Boerenprotesten in Brussel zijn misschien wel de ultieme reclame voor de Europese democratie

Opinie Joris Melman

Het ging er hevig aan toe bij de boerenprotesten die de afgelopen maand door Brussel trokken. Tractoren braken door barricades heen, een standbeeld werd vernield en op verschillende plekken werd brandgesticht. In appgroepen van boeren gingen de fantasieën nog verder, en werden (fictieve) afbeeldingen gedeeld van een afbrandend Europees parlement.

De protesten bleven niet zonder gevolg: de Europese pesticidenwet werd ingetrokken, milieueisen waaraan boeren moeten voldoen om subsidie te krijgen worden versoepeld en ook andere Europese milieu- en natuurmaatregelen zijn verwaterd. Al met al zullen maar weinig mensen bij het lezen over de boerenprotesten gedacht hebben ‘dit is goed nieuws voor de EU.’ En toch zouden de boerenprotesten dat best eens kunnen zijn.

De weg naar Brussel

Al jaren wordt geprobeerd burgers meer bij Europa te betrekken. Om een volwaardige, goed functionerende democratie te zijn, is het immers noodzakelijk dat burgers ook deel zijn van het politieke proces. Overheden zijn al talloze reclamecampagnes gestart (misschien herinnert u zich spotjes als ‘Europa. Best belangrijk’) en de laatste jaren groeit ook het aantal initiatieven waarin burgers zich direct kunnen uitspreken over Europese kwesties. Maar tot een grote belangstelling voor Europa leidden zulke initiatieven vooralsnog niet.

Dat is het lastige met democratie: publieke interesse laat zich moeilijk afdwingen met keurige campagnes. Daarvoor is ook drama nodig. Mensen krijgen pas belangstelling voor wat er in Brussel speelt als ze voelen dat er iets op het spel staat. En als ze doorhebben dat Brussel een plek is waar je veranderingen kan afdwingen. En dat is nou juist wat de boerenprotesten doen. Ze laten zien dat Brussel niet alleen de plek is waar belangrijke beslissingen worden gemaakt, maar ook kunnen worden aangevochten. En dat Europese beslissingen niet in steen gebeitelde dictaten van bovenaf zijn, maar gevoelig zijn voor publieke meningsvorming. In die zin laten de boerenprotesten de weg naar Brussel zien.

Volwaardig Europees debat

Dat betekent niet dat er met de boerenprotesten niets mis is. Met hun gewelddadigheid overschreden ze duidelijk de normen van democratisch protest. Bovendien is het begrijpelijk dat veel mensen teleurgesteld zijn over het gemak waarmee de Europese Commissie belangrijk natuurbeleid laat varen. Het is geen duurzame strategie om beleid waar jaren aan is gewerkt, direct te laten varen zodra er agressief wordt geprotesteerd. En zeker, de protesten hebben ook risico’s voor de EU. Zo zouden ze het idee kunnen aanwakkeren dat groepen die bereid zijn tot gewelddadig protest hun zin kunnen doordrukken. Bovendien kunnen ze ook het idee voeden dat ‘we uit de EU moeten’ – al is dat een onlogisch doel voor een sector die ruim een derde van het EU-budget krijgt en juist regels op Europees niveau nodig heeft om een gelijk speelveld te garanderen.

Protesten zoals die van de boeren leiden daarom niet automatisch tot democratisering van de EU. Toch mogen we hopen dat ze een nuttige functie zullen hebben. Mits in goede banen geleid, kunnen ze namelijk leiden tot een debat waarin we eens voorbij het oppervlakkige ‘pro-EU’ versus ‘anti-EU’ gaan en het eindelijk eens over de inhoudelijke vragen kunnen hebben. Het is daarom essentieel dat de EU nieuwe manieren vindt om ruimte te bieden aan democratische betrokkenheid, in plaats van paniekerig op protest te reageren. De keuzes die onze toekomst bepalen worden in Brussel gemaakt en het publiek moet daar zo breed mogelijk bij betrokken worden – zonder dat een groep zijn wil op kan leggen.

Mocht de EU daarin slagen, dan kan het zijn dat het uitrijden van mest over Brusselse pleinen meer heeft gedaan voor de volwassenwording van de EU dan de zoveelste publiekscampagne waarin wordt gezegd dat Europa ‘best belangrijk’ is.tant”.

Lees ook