Het Gezelschap voor Internationaal Strafrecht (GIS) is de Nederlandse tak van  L’Association Internationale de Droit Pénal (AIDP). Het AIDP is een internationaal onderzoeksplatform op het gebied van strafrecht en adviseur van de Verenigde Naties. De activiteiten van het GIS bestaan voornamelijk uit het vervaardigen van landenrapporten (beschrijvingen van deelgebieden van het Nederlandse strafrecht) en het organiseren van lezingen op het gebied van (internationaal) strafrecht.

Bestuur

Prof. mr. André Klip (co-voorzitter) 
Prof. mr. Harmen van der Wilt (co-voorzitter)
Dhr. mr. dr. Pim Geelhoed (secretaris/penningmeester)
Mevr. mr. Marjorie Bonn
Dhr. mr. Richard van Elst 
Mevr. mr. dr. Annemieke van Verseveld

 

De volgende GIS-bijeenkomst vindt plaats op woensdag 26 maart aanstaande. Tijdens deze bijeenkomst zullen professor Paul Mevis (Erasmus Universiteit Rotterdam) en professor Tijs Kooijmans (Universiteit van Tilburg) het door hen geschreven AIDP rapport toelichten met de titel:
 
ICT in the context of criminal procedure

Tijdstip: 19.00-21.00 (ontvangst vanaf 18.30 uur met broodjes).
Locatie: Campus Den Haag van de Universiteit van Leiden, Schouwburgstraat 2, Den Haag.
Zaal: A2.01

Aanmelding wordt op prijs gesteld: gis.secretariaat@gmail.com

De capaciteitsgroep Strafrecht en Criminologie legt zich in haar onderwijs- en onderzoeksactiviteiten toe op het strafrecht en strafprocesrecht, alsmede op de criminologie in zijn huidige Europese context.  Van een vrijwel zuiver nationaal krachtenveld is het straf(proces)recht terecht gekomen in een multinationaal krachtenveld, waarbij het primaat van wetgeving en handhaving niet uitsluitend meer ligt bij Nederlandse organen. Waar in de jaren vijftig de invloed begon vanuit het EVRM kwamen er in de jaren erna steeds meer verdragen en is in de huidige tijd  de Europese Unie nadrukkelijk op het strafrechtelijk toneel verschenen.

Behalve deze invloed, die kijkt naar de herkomst van het strafrecht en naar de factoren van belang op het strafrechtelijke terrein, valt de ontwikkeling te zien dat de samenleving steeds meer verwacht van het strafrecht. Waar in de jaren zeventig het strafrecht nadrukkelijk werd gezien als ultimum remedium, het laatste middel, als niets anders meer hielp, kan het strafrecht er tegenwoordig voor veel politici er niet snel genoeg bij gesleept worden. Ten dele hangt deze ontwikkeling wellicht samen met het feit dat het strafrecht zoals dat in Nederland wordt toegepast niet uitsluitend meer van Nederlandse origine is en buiten Nederland kunnen immers andere opvattingen heersen over de bruikbaarheid van het strafrecht als ordeningsinstrument. Zo wil de Europese Commissie invloed uitoefenen op het vervolgingsbeleid  en valt ook in de rechtspraak bijv. terug te zien dat thans niet uitsluitend nationale gerechten en het EHRM, maar ook het Hof van Justitie en internationale strafhoven uitspraken doen die voorwerp van strafrechtelijk onderzoek zijn. De oraties van Spronken (A place of greater safety, 2003) en Klip (Uniestrafrecht, 2004) getuigen van die grote verandering in het straf(proces)recht.

De criminologie omvat de sociaal-wetenschappelijke bestudering van criminaliteit in al haar verschijningsvormen, alsmede de maatschappelijke reactie erop. De benadering die de criminologie kiest past in de gedachte van integratieve strafrechtswetenschappen. Het gaat daarbij om gemeenschappelijke onderzoeksprojecten waarbij sociaal-wetenschappelijke, juridische en medische wetenschap worden toegepast. De vakgroep entameert onderzoek op drie zwaartepunten, waarbij de twee juridische zuilen (materieel strafrecht en strafprocesrecht) zich sterk richten op het Europese strafrecht.  Parallel daaraan loopt het criminologisch onderzoek. 

Het onderzoek van dit deelprogramma haakt in de eerste plaats aan bij de hierboven genoemde fundamentele ontwikkelingen die zich binnen de strafrechtspleging voltrekken. Door middel van evaluatie van wetgeving en rechtshandhavingmechanismen kunnen deze ontwikkelingen en de gevolgen daarvan inzichtelijk worden gemaakt. In dit verband vindt er ook over en weer kruisbestuiving plaats met het onderzoek dat door de rechtspsychologen aan de Universiteit Maastricht ontwikkeld en uitgevoerd wordt en de activiteiten die worden verricht in het kader van The Maastricht Forensic Institute (TMFI).
Het criminologisch onderzoek beperkt zich evenwel niet uitsluitend tot de sfeer van de strafrechtelijke handhaving maar strekt zich ook uit tot andersoortige wijzen van criminaliteitsbeheersing, zoals de bestuurlijke aanpak van criminaliteit. Bestudering van deze aanpak (en de onderliggende problematiek) biedt de mogelijkheid om vanuit de capaciteitsgroep een brug te slaan naar andere rechtsdomeinen en samen te werken met andere afdelingen, zowel binnen de UM als daarbuiten. 
Uiteraard wordt in het criminologische onderzoek ook aandacht besteed aan de aard, ernst, omvang en ontwikkeling van bepaalde vormen van criminaliteit. Het onderzoek beweegt zich in dit verband op het grensvlak van georganiseerde criminaliteit en organisatiecriminaliteit, in het bijzonder op het terrein van fraude, corruptie en witwassen.

De capaciteitsgroep verzorgt het onderwijs in het strafrecht en de criminologie ten behoeve van de opleidingen Nederlands Recht, European Law School en Fiscaal Recht, in de bachelor- en in de masterfase.Binnen de Master Nederlands Recht is er een profiel strafrecht voor studenten die bijzondere belangstelling hebben voor het strafrecht. Ook in andere masters (Globalisation, European Law School) verzorgt de capaciteitsgroep onderwijs. Daarnaast is de capaciteitsgroep nauw betrokken bij de Master Forensica, Criminologie en Rechtspleging.

Onderzoeksproject ‘Huwelijkse gevangenschap: bruggen bouwen tussen religie en recht'

 

 

Gevangen in het huwelijk

Korte documentaire van Benedicta Deogratias, met onder andere Noor Stevens en Pauline Kruiniger over huwelijkse gevangenschap en de juridische gevolgen, religie en grip op eigen leven. 

Religie en echtscheiding

Huwelijkse gevangenschap betreft een actueel maatschappelijk probleem dat zich vooral voordoet onder migrantenvrouwen en binnen religieuze gemeenschappen (jodendom, islam, hindoeïsme, en katholicisme). Van huwelijkse gevangenschap is sprake als een echtgenoot (doorgaans de vrouw) het niet voor elkaar krijgt om haar huwelijk ontbonden te krijgen volgens de regels van haar geloof of in haar land van herkomst. In dit onderzoek zal de problematiek van huwelijkse gevangenschap in Nederland in kaart worden gebracht, en wordt onderzocht welk juridisch beleid hierop ontwikkeld kan worden.

Universiteit Maastricht
Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Partners
Atria, Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis
Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah
Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann
Vluchtelingen Organisaties Nederland (VON)

Subsidieverstrekker
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

Verboden huwelijken; onderzoek naar de werking van de Wet tegengaan huwelijksdwang in de praktijk
Nieuwsbericht

Wetsvoorstel Huwelijkse gevangenschap n.a.v. onderzoek Pauline Kruiniger
Nieuwsbericht
 
Boek 'Marital Captivity - Divorce, Religion and Human Rights' verschenen
Flyer

PhD Defence Benedicta Deogratias
Trapped in a Religious Marriage: A human rights perspective on the phenomenon of marital captivity 4 april 2019
Uitnodiging

'Gevangen in het huwelijk’
Documentaire

'Wel gescheiden, niet gescheiden? Huwelijkse gevangenschap in Nederland'  
Factsheet

'Juridische middelen die huwelijkse gevangenschap kunnen voorkomen of oplossen'
Factsheet

'Wel gescheiden, niet gescheiden?' Deelrapport 1
Eindrapportage

'Niet langer geketend aan het huwelijk' Deelrapporten 2 en 3
Eindrapportage

'(H-)echt Verbonden'
Dit project van Gemeente Rotterdam bevat informatie over het burgerlijk huwelijk, religieuze en levensbeschouwelijke huwelijkssluitingen, huwelijksontbinding, huwelijkse gevangenschap en wegen naar hulp. Deze informatie via de website inclusief korte video's en in de vorm van een brochure en folder, is bestemd voor zowel slachtoffers als professionals. Onder andere onderzoekers Susan Rutten, Pauline Kruiniger en Esther van Eijk hebben hieraan medewerking verleend. 

Conferentie: Recht, religie & praktijk
13 september 2018

Meer informatie/ registratie
Verslag van de conferentie
Foto's van de conferentie

Inaugurele rede Prof. Susan Rutten
Op 31 maart 2017 heeft Prof. Susan Rutten haar inaugurele rede gehouden aan de Universiteit Maastricht, met de titel “Gegeven de betekenis van islamitisch familierecht”.
De tekst van de oratie kunt u hier vinden.

International Maricap Conference 2016
Program
Call for papers
Concluding statements
Book

Logos

De capaciteitsgroep privaatrecht verzorgt onderwijs en onderzoek op het brede terrein van het privaatrecht. Dit terrein omvat onder meer het contractenrecht, aansprakelijkheidsrecht, goederenrecht, handels- en ondernemingsrecht en personen- en familierecht. Ook worden het internationaal privaatrecht en het faillissementsrecht bediend door de capaciteitsgroep. De capaciteitsgroep kent ongeveer 40 stafleden.

Op het vlak van het onderwijs wordt een groot aantal vakken verzorgd in zowel bachelor- als masterfase. Typisch voor de Maastrichtse benadering is dat deze vakken vaak zowel een Nederlandsrechtelijke variant (in de bachelor Rechtsgeleerdheid en in diverse masters) als een Europees-rechtsvergelijkende variant (in de bachelor European Law School en masters) kennen. Bijzondere aandacht bestaat steeds voor de inbedding van het recht in zijn internationale, maatschappelijke en economische context.

Het onderzoek van de capaciteitsgroep is ingebed in zowel de onderzoeksschool Ius Commune als in diverse onderzoeksinstituten: het Maastricht European Private Law Institute (MEPLI), het Institute for Corporate Law, Governance and Innovation (ICGI) en het Maastricht Centre for Citizenship, Migration and Development (Macimide). In het onderzoek bestaat bijzondere aandacht voor Europeanisering, globalisering en migratie.

De capaciteitsgroep Grondslagen van het Recht van de Maastrichtse Faculteit der Rechtsgeleerdheid richt zich op de normatieve, historische en conceptuele grondslagen van het recht vanuit een multidisciplinair perspectief.

Eén manier om de juridische discipline te begrijpen is door te focussen op de relatie tussen doctrinaire en metajuridische subdisciplines. De doctrinaire benadering – juridica – omvat de positiefrechtelijke subdisciplines die een bepaald rechtsgebied bestuderen, bijvoorbeeld privaatrecht, constitutioneel recht, strafrecht of milieurecht. De metajuridica bestaat uit een aantal afzonderlijke niet-juridische disciplines die elk vanuit hun eigen externe perspectief belangrijke inzichten verschaffen over het positieve recht.

Binnen de Grondslagencapgroep wordt de juridische doctrine bestudeerd in haar metajuridische context. De leden doen vooral onderzoek naar, en geven onderwijs op het gebied van de rechtsgeschiedenis, rechtsfilosofie, rechtstheorie, en rechtseconomie.

Rechtshistorici richten zich primair op de historische grondslagen van het recht door de ontstaansgeschiedenis en evolutie van het recht te bestuderen. Daarbij streven zij naar een beter begrip van geldende regels en leerstukken. Een goed historisch inzicht helpt om de relatie tussen de verschillende rechtssystemen bloot te leggen en te verklaren. Dit maakt het ook mogelijk wegen te vinden naar toekomstig geharmoniseerd recht, zowel binnen Europa als daarbuiten.

Rechtsfilosofen richten zich vooral op de normatieve grondslagen van het recht en zoeken naar antwoorden op vragen over de aard van het recht en de wenselijke inhoud ervan, relatief onafhankelijk van wat het huidige geldende recht voorschrijft. Voorbeelden van rechtsfilosofische vragen zijn: hoe verschilt het recht van de moraal of de politiek, of er een plicht is om de wet te gehoorzamen, wat het bestaan van de staat rechtvaardigt, waarom mensen gestraft kunnen worden voor het overtreden van de wet, waarom overeenkomsten bindend zijn, en waarom de staat belastingen mag opleggen.

Vanuit rechtshistorisch perspectief staat de vraag centraal waarom bepaalde juridische doctrines in de loop van de tijd op een bepaalde manier zijn vormgegeven. De aanvullende vraag vanuit de rechtsfilosofie is of deze juridische oplossingen nog steeds de tand des tijds kunnen doorstaan, en of dat er misschien niet beter verdedigbare alternatieven voorhanden zijn.

Rechtstheoretici richten hun aandacht vooral op de redenering van de jurist en op het recht als een systematisch en samenhangend stelsel van normen. Typische vragen zijn onder meer hoe rechtsregels correct kunnen worden geïnterpreteerd, of het mogelijk is rechtsregels terzijde te schuiven of onverbindend verklaard kunnen worden en wat rechten zijn en hoe deze zich verhouden tot plichten en verantwoordelijkheden.

Rechtseconomen passen economische opvattingen toe op de studie van het recht. Deze discipline onderzoekt met name de stimulerende en welvaartseigenschappen van het recht. Rechts- en economie-onderzoekers bestuderen hoe verschillende toewijzingen van wettelijke rechten sociale welvaart en economische efficiëntie beïnvloeden en proberen te beoordelen welk wettelijk instrument het beste is om een maatschappelijk probleem efficiënt aan te pakken.

Het metajuridische onderzoek van de afdeling Grondslagen is gebaseerd op de gedachte dat een goed begrip van het positieve recht een gedegen begrip veronderstelt van de contexten waarin het recht functioneert: de contingente historische traditie waaruit ons huidige rechtsstelsel is voortgekomen; hoe het recht kan worden begrepen als een complex maar consistent rechtssysteem; en hoe het positieve recht is ingebed in bredere normatief-filosofische debatten over democratie, mensenrechten en de rechtsstaat.

Voor de specifieke onderzoeksthema’s en wetenschappelijke publicaties van individuele onderzoekers kan men hun persoonlijke profielpagina’s raadplegen.

In de Nederlandse bacheloropleiding is de afdeling medeverantwoordelijk voor de vakken Casus en Vaardigheden 1 (LCV1101) en Systeem 1 (LSY1101).

In de bacheloropleiding European Law School is de afdeling verantwoordelijk voor de vakken Foundations of Law (MET1201), Philosophy of Private Law en de keuzevakken Legal Philosophy (MET3003)  en Global Legal History (vanaf het academisch jaar 2025-26). De afdeling Grondslagen is ook verantwoordelijk voor de volgende vakken gegeven aan rechtenfaculteit van de Universiteit Hasselt (België): Rechtsgeschiedenis, Rechtsfilosofie, Europese Integratie en Law and Economics.

In de verschillende Engelstalige masteropleidingen is de afdeling verantwoordelijk voor de cursussen Foundations of Global Law (MET4011) in de master Globalisation and Law, Foundations of European Institutionalization (MET4010) in de master European Law School, en Tussen publiek en privaat: een metajuridische analyse (MET4012), in de Master Nederlands recht.

The Institute for Globalisation and International Regulation (IGIR) is an interdisciplinary research institute based at Maastricht University's Faculty of Law. The mission of the institute is to conduct research, to offer courses and seminars and to advise on the role of international regulation in addressing problems and challenges resulting from the process of economic globalisation.