Een rechtenstudie combineren met topsport. Casper en Lisa doen het!
Studeren aan de rechtenfaculteit is al een uitdaging op zich, maar Lisa en Casper gooien daar nog een flinke schep bovenop. Beiden combineren hun rechtenstudie met een topsportcarrière: Lisa als internationaal wushu-atleet en Casper als keeper bij een Eredivisieclub. In dit interview vertellen ze hoe ze balanceren tussen colleges en trainingen, wat hen motiveert, en welke lessen ze meenemen van de sport naar de studie – en omgekeerd.
Casper van Hemelryck-Bray
Eerstejaarsstudent Rechtsgeleerdheid & keeper bij het eerste elftal van Roda JC Kerkrade
“Toen ik in het tweede jaar van mijn middelbareschoolperiode zat, begon topsport voor mij. Vroeger lag mijn focus volledig bij wakeboarden en werd ik zowel wereld- als Europees kampioen in de jongste categorie. Door corona kwam de sport helaas stil te liggen, maar gelukkig kwam er in het voetbal, mijn tweede sport, een mooie kans bij KV Oostende. Ik moest uiteindelijk een hele moeilijke keuze maken: óf wakeboarden, óf voetballen. Achteraf, als je ziet waar ik nu sta, is het een hele mooie keuze.
Topsport in Nederland
Tijdens een toernooi heb ik me in de kijker gespeeld bij Roda JC Kerkrade. Na het afronden van de middelbare school heb ik de overstap gemaakt naar deze Nederlandse club én startte ik de opleiding Rechtsgeleerdheid. Mijn keuze voor Universiteit Maastricht kwam vooral door de korte reistijd naar de voetbalclub waar ik bijna dagelijks te vinden ben. Ik heb zeker geen spijt van die keuze, want het lesrooster valt met hulp van de faculteit goed te combineren met mijn topsportschema.
Om negen uur ’s ochtends start mijn training bij Roda JC Kerkrade, maar ik ben minstens een halfuur van tevoren al te vinden in de fitness. We ontbijten met het hele team en daarna bespreken video-analyses. Daarna gaan we het veld op en trainen we een tot anderhalf uur. De ene dag sluit ik na de lunch aan bij de training van Jong Roda, de andere dag volgt nog een krachttraining. Er zijn natuurlijk ook dagen dat ik in de middag vrij ben. Dan is het tijd om in de boeken te duiken en lessen voor te bereiden. Dat doe ik meestal thuis, tenzij ik les of een verplichte bijeenkomst op de faculteit heb.

Werklust en discipline
Topsport én een rechtenstudie, het is een combinatie waar ik zelf voor gekozen heb. De trainingsmomenten zijn intensief, zowel fysiek als mentaal. Als jongeling tussen de soms dertigjarige teamleden met veel ervaring wil je laten zien wat je kunt. Daarnaast wil je ook presteren op je studie, wat dankzij alle hulp van de faculteit ook mogelijk is. Het vergt beide veel energie, werklust en discipline. Gelukkig ben ik daar van kinds af aan al aan gewend en kan ik vaardigheden uit het voetballen gebruiken in mijn studie. Als doelman stuur ik een team aan waar heel wat verschillende persoonlijkheden in zitten. Dat komt goed van pas bij groepswerk en daarom neem ik graag het voortouw. Dankzij mijn studie bekijk ik veel zaken vanuit een helikopterview. Dat komt ook van pas op het veld, bij een opstandje bijvoorbeeld, om even uit te zoomen en met een heldere blik te kijken.
In de toekomst hoop ik dat ik mijn topsportervaring en rechtenstudie kan combineren. Misschien word ik wel advocaat van een club en houd ik me bezig met spelerscontracten. Ik zal sport nooit volledig loslaten, het is een deel van mijn leven en dat wil ik omarmen. Daarom ben ik de universiteit heel dankbaar voor hun hulp, zodat ik sport en mijn studie kan blijven combineren.”
Lisa Muresu
Pre-masterstudent Rechtsgeleerdheid & Wushu-atleet
“Als vijfjarig meisje was ik al te vinden in de sportschool van mijn vader. Daar gaf hij onder andere les in wushu, een Chinese vechtkunst. Het is eigenlijk een verzamelterm voor verschillende stijlen, waarvan kung fu en tai chi de meest bekende zijn. Het is een sport waarbij je je hele lichaam gebruikt: van je vingerkootjes tot je heupen. In het individuele gedeelte van de sport, wat ik doe, draag je een routine voor aan de jury. Het schijngevecht wordt beoordeeld met een soortgelijk puntensysteem zoals we dat kennen bij turnen.
Wereldkampioenschap
Sinds mijn twaalfde ben ik onderdeel van het nationale team. De wushu community in Nederland is vele malen kleiner dan die in Azië. Daar kunnen ze de sport als officieel beroep doen, terwijl niet-Aziatische atleten het naast hun werk of studie doen. Dat maakt het voor mij extra speciaal dat ik in 2024 achtste werd op het wereldkampioenschap, want de overige zeven uit het klassement die boven mij stonden waren Aziatisch.
Daar gaan heel wat trainingsuren in zitten, naast mijn pre-master Rechtsgeleerdheid én baan bij een notariskantoor. Het zijn lange dagen, maar gelukkig krijg ik vanuit de universiteit de mogelijkheid om mijn lesrooster te wijzigen als het niet aansluit op mijn trainingsschema. Van half negen tot elf uur heb ik les. Voordat ik ’s middags naar mijn werk ga, bereid ik de andere lessen voor. Ik werk tot vijf uur en dan is de avond volgepland met sporten. Vaak is dat een combinatie van een wushu- en een kracht- of conditietraining. Na zo’n lange dag kan het soms zwaar zijn om in het donker achter mijn laptop te kruipen, maar met een strakke planning en discipline lukt dat goed.

Standje honderd
Ik denk dat topsport mij wel heeft gevormd tot wie ik vandaag ben. Discipline is een heel groot aspect binnen de vechtsport en omdat ik al sinds mijn twaalfde topsportatleet ben, weet ik van jongs af aan hoe ik moet omgaan met een hele strakke planning. Daarnaast kan ik goed omgaan met stress, omdat ik weet hoe het is om onder druk te presteren. Dat komt natuurlijk goed van pas bij tentamens. Mijn rechtenopleiding heeft ook bijgedragen aan mijn sportontwikkeling: ik analyseer mijn bewegingen veel beter doordat ik tijdens mijn studie mijn analytisch denkvermogen heb ontwikkeld. Net als een casus, analyseer ik mijn beweging, haal ik het uit elkaar en pas ik het weer toe.
De combi van een pre-master met topsport is pittig. Ik moest er wel even inkomen toen ik in september startte, want het was meteen standje honderd. Bovendien had ik in het begin van het academisch jaar een wedstrijd in Hongkong, dus dan ben je een week weg. Het is veel uitproberen, vallen en opstaan. Anders kun je niet doen wat je wil doen. Ik vind het namelijk belangrijk om plezier te hebben en om wat leuks te doen. Sport is mijn uitlaatklep, maar het moet geen bron van stress worden.
Dromen en doelen
Zolang mijn lichaam het toelaat, en ik nog geen versleten knieën heb, wil ik doorgaan met wushu. Ik maak een verschil tussen dromen en doelen: een droom is iets moois wat niet hoeft uit te komen, want de weg ernaartoe is mooier. Dan droom ik ervan om wereldkampioen te worden. Na mijn mooie resultaat op het wereldkampioenschap heb ik nieuwe doelen gesteld, dingen die realistisch haalbaar zijn. Dan kijk ik naar een vijfde plek op een WK. Het zijn maar drie plaatsen verschil, maar voor die drie plekken moet ik keihard werken. En wat mijn rechtencarrière betreft? Zoals het er nu naar uitziet zal mijn loopbaan richting de consultatie zal zijn. Juridisch advies geven vind ik erg interessant en leuk om te doen.”
Lees ook
-
Professor Anouk Bollen-Vandenboorn benoemd tot Ridder in de Kroonorde
Prof. dr. Anouk Bollen-Vandenboorn, directeur van het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht, is op 3 juli benoemd tot Ridder in de Kroonorde tijdens een plechtige ceremonie op de...
-
ITEM in nieuwe fase: Samen voor grensoverschrijdende samenwerking en impact
ITEM blijft actief binnen de UM, met nieuwe fase vanaf 2025.
-
Oratie Jan Willem van Prooijen
Wat drijft mensen ertoe om radicale complottheorieën te omarmen, met soms verregaande gevolgen voor de samenleving? Tijdens zijn oratie op vrijdag 27 juni gaat prof. dr. Jan Willem van Prooijen (radicalisering, extremisme, en complotdenken) in op deze urgente vraag.