250.000 euro subsidie voor de Universiteit Maastricht en Avans Hogeschool voor forensisch haaronderzoek

6 juli 2018

Onderzoekers van de Universiteit Maastricht (UM) en Avans Hogeschool ontwikkelen een methode waarmee uit haren een profiel van de persoon van wie de haar afkomstig is, kan worden opgesteld. Deze informatie kan een belangrijke bijdrage leveren aan forensisch onderzoek. Partners in het onderzoek zijn het Nederlands Forensisch Instituut en de Forensische Opsporing, die met de nieuwe methode gaan werken. De kennisinstellingen ontvangen voor het tweejarige SherLOK-project 250.000 euro subsidie van het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA.

'Wie is het?','‘wat is er gebeurd?' en 'wanneer is het gebeurd?': daar draait het om in forensisch onderzoek. Alle informatie die bijdraagt aan het beantwoorden van deze vragen is belangrijk. Vaak vinden forensisch onderzoekers wel sporen op een plaats delict, zoals haren, bloed of speeksel, maar is er geen match met de DNA-databank. Toch is het mogelijk dat haren forensisch onderzoekers in de toekomst leiden naar de persoon van wie de haar afkomstig is – dat kan een dader, slachtoffer of getuige zijn.

Profiel

Haar groeit ongeveer 1 centimeter per maand en bevat sporen van onder meer voeding en het gebruik van alcohol, nicotine, drugs en medicijnen. Uit een haarlok van 10 centimeter, kun je een geschiedenis van tien maanden halen. Op dit moment kan de aanwezigheid van sporen van alcohol, drugs, en nicotine in haren gemeten worden. Doel van het SherLOK-project is om een nieuwe methode te ontwikkelen, waarmee de onderzoekers in één keer een breder palet aan stoffen kunnen meten om inzicht te krijgen in de levensstijl van de eigenaar van de haar. Op basis van die gegevens kunnen ze bijvoorbeeld een profiel opstellen van een dader of een verdachte vrijpleiten.

Samenwerking universiteit, hogeschool en werkveld

In het SherLOK-project werken de UM en Avans Hogeschool en samen met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), Forensische Opsporing, een forensisch arts en specialisten van de Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Leuven.

Een deel van het wetenschappelijke onderzoek wordt uitgevoerd bij de UM, die beschikt over geavanceerde meetapparatuur. Onderzoekers van Avans Hogeschool in Breda brengen de techniek vervolgens dichter naar de praktijk. Zij maken de opsporingmethode toegankelijk voor het NFI en de Forensische Opsporing. Avansstudenten Chemie en Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek participeren in het onderzoek.

Lees ook