Eerste lab voor co-seksonderzoek aan UM

28 mei 2019

‘Sex sells!’ Het mag opgaan voor menige context; in het wetenschappelijk onderzoekdomein valt het helaas nog een beetje tegen. Seksuoloog Marieke Dewitte heeft tal van vragen die ze dolgraag wil onderzoeken in haar unieke sekslab aan de Universiteit Maastricht, maar het vinden van onderzoeksgeld blijkt geen sinecure. Desondanks start nu de eerste studie naar seksuele opwinding bij koppels. “We weten dat de meeste seksuele problemen niet op individueel niveau spelen, maar in een partnerrelatie. Toch wordt er zelden onderzoek gedaan naar die interactie.”

Het begon met Goedele Liekens

Met haar Belgische accent en het gemak waarmee ze over seksualiteit en alles wat erbij komt kijken praat, doet Marieke Dewitte denken aan Goedele Liekens, de Belgische seksuologe die al decennia op de Nederlandse en Vlaamse tv te zien is. Ze blijkt een inspiratiebron voor Dewitte te zijn geweest. “Ik vind het oprecht belangrijk te praten over seks. Dat gebeurt nog te weinig.”

Solitair gedrag kun je niet naar een partnerrelatie vertalen

Een andere belangrijke missie die ze zich heeft gesteld is het onderzoeken van seksualiteit in de context van een relatie. Wetenschappelijk onderzoek naar opwinding gebeurt nog te vaak in een individuele setting. De proefpersoon kijkt naar een beeldscherm waarop porno te zien is en een meetinstrumentje dat in de vagina of rondom de penis geplaatst wordt, meet de fysieke seksuele opwinding. “Dat is solitair seksueel gedrag en kun je dus niet één-op-één vertalen naar een partnerrelatie. Aangezien de meeste seksuele problemen zich niet manifesteren tijdens soloseks maar eerder in interactie met de partner, is het essentieel om beide partners te betrekken in onze lab-studies.”

Seksonderzoek in partners is zeldzaam

Sinds de grondleggers van de seksuologie, Masters en Johnson, in de jaren zestig onderzoek deden in het lab naar fysieke processen tijdens partnerseks is er maar weinig psychofysiologisch onderzoek gedaan naar seksualiteit tussen partners, oftewel in een ‘dyadische context’. In Groningen zijn lichtgewicht atletische stellen wel samen in een scanner onderzocht, maar dat richtte zich vooral op hersenactiviteit. Dewitte wil meer weten over ‘perifere genitale opwindingsresponsen’, oftewel hoe seksuele opwinding tot uiting komt in geslachtsdelen of elders in het lichaam. (tekst gaat verder onder de foto)

Co-sex lab UM
Het co-sexlab in Maastricht, foto: Thom Frijns

In Nederland kan het: het eerste dyadische sekslab ter wereld

Praten over seks zit in veel landen nog in de taboesfeer, maar Dewitte merkt wel dat het klimaat in Nederland vrij vooruitstrevend is. Vooraanstaande seksuologen als Ellen Laan en Jacques van Lankveld bereidden de weg voor; de laatste zelfs enkele jaren aan de UM. “Hier wordt al een jaar of zeven genitale opwinding gemeten en de ethische commissie heeft daardoor minder moeite met het goedkeuren van een onderzoeksopzet dan ik bijvoorbeeld zie in mijn thuisland.” En zo werd in Maastricht het eerste ‘dyadische sekslab’ ter wereld opgezet: een gezellige soort woonkamer met gedimd licht en planten, waar stellen tijdens seksuele stimulatie onderzocht kunnen worden.

Kernvraag: hoe stemmen partners hun seksuele opwinding op elkaar af?

Zoals bij veel psychologiestudies bestaan de proefpersonen grotendeels uit studenten, zo ook in dit geval. “Dat maakt de groep niet representatief voor een doorsnee bevolking, maar je moet ergens beginnen.” De vraag die Dewitte met haar bescheiden onderzoeksgroep als eerste wil beantwoorden is: hoe stemmen partners hun seksuele opwinding op elkaar af? En ervan afgeleid: Hoe lang duurt het in een relatie vooraleer koppels een ‘seksueel evenwicht’ vinden? Bestaat er zoiets als een seksuele klik, of kan dat zich ontwikkelen? In de huidige nieuwe studie - die opgezet is in samenwerking met de Universiteit van Leuven - hebben partners een soort skype-call vanuit aparte ruimtes, waarbij ze zichzelf stimuleren en hun focus afwisselend op zichzelf of op hun partner richten. Hun fysieke en subjectieve opwinding worden gemeten tijdens het gesprek en achteraf gaan ze het audiofragment opnieuw beluisteren om een inschatting te maken van hun eigen en hun partners opwinding. In een vervolgstudie is het ook de bedoeling stellen elkaar fysiek te laten stimuleren.

Waarom onderzoek naar dit alles belangrijk is

Het probleem met dit soort onderzoek is dus niet zozeer het vinden van proefpersonen, maar het vinden van onderzoeksgeld, heeft Dewitte inmiddels gemerkt. “Waarom moeten we dit weten, vragen mensen mij soms. Een seksueel probleem lijkt niet urgent, maar het heeft wel degelijk impact op je gezondheid. Net zoals veel lichamelijke en mentale aandoeningen alsook de medicatie die men ervoor slikt een impact hebben op onze seksbeleving. Seksueel welzijn is essentieel voor onze kwaliteit van leven. Dat maakt onderzoek doen in een dyadische context zo relevant.”

Femke Kools

Lees ook