therapeut deze voorschrijft, maar omdat wij ze in een spelvorm gegoten hebben, wordt het juist leuk om ze te doen. Met de bril zien mensen bijvoorbeeld in hun woonkamer mollen uit de grond komen, die ze met een squat terug de grond in moeten duwen. De therapeut schrijft de oefeningen op afstand voor en houdt zo tijd over om patiënten met complexere aandoeningen één op één te begeleiden. Voor mensen met Parkinson en andere progressieve ziektes is het ook heel belangrijk om fysiek actief te blijven. Deze spellen helpen daarbij.”
Loopband met obstakels
Tijdens zijn promotie onderzocht Melvyn hoe mensen beweging afstemmen op auditieve ritmes, bijvoorbeeld door tikken op de maat van een metronoom. “Ik had altijd moeite om aan mijn oma uit te leggen waarom dat nou belangrijk was om te onderzoeken”, zegt hij. “Zelf vond ik het wel van belang om niet alleen kennis te vergaren, maar ook te kijken wat je daar vervolgens praktisch mee kunt. Dat tikonderzoek leidde uiteindelijk tot de allereerste AR-revalidatieloopband. Hiermee kunnen patiënten die een beroerte gehad hebben weer symmetrisch leren lopen. Later voegden we een projector toe waarmee je een virtueel looppatroon of obstakels kon laten zien. En dat is nu wereldwijd een standaard revalidatieproduct. Af en toe kregen we een mailtje van iemand die erop had geoefend en zei dat dat erg hielp. Dat gaf mij veel voldoening. Die maatschappelijke impact en de waarde in de praktijk vind ik heel belangrijk, daar doe ik het voor.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Foto: een augmented reality-mol.
Vastgelijmd
Als senior onderzoeker leidt Melvyn momenteel een team van vier PhD-kandidaten binnen het project NavigAIt, onderdeel van een EIC Accelerator-beurs. “NavigAit is een AR-applicatie die we ontwikkelen als loophulpmiddel voor mensen met Parkinson”, legt hij uit. “Eén op de drie patiënten krijgt te maken met freezing of gait: je wil lopen, maar je voeten voelen aan de grond vastgelijmd. Je kunt de stap niet meer zetten en dat leidt vaak tot vallen. Wij hebben hier AR-cues voor ontwikkeld. Dit zijn bijvoorbeeld balkjes of lijnen die mensen door de AR-bril op de vloer zien. Hier kunnen ze doelgericht de plaatsing van hun voeten op afstemmen, om zo freezing te voorkomen of eraan te ontsnappen.”
Datawetenschap
Met deze cues kan NavigAit ook een veilig looppad uitstippelen. “De applicatie begrijpt de omgeving en de bewegingen van de drager”, legt Melvyn uit. “NavigAit weet dus precies waar de vloer is, maar ook waar obstakels zijn, zoals een drempel of tafel. Dan maakt het met cues een pad dat om de tafel heen loopt, in plaats van erdoorheen. De applicatie houdt ook rekening met de loopsnelheid en staplengte van de drager. Er zit dus heel veel datawetenschap achter, maar we kijken ook echt met patiënten samen hoe zij de cues willen zien en aanzetten.”
Valpreventie
Momenteel onderzoekt Melvyn of AR-oefeningen voor thuis ook gebruikt kunnen worden voor valpreventie bij oudere mensen. “Zo hoef je niet één op één of in een groepje met een fysiotherapeut te werken, maar kun je veel zelfstandig thuis doen”, legt hij uit. “Zulke innovaties hebben we nodig om het zorginfarct op te lossen. We kunnen namelijk niet meer zorg verlenen zoals we dat jarenlang gedaan hebben, omdat er te weinig mensen zijn om die zorg te leveren. Het moet daarom echt met technologie ondersteund worden en meer thuis plaatsvinden. Veel ouderen merken dat ze wankeler worden en willen daar zelf iets aan doen, dus dat is meer preventief dan curatief. Dat is ook een belangrijke transitie waar technologie echt bij kan helpen.”
Meer weten over Melvyns onderzoek? Tijdens het NUTRIM-symposium 'Bits & Bites' op 19 november 2025 spreekt hij over AR en hoe dit nuttig ingezet kan worden in het zorglandschap.
Tekst: Joëlle van Wissen
Lees ook
-
Jolijn: “Overdag studeer ik geneeskunde. ’s Avonds sta ik zingend en dansend op het podium”
Tijdens de opening van het academisch jaar 2025 stond Jolijn van Vugt zingend en dansend op het podium van het Theater aan het Vrijthof. Als artiest om precies te zijn. De 21-jarige geneeskundestudent combineert haar studie namelijk met zingen en dansen op hoog niveau. Ze danst bij de Maastrichtse...
-
UM nadrukkelijker onderdeel van grootschalige wetenschappelijke infrastructuur in Nederland
Elf consortia uit verschillende wetenschappelijke vakgebieden gaan starten met projecten van grote waarde voor de wetenschap. Daartoe stelt de Nederlandse rijksoverheid in totaal 197 miljoen euro beschikbaar. Wetenschappers van de Universiteit Maastricht (UM) zijn bij zeven van de elf projecten nauw...
-
17 miljoen voor Nederlands megacohort: samen bouwen aan gezonder ouder worden
MUMC+ is hoofdaanvrager in het NCC: een unieke onderzoeksinfrastructuur met gegevens van bijna een half miljoen Nederlanders.