(PhD)-onderzoek
Universiteit Maastricht is verantwoordelijk voor multidisciplinair, fundamenteel en toegepast onderzoek. Hiertoe werken verschill faculteiten van de Universiteit Maastricht samen. Elke faculteit wordt afhankelijk van haar expertise ingezet in de verschillende onderzoeken van ITEM. De expertise van zowel NEIMED en Zuyd Hogeschool vullen die van de Universiteit Maastricht uitstekend aan en bieden een voldoende basis voor de samenwerking binnen ITEM.
De geprogrammeerde onderzoeken zijn als volgt:<a name="top"></a>
- Een rechtsvergelijkend pensioenonderzoek tussen Nederland en België inzake de belemmeringen bij grensoverschrijdende pensioenuitvoering van buitenlandse pensioenregelingen
- De Euregio Maas-Rijn als Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS)
- Opdrachtondersteuning Euregionale borging Grensinfopunt Maastricht 2019
- youRegion
- North Sea Ports
- Kleve project
- Fair Mobility Project
- Inventarisatie van diensten en activiteiten voor nieuwkomers in de Euregio Maas-Rijn
- ‘Statuut voor Limburg’
- ESPON EGTS-subsidie
- Euregionaal Kinderchirurgisch Centrum
- B-solutions project “Roadmaps en informatiebladen voor de erkenning van kwalificaties voor beroepen met een hoog potentieel”
- Methodologie voor de territoriale effectbeoordeling voor grensoverschrijdende regio's
- Toegang tot digitale (vermogens)bestanddelen
- Grensoverschrijdende pensioenen: relevante juridische en fiscale aspecten van een land
- De invloed van het onderwijs op de grensoverschrijdende regionale identiteit in de Euregio Maas-Rijn
- Inzicht in de beslissing van internationale migranten om de Euregio te verlaten dan wel om er te blijven
- Buitenlandse studenten en schoolverlaters in de Euregio
- Formele en informele grensoverschrijdende sociale bescherming
- Haalbaarheidsstudie grensregionale beroepenkaart
- Grensoverschrijdende fiscaliteit
- Handzame toelichtingsdocumenten over erkenning van kwalificaties
- Rapport Commissie Grenswerkers ‘Grenswerkers in Europa'
- Grensoverschrijdende mobiliteit van gespecialiseerde verpleegkundigen IC
- Grensoverschrijdende ondernemingsmobiliteit in de EU
- Grensoverschrijdende stages in de Euregio Maas-Rijn
- Project Grensoverschrijdende Uitvoering Strafrechtelijke Vonnissen tussen België, Duitsland en Nederland (CrossBES)
- Werkgelegenheid en Sociale Zekerheid van Patchwork-Werknemers in een Ontgrenzende Arbeidsmarkt in de EU: Nieuwe arbeidsvormen en Mobiliteit met betrekking tot de Culturele Industrie bezien in het licht van de EU-Wetgeving
- Communicatie op meertalige werkvloeren in de Euregio
- NIEM project (National integration Evaluation Mechanism)
- Naar een grensoverschrijdend pensioenregister tussen Nederland en Duitsland
- Productieve grenzen: Artistiek onderzoek van dagelijkse grenspraktijken
- Onderzoek met betrekking tot outlaw motorcycle gangs (OMGs) en het geïntegreerde grensoverschrijdende beleid in de Euregio Maas-Rijn
- Haalbaarheidsonderzoek naar regionale museumsamenwerking en regionale museumkaart
- De verdere migratie van asielmigranten in Nederland
- Grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling
- Het verantwoordingsvraagstuk van het sociaal werk. Een vergelijkende case studie naar accountability-strategieën in Vlaanderen, Nordrhein-Westfalen en Nederland
- De Erkenning van Kwalificaties in de EU: Het Vervagen van de Bevoegdheden tussen de Interne Markt en Onderwijs
- Grensoverschrijdende aansprakelijkheid in onderaannemingsketens
- Kwalificatieproblematiek: tussen sociale zekerheid en aanvullend pensioen
- Naar een juridisch kader voor de registratie van grond in Europa
- ITEM Grenseffectenrapportage
- Jeugdmobiliteit over de grens
- Zachte EU-grenzen in Afrika. Hoe migratiecampagnes en sociale media van invloed zijn op de migratieaspiraties van jonge Senegalese mannen en het gevoel van sociale rechtvaardigheid
- Inbraak in de Euregio Maas-Rijn
Een rechtsvergelijkend pensioenonderzoek tussen Nederland en België inzake de belemmeringen bij grensoverschrijdende pensioenuitvoering van buitenlandse pensioenregelingen
Wanneer: | Januari 2019, Joint PhD tussen Universiteit Maastricht / Expertisecentrum ITEM & Universiteit Hasselt |
Thema: | Grensoverschrijdende pensioenuitvoering van buitenlandse pensioenregelingen |
Titel: | ‘Een rechtsvergelijkend pensioenonderzoek tussen Nederland en België inzake de belemmeringen bij grensoverschrijdende pensioenuitvoering van buitenlandse pensioenregelingen’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: |
|
Omschrijving: | |
Sinds de invoering van de Europese IORP-richtlijn kunnen pensioenuitvoerders grensoverschrijdend actief zijn en buitenlandse pensioenregelingen uitvoeren. Verschillende pensioenuitvoerders maken reeds gebruik van deze mogelijkheid. Een grondig onderzoek naar achterliggende redenen, uitwerkingen en uitdagingen is echter vooralsnog uitgebleven. Aan deze leemte komt dit rechtsvergelijkend pensioenonderzoek tegemoet. |
De Euregio Maas-Rijn als Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS)
Wanneer: | januari-juni 2019 |
Thema: | grensoverschrijdende samenwerking van lokale overheden |
Titel: | De Euregio Maas-Rijn als Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) |
Project, verantwoordelijke: Martin Unfried (projectleider) |
|
Omschrijving: | |
De centrale vraag van dit onderzoek is hoe lokale overheden in de Euregio Maas-Rijn (hierna: EMR) kunnen worden betrokken in de structuur van de nieuwe EGTS met een doeltreffende taakuitvoering en een slanke organisatiestructuur. In dat opzicht betreft het een governance- en organisatievraagstuk tegen de achtergrond van het functioneren van het huidige en toekomstige grensoverschrijdende governancesysteem in de Euregio Maas-Rijn. Het onderzoek wordt uitgevoerd door ITEM in opdracht van EMR. |
Opdrachtondersteuning Euregionale borging Grensinfopunt Maastricht 2019
Wanneer: | Januari-december 2019 |
Thema: | grensoverschrijdende ontwikkeling van grensinformatiepunten |
Titel: | Opdrachtondersteuning Euregionale borging Grensinfopunt Maastricht 2019 |
Project, verantwoordelijke: Martin Unfried (projectleider) |
|
Omschrijving: | |
Het grensinformatiepunt Maastricht (GIP Maastricht) is partner in het INTERREG-project grensinformatievoorziening Vlaanderen-Nederland, dat eind mei 2019 afloopt. Het GIP Maastricht heeft ITEM verzocht de coördinatie van de afsluiting van het INTERREG-project namens GIP Maastricht op zich te nemen. Daarnaast gaat ITEM zorgen voor de coördinatie van de samenwerking GIP Maastricht met Belgische partners na afsluiting van het INTERREG Programma. De looptijd van deze opdracht is van januari t/m december 2019. Achtergrond:In het INTERREG project Grensinfovoorziening Vlaanderen-Nederland werken sinds medio 2016 verschillende partners grensoverschrijdend samen. Het gaat om nationale, regionale en lokale overheden, uitvoeringsinstellingen, publieke arbeidsbemiddelaars en sociale partners. Doel van de samenwerking: alle relevante informatie ontsluiten door de inrichting van een uniform en overkoepelend netwerk waar bestaande èn nieuwe informatiepunten deel van zullen uitmaken. Via dit project worden grenswerkers de weg gewezen. Gewerkt wordt aan de inhoudelijk alsook organisatorisch best passende opzet, daarbij rekening houdend met de specifieke aandachtspunten en kenmerken van de verschillende regio’s. |
Methodologie voor de territoriale effectbeoordeling voor grensoverschrijdende regio's
Wanneer: | start 2018 |
Titel: | ‘Methodology for territorial impact assessment for cross-border regions’ |
Omschrijving | |
Informatie met betrekking tot dit onderzoek wordt te zijner tijd bekendgemaakt. |
Toegang tot digitale (vermogens)bestanddelen
Wanneer: | lopend ITEM Onderzoek |
Thema: | Grensoverschrijdende informatieverbetering |
Titel: | 'Toegang tot digitale (vermogens)bestanddelen' |
Verantwoordelijke: Prof.mr. S. van Erp (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Omschrijving | |
Dit onderzoek adresseert problemen rondom de toegang tot digitale (vermogens)bestanddelen, bijvoorbeeld na overlijden (iemands zogenaamde “digital afterlife”). Gedacht kan worden aan e-mail accounts, maar ook aan digitale bankrekeningen, uitstaande saldi bij webwinkels of betaalsites (zoals PayPal) etc. Dit probleem blijkt in de praktijk per definitie grensoverschrijdend te zijn, denk aan wereldwijde webdienstverleners als Microsoft, Yahoo en Facebook, maar ook aan meer regionale dienstverlening (bijvoorbeeld aankoop door Nederlands ingezetene via een webwinkel in België, Duitsland of Luxemburg). Problemen kunnen zich ook bij leven van een betrokkene voordoen, bijvoorbeeld wanneer iemand onder bewind wordt gesteld of failliet gaat. |
De invloed van het onderwijs op de grensoverschrijdende regionale identiteit in de Euregio Maas-Rijn
Thema: | Grensoverschrijdende regionale identiteit |
Titel: | ‘De invloed van het onderwijs op de grensoverschrijdende regionale identiteit in de Euregio Maas-Rijn’ |
Proefschrift, verantwoordelijken: F. de Vries, Prof. dr. H. Schneider en Prof. mr. S. van Erp (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Beschrijving | |
De Euregio Maas-Rijn is een complexe grensregio met een diversiteit aan cultuur en taal (Nederlands, Duits, Frans). Ondanks deze complexiteit en de relatief lage economische, educatieve en culturele uitwisseling tussen de verschillende regio’s, is er wel, althans zo lijkt, een groeiende politieke en maatschappelijke wens om op de Euregio te focussen en zo de economische en culturele ontwikkeling van de Euregio te bevorderen. Het bestaan, creëren of inspireren van een grensoverschrijdende regionale identiteit zou een vereiste kunnen zijn voor de ontwikkeling van een politiek en sociaal sterke Euregio Maas-Rijn. In dit onderzoek wordt het begrip ‘regionale identiteit’ in de Euregio Maas-Rijn geanalyseerd. Dit onderzoek richt zich voornamelijk op Zuid-Limburg (NL) en de Belgische provincie Luik. De complexiteit van een gedeelde identiteit in deze regio is enerzijds te verklaren door grote taalkundige en culturele verschillen, en anderzijds een gedeelde economische geschiedenis en het gevoel van verbondenheid. De focus in de analyse ligt op de rol van het onderwijs en de gecentraliseerde Nederlandse en Belgische onderwijssystemen in het verleden, het heden en ook de toekomst. Historisch gezien heeft onderwijs een belangrijk aandeel gehad in het versterken van de grenzen en de nationale ten opzichte van regionale identiteiten. Als gevolg daarvan heeft het Nederlands en Belgisch onderwijs in het verleden gezorgd voor het verdwijnen van regionale identiteiten. Ironisch genoeg heeft de ontwikkeling van de Europese Unie en de economische globalisering gezorgd voor het ontstaan van een nieuwe trend waarvan het onderwijs wordt gezien als de drijvende kracht achter het versterken van deze trend, namelijk de opkomst van regionale identiteiten. In dit onderzoek wordt een analyse gemaakt naar het huidige talenonderwijs in de Euregio Maas-Rijn en de initiatieven gericht op het vergroten van de kennis van het dialect en de cultuur van elkaars buurregio’s, waardoor er daadwerkelijk menselijke interactie ontstaat. Dit is een interdisciplinair onderzoek: historisch, sociologisch, economisch en juridisch. |
Inzicht in de beslissing van internationale migranten om de Euregio te verlaten dan wel om er te blijven
Wanneer: | 1 januari 2018, ITEM Onderzoek |
Thema: | Binding migranten aan Limburg |
Titel: | ‘Inzicht in de beslissing van internationale migranten om de Euregio te verlaten dan wel om er te blijven’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: J. Reinold, Prof. Dr. M. Siegel (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Maastricht School of Governance), co-promotor: Dr. M. van der Giessen (expertise vanuit NHL Hogeschool, Leeuwarden) |
|
Omschrijving | |
Het doel van het project is om een beter inzicht te krijgen in de beweegredenen van hoog opgeleide internationale migranten om naar de Euregio Maas-Rijn te verhuizen, om er te blijven of om de regio te verlaten. Het onderzoek spitst zich voornamelijk toe op de verkregen voordelen of nadelen van het wonen in een grensregio. De uitkomsten van het project zullen beleidsmakers in de regio in de mogelijkheid stellen om een beter beleid toe te passen, waarmee hoog opgeleide internationale migranten in de regio beter aangetrokken en behouden worden. Het onderzoek zal de volgende regio’s bestrijken, in Nederland: Sittard/Geleen, Maastricht, Heerlen; In Duitsland: Aachen, Düren/Jülich; in België: Liège, Hasselt, Genk. Dit project zal gebruikmaken van zowel vragenlijsten onder migranten in de regio, als diepte-interviews met kennismigranten en stakeholders. Focusgebieden voor dit project zijn internationale migranten, grenswerkers, onderdanen van derde landen, de oorspronkelijke reden voor migratie en meer. Onderstaand vindt u een lijst van enkele factoren in de besluitvorming, welke onderzocht zullen worden, dit is echter niet volledig:
|
Buitenlandse studenten en schoolverlaters in de Euregio
Wanneer: | start 2018, ITEM Onderzoek |
Thema: | Binding migranten aan Limburg |
Titel: | 'Buitenlandse studenten en schoolverlaters in de Euregio' |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: Prof. dr. F. Cörvers, ROA (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Research Centre for Education and the Labour market / School of Business and Economics). Tweede promotor is nog niet bekend. |
|
Omschrijving | |
Het project richt zich op de aantrekkingskracht van Limburg en de Euregio op buitenlandse jongeren. In welke mate zijn instellingen in het vervolgonderwijs (mbo, hbo en wo) in staat om jongeren met een andere nationaliteit te binden aan Limburg of aan één van de aangrenzende regio’s? Bestaat er voldoende binding met het land waar het onderwijsprogramma is gevolgd, zijn er 'bindende' factoren te identificeren (bijvoorbeeld lidmaatschap van verenigingen), en hoe transparant en reëel zijn de carrièreperspectieven van buitenlandse jongeren? Wat zijn de belangrijkste beslismomenten om hier te blijven wonen en werken? Welke strategieën hanteren bedrijven om jonge immigranten aan de regio te binden? Welke slimme verbindingen kunnen ontstaan om de investeringen in buitenlandse studenten regionaal te laten renderen? De centrale onderzoeksvraag is: welke omstandigheden binden jongere buitenlandse schoolverlaters aan de regio waardoor zij na hun opleiding hier blijven wonen en werken, en welke persoonskenmerken (bijvoorbeeld soort opleiding, beroepsgroep) maken dat zij ofwel doorverhuizen binnen Nederland of Nederland weer verlaten? Bij het onderzoeken maken we gebruik van CBS-data en afgestudeerdengegevens van het ROA. |
Formele en informele grensoverschrijdende sociale bescherming
Wanneer: | Start 2018, ITEM Onderzoek |
Thema: | Binding migranten aan Limburg |
Titel: | ‘Formele en informele grensoverschrijdende sociale bescherming’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: Prof. dr. V. Mazzucato (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen) |
|
Omschrijving | |
Eén van de hoofdredenen waarom mensen verhuizen voor werk en studie is om betere levensomstandigheden voor hunzelf en hun familie te waarborgen. Het kan zijn dat werknemers die naar Limburg migreren hun familieleven, en vooral de zorgfuncties, over de grenzen heen moeten regelen. Dit gaat van voor hun bejaarde ouders en kinderen te zorgen die niet in Limburg wonen, tot hun eigen gezondheids- en pensioenregeling te verzekeren alsook toegang tot kwaliteitsonderwijs voor hun kinderen te voorzien. En toch is er slechts weinig bekend over de moeilijkheden waar deze werknemers mee geconfronteerd worden wanneer zij hun sociale zekerheid en die van hun gezin regelen, noch over de kanalen, zowel formeel als informeel, die ze gebruiken om oplossingen te vinden. Deze studie onderzoekt hoe verschillende groepen migranten die naar Limburg komen hun sociale zekerheid en die van hun gezin regelen. Er wordt gevraagd: a) wat zijn de uitdagingen die mobiele werknemers ervaren bij het verzekeren van hun sociale zekerheid over de grenzen heen; b) welke formele en informele oplossingen vinden zij voor deze uitdagingen. Ten slotte beoogt dit onderzoek om manieren voor te stellen waarop sociale zekerheidsregelingen kunnen aansluiten bij de mobiele werknemers en hun aantrekken tot de provincie Limburg. De studie betreft zowel hooggeschoolde als laaggeschoolde werknemers alsook zowel werknemers van binnen als buiten de Europese Unie. |
Jeugdmobiliteit over de grens
Wanneer: | Start 2018 |
Thema: | Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit |
Titel: | ‘Jeugdmobiliteit over de grens’ |
PhD-onderzoek, verantwoordelijken: Prof. dr. V. Mazzucato (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen) |
|
Omschrijving | |
Youth (11-18 years old) in border regions are involved in different types of mobilities. They move across borders for education, leisure and work on a frequent basis. They may live in one country and attend secondary or tertiary schools in another country; they arrange to meet their friends in neighboring countries; they vacation by visiting places not far from home but across borders; and in problematic cases, they may commit offenses in countries other than where they live. The Limburg region is no exception to this phenomenon. However, there is very little research that investigates the way this everyday mobility impacts youth’s transitions into adulthood as they relate to moves into higher education, employment, independent living, social belonging and active citizenship. Youth mobility has been greatly simplified and often studied in the context of adults’ mobility: either as children who accompany their parents, children who reunite with parents or children who ‘stay behind’ while their parents migrate. This project focuses on how youths live the border, what different mobility patterns they have and how these patterns shape their motivations, identities, conditions and transitions into adulthood. By understanding these dynamics, the region of Limburg, which is currently undergoing a population decrease, can be aided in thinking about how to attract young people – future students and workers – to this area. Furthermore, organizations aiming to increase the life-chances and well-being of youth, such as schools or social work institutions, can gain insight into a constituency about which little is known: youth who cross borders on a frequent basis. The project focuses on youths from different socio-economic backgrounds and on those with and without migrant backgrounds. |
Haalbaarheidsstudie grensregionale beroepenkaart
Wanneer: | Start 2018 |
Thema: | Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit |
Titel: | ‘Haalbaarheidsstudie grensregionale beroepenkaart’ |
ITEM onderzoek, verantwoordelijken: L. Kortese, LL.M./ Prof. dr. H. Schneider (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Omschrijving | |
ITEM start haalbaarheidsstudie ‘grensregionale beroepenkaart |
Grensoverschrijdende fiscaliteit
Wanneer: | 2017 - 2018 |
Titel: | ‘Transfrontier fiscality’ |
Omschrijving | |
Informatie met betrekking tot dit onderzoek wordt te zijner tijd bekendgemaakt. |
Handzame toelichtingsdocumenten over erkenning van kwalificaties
Wanneer: | September 2018 |
Onderwerp: | Grensoverschrijdende mobiliteit |
Titel: | 'Handzame toelichtingsdocumenten over erkenning van kwalificaties' |
Onderzoek op het gebied van recht, verantwoordelijke: L. Kortese (Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Beschrijving | |
Bij grensoverschrijdend werken komt veel kijken. Een veelbesproken aspect betreft de erkenning van kwalificaties. Tijdens deze procedures controleren bevoegde autoriteiten of de diploma’s en werkervaring van een persoon aan bepaalde standaarden voldoen. Zulke processen zijn allesbehalve voor de hand liggend. Om helderheid in het complexe onderwerp te bieden heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Expertisecentrum ITEM de opdracht gegeven een set toelichtingsdocumenten op te stellen. Met genoegen kondigt Expertisecentrum ITEM de publicatie van deze documenten aan. Richtlijn 2005/36/EC (zoals gewijzigd door Richtlijn 2013/55/EU) is het belangrijkste instrument op het gebied van de erkenning van beroepskwalificaties. Deze richtlijn beroepskwalificaties heeft enkel betrekking op zogenoemde gereglementeerde beroepen. In de Europese Unie bestaat een groot aantal gereglementeerde beroepen waarbij aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten kunnen bestaan. Ieder land mag namelijk verschillende eisen vastleggen ten aanzien van de diploma’s en werkervaring die iemand moet bezitten alvorens in dat land aan de slag te kunnen. Wanneer die eisen in wet- of regelgeving vastgelegd worden, spreekt men van een gereglementeerd beroep. Wanneer gekeken wordt naar het aantal EU-lidstaten en gereglementeerde beroepen alsmede de grote hoeveelheid wetgeving en bevoegde partijen die daarmee gepaard gaan, is het niet verwonderlijk dat complicaties zich voordoen. De richtlijn beroepskwalificaties heeft tot doel de mobiliteit te vergemakkelijken van die professionals die een gereglementeerd beroep uitoefenen. De richtlijn is gebaseerd op het principe van wederzijdse erkenning. Dit grondbeginsel vereist dat een diploma dat in één lidstaat volgens de geldende voorschriften is behaald, ook in alle andere lidstaten als zodanig wordt beschouwd. De richtlijn beroepskwalificaties biedt een uitvoerig raamwerk om het principe te bewerkstelligen. Om dit complexe raamwerk in beeld te brengen heeft het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility / ITEM (in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) een tweetal toelichtingsdocumenten opgesteld. In de Toelichtingsnota wordt kort en krachtig weergegeven wat de essentie van de richtlijn beroepskwalificaties is. De Bijlagen bij de nota bieden geïnteresseerde lezers een verdieping daarop. Download het document hier: ITEM - Toelichtingsnota - Verwezenlijking van een grondbeginsel: De wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties = september 2018 (999KB, PDF) |
Grensoverschrijdende mobiliteit van gespecialiseerde verpleegkundigen IC
Wanneer: | Maart 2017 - maart 2018 |
Onderwerp: | Grensoverschrijdende mobiliteit |
Titel: | 'Grensoverschrijdende mobiliteit van gespecialiseerde verpleegkundigen IC' |
Onderzoek in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verantwoordelijke: L. Kortese (Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Beschrijving | |
Wanneer er op de arbeidsmarkt een tekort aan personeel wordt geconstateerd, denkt men al gauw aan de aanstelling van werknemers van over de grens. Zo ook in het geval van de IC‑verpleegkundigen. De casus die ITEM onlangs onderzocht betrof een vraagstuk uit de praktijk. Een Nederlands ziekenhuis in de grensregio kampte met een tekort aan IC verpleegkundigen en een vergelijkbaar tekort aan Nederlandse sollicitanten. Een logische oplossing zou zijn om IC‑verpleegkundigen te werven over de grens. Inderdaad, Belgische sollicitanten meldden zich voor de functie, toch bleek hun aanstelling geen vanzelfsprekendheid. Het rapport en de presentatie kunt u raadplegen via onderstaande links: ITEM - De Grensoverschrijdende Mobiliteit van Gespecialiseerde Verpleegkundigen IC - Nederland/België - L. Kortese (4.78MB, PDF) Rapport over gespecialiseerde verpleegkundigen IC gepresenteerd |
Grensoverschrijdende ondernemingsmobiliteit in de EU
Wanneer: | Maart 2017 - maart 2020 |
Onderwerp: | Grensoverschrijdende ondernemingsmobiliteit |
Titel: | 'Grensoverschrijdende ondernemingsmobiliteit in de EU' |
Onderzoek op het gebied van recht, verantwoordelijken: Thomas Biermeyer en Marcus Meyer (Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Beschrijving | |
Grensoverschrijdende mobiliteit van ondernemingen is al meerdere decennia op de agenda van de Europese Commissie. Een doorbrak was de Verordening betreffende het statuut van de Europese vennootschap ("SE-verordening") en de Richtlijn omtrent grensoverschrijdende fusies van ondernemingen. Ook de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie heeft aan een versnelde integratie van ondernemingsmobiliteit een bijdrage geleverd. Een centrale vraag in het licht van deze ontwikkelingen in de laatste tien jaar - voor zowel nieuwe wetgeving als ook de bescherming van stakeholders zoals aandeelhouders, crediteuren en werknemers – is in hoeverre daadwerkelijk ondernemingsmobiliteit plaatsvindt en zo ja, in welke omvang? De vraag is in hoeverre grensoverschrijdende fusies, afsplitsingen of gebruikmaking van Europese ondernemingsvormen (SE/SCE) in de EU/EER-lidstaten plaatsvindt. Een aantal onderzoeken hebben reeds op dit gebied plaatsgevonden, maar geen onderzoek heeft tot nu toe een volledig beeld over ondernemingsmobiliteit kunnen schetsen. Hoewel het project, getiteld 'Grensoverschrijdende ondernemingsmobiliteit van in de EU' geen volledig beeld kan verzekeren, zal het trachten om data te verzamelen in gebieden waarin reeds data is verzameld (SE's, grensoverschrijdende fusies) en streeft ernaar nieuwe gebieden te belichten, zoals dataverzameling op het gebied van grensoverschrijdende zetelverplaatsing en grensoverschrijdende afsplitsingen. Het project zal, in het kort, een uitvoering van dataverzameling zijn op het gebied van ondernemingsmobiliteit binnen de EU/EER, op basis van deze instrumenten: Europese ondernemingen (SE, SCE), grensoverschrijdende fusies, zetelverplaatsingen en afsplitsingen. Data zal derhalve verzameld worden over deze instrumenten voor alle 28 EU-lidstaten en IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. De data zal verzameld worden vanaf 2017 tot en met 2020. Recent heeft het onderzoeksteam een aanvullend Jean Monnet subsidie van de Europese Commissie toegewezen gekregen. De Jean Monnet subsidie maakt het mogelijk de tijdspanne waarop het onderzoek toeziet te verlengen naar 20 jaar. Daarmee wordt de periode van 2000-2020 afgedekt. Het project wordt gefinancierd door het Europees Vakbondsinstituut (ETUI). Voor meer informatie zie de onderzoekspagina Grensoverschrijdende ondernemingsmobiliteit in de EU |
Grensoverschrijdende stages in de Euregio Maas-Rijn
Wanneer: | Maart 2017 - juli 2017 |
Thema: | Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit |
Titel: | ‘Grensoverschrijdende stages in de Euregio Maas-Rijn’ |
ITEM contractonderzoek, verantwoordelijken: Martin Unfried (Ontgrenzer ITEM) |
|
Omschrijving | |
Expertisecentrum ITEM heeft van de Euregio Maas-Rijn en EURES opdracht gekregen om een onderzoeksproject te starten naar belemmeringen en succesfactoren rondom grensoverschrijdende stages in de Euregio Maas-Rijn. Doel van dit project is te inventariseren wat de succesfactoren danwel belemmeringen zijn voor studenten die in de Euregio Maas-Rijn stage zouden willen lopen. Het onderzoek richt zich met name op mbo-onderwijsinstellingen en wordt geleid door ITEM’s Martin Unfried (ontgrenzer). Rondom het thema euregionale grensoverschrijdende stages zijn (in het verleden) reeds meer projecten gestart: Linguaclusters, projecten rondom Euregio competenties/certificaten, de Lerende euregio (Rijn-Waal), Xperience (Rijn Maas-Noord) en Eurfriends (Maas-Rijn). Ondanks de verschillende INTERREG-projecten bleek het steeds lastig om een duurzame structuur op te zetten voor grensoverschrijdende stages. De veronderstelling is dat er een aantal fundamentele obstakels zijn op het gebied van:
Verschillende enquêtes en interviews zullen worden afgelegd in samenwerking met mbo-onderwijsinstellingen in de Euregio Maas-Rijn. Dit ITEM onderzoeksproject wordt gefinancierd door EURES en de Euregio Maas-Rijn. |
Project Grensoverschrijdende Uitvoering Strafrechtelijke Vonnissen tussen België, Duitsland en Nederland (CrossBES)
When: | January 2017 |
Topic: | Cross border cooperation |
Title: | 'Project Cross Border Execution of Sentences between Belgium, Germany and the Netherlands (CrossBES)' |
Law research, persons in charge: Project steering committee: T. Dolmans, N. Wiegers, J. Mocken, M. Groven (members of the BES)Key experts: D. Van Daele (KU Leuven), prof. mr. A. Klip (UM/FL), prof. dr. H. Nelen (UM/FL), J. Simmelink (Public Prosecutor’s Office of the Netherlands / UM/FL) |
|
Description: | |
The focus of cross border cooperation in criminal matters has until now always been on the investigation phase. The enforcement of penalties is never a central theme. Nonetheless it is an equally important aspect of the enforcement of criminal law, especially in the fight against organised crime and terrorism. Experiences have shown that sentenced persons use/abuse the borders to hinder the correct, adequate and timely execution of their sentences. The absence of a swift and clear response, in particularly across borders, results in impunity, a sense of insecurity and injustice. In each of the three countries (the Netherlands and Belgium, Germany) several reports of national authorities show that the execution of sentences is inadequate. The objective of this project is to improve judicial cooperation in the field of Cross Border Execution of Sentences (CrossBES) between the three countries and other EU-countries, contribute to the effective and coherent application of the EU legal framework, strengthen mutual confidence, trust, recognition and the network of legal practitioners and to prevent convicted persons from abusing borders to escape punishment. To successfully execute sentences across borders, increase the level of reintegration of the convicted person into society, the sense of security and decrease impunity, it is imperative that neighbouring countries know each others’ and EU’s possibilities, limitations and structures in this field. Building on “BES Practice”, the partners within the project want to create a network of practitioners and to improve the knowledge and cooperation in this field, by offering the practitioners the outcome of a comparative law study including the (new) EU framework decisions, three in-depth trainings and a practical guide being the roadmap on how to successfully execute sentences across borders. The aim of the comparative law study is to inform legal practitioners of the legal framework/system/structure of each of the three participating countries and to create cross border understanding. This study will give practitioners working in the field of CrossBES an overview of the legal possibilities and allow them to choose the best option to execute the sentence in a specific case. Different from other studies, this comparative law study will actually be used as a reference book. After all, in the execution phase, practitioners can take the time to decide upon the best option for each individual case, taking into account the legal possibilities, the position of the victim, social importance and reintegration of the convicted person into society. |
Werkgelegenheid en Sociale Zekerheid van Patchwork-Werknemers in een Ontgrenzende Arbeidsmarkt in de EU: Nieuwe arbeidsvormen en Mobiliteit met betrekking tot de Culturele Industrie bezien in het licht van de EU-Wetgeving
Wanneer: | Januari 2017 |
Thema: | Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit |
Titel: | ‘Werkgelegenheid en Sociale Zekerheid van Patchwork-Werknemers in een Ontgrenzende Arbeidsmarkt in de EU: Nieuwe arbeidsvormen en Mobiliteit met betrekking tot de Culturele Industrie bezien in het licht van de EU-Wetgeving’ |
ITEM onderzoek, verantwoordelijken: E.van Ooij / Prof. Dr. Hildegard Schneider (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Omschrijving | |
In de 21e eeuw wordt meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt vereist door de snelle technologische vooruitgang, de toegenomen concurrentie als gevolg van globalisering, de veranderende vraag van de consument en door de sterke groei van de dienstensector . Dit blijkt ook uit de opkomende trend van veranderende invulling van werk, werktijden, loon en omvang van de beroepsbevolking. Tegen deze achtergrond lijkt de klassieke 'werknemer' die voor onbepaalde duur voor één werkgever werkt eerder de uitzondering dan de regel te worden. Door deze nieuwe arbeidsvormen werken ook steeds meer mensen grensoverschrijdend binnen de Europese Unie, vooral in grensregio's zoals de Euregio Maas-Rijn. |
Communicatie op meertalige werkvloeren in de Euregio
Wanneer: | januari 2017, start ITEM Onderzoek |
Thema: | grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit, meertaligheid, identiteit |
Titel: | ‘Communicatie op meertalige werkvloeren in de Euregio’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: D. Hovens / prof. dr. L. Cornips (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen / Meertens Instituut, Koninklijke Akademie van Wetenschappen) | |
Omschrijving | |
In Nederland neemt, zoals overal in Europa, arbeidsmobiliteit over de grens toe, wat leidt tot meertaligheid, taalbarrières en culturele barrières op de werkvloer. De Nederlandse provincie Limburg en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen zijn regio's waar werknemers dagelijks de Nederlands-Duitse grens oversteken. Dit gebied maakt deel uit van de Euregio Maas-Rijn en de Euregio Rijn-Maas-Noord. Op deze werkvloeren kunnen groepen en individuen voor verschillende talen kiezen, waaronder (1) een nationale standaardtaal: Nederlands of Duits, (2) een lokaal dialect: Limburgs of Nederduits, (3) een lingua franca: het Engels, en (4) een minderheidstaal: bijvoorbeeld Pools of Turks. Bovendien is het mogelijk om (5) tussen meerdere talen te switchen: code-mixing, of om (6) voor receptieve meertaligheid te kiezen: een communicatievariant waarbij iedereen de taal van zijn/haar voorkeur spreekt, ervan uitgaande dat anderen deze taal kunnen begrijpen. De belangrijkste onderzoeksvraag is welke communicatievarianten worden gebruikt op de werkvloer, door welke personen en in welke situaties. Door te kijken hoe concrete, dagelijkse taalpraktijken er op de werkvloer uitzien, is het de bedoeling om knelpunten in kaart te brengen, en om aanbevelingen voor toekomstige werknemers op de euregionale arbeidsmarkt te formuleren. |
NIEM project (National integration Evaluation Mechanism)
Wanneer: | 2016 - 2022 |
Onderwerp: | Grensoverschrijdende mobiliteit / migratie |
Titel: | 'NIEM project (National integration Evaluation Mechanism)' |
Onderzoek geleid door het Institute of Public Affairs (Poland) en Migration Policy Group (Belgium), betrokken UM onderzoekers: Dersim Yabasun and Natasja Reslow (Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Beschrijving | |
The National Integration Evaluation Mechanism (NIEM) project is een zes jaar durend transnationaal project met als doel het voorbereiden van belangrijke actoren op het gebied van integratie in 15 EU-lidstaten. Dit wordt uitgevoerd om beter bestand te zijn tegen actuele uitdagingen en om resultaten van integratie te verbeteren voor begunstigden die internationale bescherming genieten. Aangezien het momenteel gemiddeld 17 jaar duurt, voordat mensen die gevlucht zijn voor burgeroorlogen mogelijk een kans krijgen om terug te keren naar hun thuisland, waardoor de integratie van pas aangekomen begunstigden van internationale bescherming op de lange termijn geen alternatief heeft en dit een onmiddellijke uitdaging vormt voor Europese samenlevingen. NIEM zal een mechanisme vaststellen voor een tweejaarlijkse, diepgaande evaluatie van de integratie van begunstigden van internationale bescherming om leemten in integratienormen aan te tonen, veelbelovende praktijken te identificeren en de effecten van wets- en beleidswijzigingen te evalueren. © http://www.forintegration.eu
|
Naar een grensoverschrijdend pensioenregister tussen Nederland en Duitsland
Wanneer: | juni 2016, ITEM Onderzoek |
Thema: | Grensoverschrijdende informatie-uitwisseling & communicatie |
Titel: | ‘Naar een grensoverschrijdend pensioenregister tussen Nederland en Duitsland’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: S. Kramer, prof. dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn (LAW), dr. L. Brüggen (SBE) (expertise vanuit Universiteit Maastricht, interdisciplinaire samenwerking tussen Faculteit der Rechtsgeleerdheid en de School of Business and Economics) |
|
Omschrijving | |
De vrijheid voor burgers om te wonen en werken waar zij willen is een groot Europees goed. In Europa werken zo’n 8 miljoen mensen voor korte of langere tijd buiten hun thuisland. Daarbij bouwen zij uiteraard pensioen op. Hoe en hoeveel kan van land tot land verschillen, net als de pensioengerechtigde leeftijd en andere keuzemogelijkheden. Probleem waar zij tegenaan lopen is dat er tot op heden niet één centrale plaats is waar zij terecht kunnen om inzicht te krijgen in hun individuele pensioenrechten. Op dit moment moet dat per land bekeken en opgevraagd worden. Een Europees pensioenregister zou daarin een oplossing kunnen bieden: dan is er één overkoepelend systeem waarin alle Europese pensioenen te vinden zijn. Het TTYPE (Track and Trace your Pension in Europe)-consortium, dat in opdracht van de Europese Commissie de mogelijkheden voor een Europees trackingsysteem in kaart bracht, heeft in zijn eindconclusies aangegeven dat dit mogelijk is, maar er moet nog veel gedaan worden. Binnen deze context richt het promotieonderzoek zich op de grensoverschrijdende informatie- en communicatieverbetering tussen Nederland, België en Duitsland. In Nederland bestaat een nationaal pensioenregister waarin de burger de informatie kan vinden over zijn AOW en zijn werknemerspensioen. In België bestaat sinds kort ook een nationaal pensioenregister. In Duitsland bestaat op dit moment geen nationaal systeem. Toch is er een groot werknemersverkeer tussen deze landen. Het onderzoek richt zich op een gemeenschappelijk informatie- en communicatiesysteem tussen deze landen. Het onderzoek wordt daarbij gedaan binnen de scope van het TTYPE-project en kan als zodanig zijn resultaten inbrengen. |
Productieve grenzen: Artistiek onderzoek van dagelijkse grenspraktijken
Wanneer: | april 2016, start ITEM Onderzoek |
Thema: | Euregionale en culturele samenwerking in een tijd van risicovolle grenzen. |
Titel: | 'Productieve grenzen: Artistiek onderzoek van dagelijkse grenspraktijken' |
Onderzoek, verantwoordelijken: Dr. R. Benschop, lector Autonomie en Openbaarheid in de Kunsten (expertise van Zuyd Hogeschool) samen met Inèz Derksen (Artistiek Directeur van het jeugdtheatergezelschap Het Laagland) en Christophe Aussems (Artistiek Directeur van het Belgische theatergezelschap Het Nieuwstedelijk). |
|
Omschrijving | |
Het project is een samenwerking tussen het lectoraat, Het Laagland (een theatergezelschap in Sittard) en Het Nieuwstedelijk (een theatergezelschap in België). Het project heeft twee doelen: 1) artistiek onderzoek van dagelijkse grensgedragingen en 2) praktische experimentatie van culturele instanties met grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden. De drie partijen zullen samenwerken over verscheidende (harde en zachte, nationale en culturele) grenzen en daarmee inzichten krijgen in praktijk binnen dit soort samenwerkingsverbanden. Tegelijkertijd, zal er artistiek onderzoek worden gedaan over grenskwesties. Verdere plannen zijn gemaakt voor de drie instanties om een programme te ontwikkelen waarin kennis en methodologie van onderzoek verkend en gedeeld kan worden. Het project is praktijkgericht actie-onderzoek waarin artistiek onderzoek ontwikkeld wordt in situ en de lokale specificiteit van kennis serieus genomen wordt. Het impliceert geen positieve resultaten van culturele activiteiten, maar neemt de kwestie welke relevante rollen culturele actoren zich zullen ontwikkelen binnen de Euregio als uitgangspunt. Het onderzoek zal gecombineerd worden met workshops, conferenties, cursussen en andere vormen van overdracht en verspreiding. Deze activiteiten zullen specifiek worden vermeld in het projectplan. |
Onderzoek met betrekking tot outlaw motorcycle gangs (OMGs) en het geïntegreerde grensoverschrijdende beleid in de Euregio Maas-Rijn
Wanneer: | Maart 2016, ITEM Onderzoek: |
Thema: | grensoverschrijdende samenwerking van overheden |
Titel: | ‘Onderzoek met betrekking tot outlaw motorcycle gangs (OMGs) en het geïntegreerde grensoverschrijdende beleid in de Euregio Maas-Rijn’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: K. Geurtjens LL.M / Prof.dr.mr. H. Nelen en mr.dr. M. Vanderhallen (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid). |
|
Omschrijving | |
De laatste jaren is er veel aandacht voor vormen van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit in de grensstreek tussen Duitsland, België en Nederland, de Euregio Maas-Rijn in het bijzonder. Denk b.v. aan de outlaw motorcycle gangs, waarvan het aantal in de afgelopen 10 jaar flink toegenomen is Het doel van het project is het identificeren van zowel de rol van de grens voor de (criminele) activiteiten van outlaw motorcycle gangs en hun leden, als voor de maatregelen tegen outlaw bikers die in het kader van de geïntegreerde aanpak zijn opgelegd door de bevoegde autoriteiten. Met de term geïntegreerde aanpak wordt gedoeld op een benadering waarin de aard, ernst en omvang van een criminaliteitsverschijnsel door diverse partners (politie, OM, fiscus, bijzondere opsporingsdiensten, bestuur) inzichtelijk worden gemaakt en alle betrokken partijen in onderlinge samenhang een werkwijze ontwikkelen om dat probleem in te dammen. Het onderzoek zal daarom gericht zijn op (1) grensoverschrijdende activiteiten door outlaw motorcycle gangs (2) kennisdeling en grensoverschrijdende acties door bevoegde autoriteiten en (3) hoe de huidige situatie te verbeteren met betrekking tot de grensoverschrijdende aanpak van outlaw motorcycle gangs op basis van een situationeel criminaliteitspreventie-kader. |
Haalbaarheidsonderzoek naar regionale museumsamenwerking en regionale museumkaart
Wanneer: | Januari 2016 |
Thema: | grensoverschrijdende samenwerking |
Titel: | ‘Haalbaarheidsonderzoek naar regionale museumsamenwerking en regionale museumkaart’ |
Onderzoek, verantwoordelijken: Prof. dr. H. Schneider / dr. K. Lubina (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Omschrijving | |
Het idee van een grensoverschrijdende museumpas in de regio Maas-Rijn/Rijn Maas Noord is gebaseerd op het voorbeeld van de Association of Museums-PASS-Musées (www.museumspass.com) (voorheen de Upper Rhine Museum Pass). Deze vereniging werd in december 1998 opgericht. De leden van deze vereniging komen hetzij uit Duitsland, Frankrijk of Zwitserland. Sinds het prille begin zijn er al meer dan 120 deelnemende musea lid van de Upper Rhine Pass. In 2015 zijn meer dan 320 musea, kastelen en tuinen in de drie landen lid van deze vereniging en de geografische dimensie van het project is enorm toegenomen. Dit initiatief is bovendien financieel volledig onafhankelijk geworden. |
De verdere migratie van asielmigranten in Nederland
Wanneer: | Januari 2016, start ITEM Onderzoek |
Thema: | Binding migranten aan Limburg |
Titel: | 'De verdere migratie van asielmigranten in Nederland' |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: Drs M. de Hoon / prof. dr. H. Schmeets (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen / Centraal Bureau voor de Statistiek), prof. dr. M. Vink (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen) |
|
Omschrijving | |
Wat bindt migranten aan een regio? Dit project analyseert de migratieroutes van migranten in de context van een grensregio met een specifieke focus op de provincie Limburg. In het project analyseren we de mobiliteitspaden onder migranten zodra ze in de bestemmingscontext zijn gearriveerd; terwijl sommigen blijven, trekken anderen verder naar een andere regio in Nederland of naar het buitenland en ten slotte kan het zijn dat weer anderen migreren, maar achteraf terugkeren of als tussensituatie grensoverschrijdend blijken te leven. Wij nemen verschillende types immigranten in beschouwing, gaande van studenten, hoogopgeleide en niet opgeleide arbeidsmigranten, migrantenfamilies en vluchtelingen, zowel van binnen als buiten de Europese Unie. Het project richt zich op migratieroutes in de context van individuele levenslopen, rechtspersoonlijkheid (zoals verwerving van burgerschap) en economische en demografische kenmerken van grensregio’s. Voorts bekijken we het belang van contextuele factoren op gemeentelijk en buurtniveau om te achterhalen of sociaal kapitaal (bijv. sociale contacten, participatie in de maatschappij, institutioneel vertrouwen) van invloed is op het feit waarom sommige gemeentes meer succes boeken bij het binden van immigranten dan andere. Het project hanteert een kwantitatieve methodologie die gegevens uit het longitudinale register en de onderzoeken van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aangaande allochtone en autochtone inwoners analyseert met een focus op de vergelijking van gemeenten binnen Limburg en binnen andere regio’s in Nederland. |
Het verantwoordingsvraagstuk van het sociaal werk. Een vergelijkende case studie naar accountability-strategieën in Vlaanderen, Nordrhein-Westfalen en Nederland
Wanneer: | December 2015, ITEM Onderzoek: |
Thema: | social policy |
Titel: | ‘Het verantwoordingsvraagstuk van het sociaal werk. Een vergelijkende case studie naar accountability-strategieën in Vlaanderen, Nordrhein-Westfalen en Nederland’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: Drs M. Heijnen van der Tier / dr. N. Reverda, lectoraat Nederlands Kennisinstituut Maatschappelijke Effecten Demografische Krimp (expertise vanuit NEIMED) en prof. dr. K. Hermans (Universiteit van Leuven). |
|
Omschrijving | |
Limburg is een vergrijzende provincie – zorg en welzijn zijn dan ook belangrijke thema’s. Vermaatschappelijking, decentralisaties, actief burgerschap, buurtzorg - om enkele belangrijke termen te noemen – staan centraal in de omvorming van de verzorgingsstaat. Deze beweging vindt zowel in Vlaanderen als Nederland als Noord Rijn Westfalen plaats. Onderzoek naar kwaliteit van leven in de drie gebieden en transnationale vergelijking, met name als het gaat om de Maatschappelijke ondersteuning en de verantwoordelijkheden daarbij, is dan ook meer dan relevant. Het onderzoek zal vergezeld worden van workshops, symposia, cursussen en andere vormen van overdracht en disseminatie. In het projectplan zullen deze activiteiten specifiek opgenomen worden. |
De Erkenning van Kwalificaties in de EU: Het Vervagen van de Bevoegdheden tussen de Interne Markt en Onderwijs
Wanneer: | oktober 2015 - mei 2020 |
Thema: | intra-Europese - en grensoverschrijdende mobiliteit |
Titel: | 'De Erkenning van Kwalificaties in de EU: Het Vervagen van de Bevoegdheden tussen de Interne Markt en Onderwijs' |
Promotieonderzoek, promovenda, verantwoordelijken: L. Kortese, LL.M./ Prof. dr. H. Schneider (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid), mr. dr. S. Claessens, LL.M. (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid) en mr. dr. S. Schoenmaekers, LL.M. (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid). |
|
Links: | |
Nieuwsartikel: Onduidelijk of je met je diploma in een ander EU-land aan de slag kan (mei 2020) |
|
Omschrijving | |
Voordat individuen in een andere EU-Lidstaat kunnen werken of studeren, moeten zij ervan verzekerd zijn dat zij toegang krijgen tot de arbeidsmarkt of tot het onderwijssysteem van de ontvangende Lidstaat. In veel gevallen is erkenning van hun professionele of academische kwalificaties een voorwaarde om in een tweede Lidstaat te werken of te studeren. Er is een theoretisch onderscheid tussen twee typen erkenning dat ten grondslag ligt aan de erkenning van kwalificaties. Enerzijds, bestaat er professionele erkenning gerelateerd aan het werken in een andere Lidstaat, anderzijds is er sprake van academische erkenning voor diegenen die in een tweede Lidstaat willen studeren. Oorspronkelijk van een theoretische aard, gaat dit onderscheid nu gepaard met een verdeling in EU bevoegdheden. Terwijl professionele erkenning onder de EU interne markt bevoegdheid valt, valt academische erkenning onder de beperkte EU bevoegdheid op het gebied van onderwijs en cultuur. In deze context is het duidelijk dat de EU de belangrijkste actor voor professionele erkenning is. De recentelijk gemoderniseerde Richtlijn 2005/36/EG regelt de toegang tot de arbeidsmarkt van een andere Lidstaat voor die beroepsbeoefenaren die een gereglementeerd beroep uitoefenen. De toegang tot niet-gereglementeerde beroepen valt binnen het toepassingsbereik van het vrij personenverkeer als vastgelegd in de EU Verdragen. Dit betekent dat de toegang tot dergelijke beroepen grotendeels afhankelijk is van de beslissing van de werkgever. De situatie voor academische erkenning is minder eenduidig. Omdat academische erkenning buiten de EU bevoegdheden ligt om bindende wetgeving te creëren, wordt het gebied beheerst door verschillende actoren die ook hun eigen wetgeving en samenwerkingsinitiatieven creëren. Dit heeft geleid tot een factor die de erkenning van kwalificaties compliceert: EU-Lidstaten implementeren zowel de EU Richtlijn over professionele erkenning, maar nemen ook deel in non-EU initiatieven voor academische erkenning die ook implementatie vereisen. Wat zijn de gevolgen van deze verscheidenheid aan juridische instrumenten? Welke invloed heeft dit op het vrij personenverkeer? Door middel van dit promotieonderzoek, gelegen op de grens tussen twee sterk verschillende bevoegdheden, wordt beoogd een antwoord te geven op de voornoemde vragen en wordt gestreefd oplossingen te bieden voor de langdurige kwestie van de erkenning van kwalificaties. |
Grensoverschrijdende aansprakelijkheid in onderaannemingsketens
Wanneer: | oktober 2015, start ITEM Onderzoek: |
Thema: | problemen van arbeiders, uitvoerings- en overheidsinstanties |
Titel: | ‘Grensoverschrijdende aansprakelijkheid in onderaannemingsketens’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: Mr. K. Heller / Prof. dr. M.J.G.A.M. Weerepas (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid) en prof.dr. R. Prokisch (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid). | |
Omschrijving | |
Grensoverschrijdende tewerkstelling kent een aantal lastige problemen. Wat betreft het grensoverschrijdend inhuren van aannemers of onderaannemers stelt zich de cruciale vraag in welk land de inkomstenbelastingen en de aftrek van sociale zekerheid betaald moeten worden. Het onderwerp van grensoverschrijdende tewerkstelling is aanzienlijk onder de aandacht gebracht. De Europese arbeidsmarkt, frauduleuze tewerkstellingsconstructies en het vrij verkeer van diensten zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Landen proberen problemen op te lossen door nieuwe wetgeving vast te stellen en een strengere toepassing van de wet. Op Europees niveau worden momenteel ook wijzigingen aangebracht. Regels inzake de aansprakelijkheid in de onderaannemingsketen kunnen gebruikt worden wanneer de betaling van belastingen en sociale zekerheidsverplichtingen niet op de gebruikelijke manier gebeuren. Aansprakelijkheid in onderaannemingsketens maakt het mogelijk om andere partijen dan de partij die de belasting verschuldigd is aansprakelijk te stellen voor het heffen van belasting en verzekeringsaftrek. Aan het recht dat van toepassing is, zijn talrijke voorwaarden verbonden. Een belangrijke vraag is of de huidige Nederlandse wet toestaat dat onbetaalde belastingen geïnd worden van een derde partij die aansprakelijk gesteld is voor de betaling van deze belastingen wanneer die partij in het buitenland woonachtig is. Er is niet altijd een duidelijk antwoord gegeven in Nederland. Een mogelijk conflict met het vrij verkeer van diensten speelt in deze discussie een rol. Het vrij verkeer van werknemers is hier ook bij betrokken. Het zou zeer nuttig zijn om te weten of België en Duitsland vergelijkbare ketenaansprakelijkheidswetten hebben en hoe deze landen met grensoverschrijdende aansprakelijkheid omgaan. Zowel wetgeving als jurisprudentie zijn belangrijk in dit opzicht. Het doel van het onderzoek is om te bepalen hoe Nederland, België en Duitsland met grensoverschrijdende aansprakelijkheid bij onderaannemingsketens omgaan en om voorstellen te formuleren voor een mogelijke wijziging in grensoverschrijdende aansprakelijkheid. |
|
PhD Presentaties | |
PhD Presentatie - K. Heller - 5 april 2018 - Optimising the EU legal framework to facilitate cross-border liability of international labour supply |
‘Kwalificatieproblematiek: tussen sociale zekerheid en aanvullend pensioen
Wanneer: | september 2015 - december 2019 |
Thema: | Grensoverschrijdende pensioenproblematiek en arbeidsmobiliteit |
Titel: | ‘Kwalificatieproblematiek: tussen sociale zekerheid en aanvullend pensioen |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: Mr. B. Didden / prof. dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn en Prof. dr. M.J.G.A.M. Weerepas (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid). |
|
Omschrijving: | |
De Europese Commissie streeft naar een specificering en stimulering van een adequaat pensioen. Europese landen hebben hervormingen in pensioensystemen geïnitieerd niet alleen om een adequaat pensioen te bieden maar ook om een financieel duurzaam pensioensysteem te bieden. Deze hervormingen zijn echter allemaal nationaal gericht. De pensioensystemen van de Europese landen verschillen onderling sterk. In sommige landen, bijvoorbeeld, ligt de nadruk op de eerste pensioenpijler (sociale zekerheid), terwijl in andere landen de tweede pensioenpijler belangrijk is, en in een interne situatie zijn dan weer de beide pijlers vooral op elkaar afgestemd. Bij grensoverschrijdende situaties is een totaal verschillende wetgeving (Regulering 883/2004) van toepassing op eerste pijler pensioenen dan op tweede pijler pensioenen (belastingverdragen). Ook de fiscale behandeling van pensioenen is niet in elk land dezelfde (niet elk land, bijv., staat premie-aftrek toe of voorziet in vrijstellingen tijdens de opbouwfase gebaseerd op dezelfde voorwaarden). De problemen zijn nog groter want een en hetzelfde pensioen kan op een andere manier gedefinieerd zijn. Wanneer een mobiele werknemer een pensioen opbouwt in grensoverschrijdende situaties dan zal hij geconfronteerd worden met de problemen rond deze pensioenkwalificatie. Afhankelijk van de kwalificatie kan hij al dan niet in aanmerking komen voor belastingvermindering inzake pensioenopbouw, maar hij kan ook geconfronteerd worden met gunstiger of ongunstiger belastingconsequenties als het pensioen uitbetaald wordt. Het doel van dit onderzoek is om te komen tot gemeenschappelijke criteria die vanuit Europees perspectief toegepast kunnen worden op grensoverschrijdende situaties en die resulteren in een gelijke fiscale behandeling waarbij het vrij verkeer van werknemers gewaarborgd wordt. |
Naar een juridisch kader voor de registratie van grond in Europa
Wanneer: | juli 2015, start ITEM Onderzoek: |
Thema: | grensoverschrijdende samenwerking van overheden |
Titel: | ‘Naar een juridisch kader voor de registratie van grond in Europa’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: Mr. K. Zimmermann / Prof. dr. S. van Erp (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid) en Prof. dr. R. Schulze (Universität Münster). |
|
Omschrijving: | |
Het onderzoek concentreert zich op de vereenvoudiging van grensoverschrijdende overdrachten van grond in de Europese Unie. De thesis wordt in drie hoofdstukken opgesplitst. In het eerste gedeelte, zal een grondige rechtsvergelijkende studie over de registratiestelsels van Nederland, Duitsland, Spanje, en Engeland/Wales worden uitgevoerd. Om een goed begrip van het registratieproces te garanderen, zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan de belangrijkste spelers (bijv. de notarissen, juristen m.b.t. overdrachtsakten en bewaarders) en aan de definitie van het object, dat aan de overdracht is onderworpen. Het tweede gedeelte zal met een discussie over de wenselijkheid van Europese initiatieven op dit gebied beginnen. Daarnaast zal het tweede gedeelte worden voorzien van een inventarisatie en een analyse van deze initiatieven, die door de wetenschap, de notarissen, en de kadasters voorgesteld of gerealiseerd zijn. Op basis van de eerste twee gedeeltes en door het decoderen van andere innovatieve initiatieven zoals het Land Administration Domain Model of de International Registry of Mobile Assets, zal in het derde gedeelte een juridisch kader voor de registratie van grond in Europa worden ontwikkeld. |
ITEM Grenseffectenrapportage
Wanneer: | Jaarlijks |
Thema: | Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit |
Titel: | ‘Grenseffectenrapportage 2018’ |
ITEM onderzoek, verantwoordelijken: Martin Unfried (Ontgrenzer ITEM) |
|
Omschrijving | |
Wat zijn de effecten van nationaal en EU beleid en wetgeving op grensregio’s? Worden grensarbeiders getroffen door recent doorgevoerd of binnenkort te verwachten nationaal of EU beleid/wetgeving? Een van de belangrijkste doelstellingen van het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and mobility / ITEM is om jaarlijks een grenseffectenrapportage op te stellen en uit te voeren. Er is momenteel een gebrek aan informatie aangaande de (verwachte) effecten van nationaal en EU beleid en wetgeving op grensregio’s. De jaarlijkse grenseffecten beoordeling van ITEM zal de effecten aan het licht brengen. Voor meer informatie over ITEM's jaarlijkse grenseffectenrapportage, klik hier |
Afhankelijk van externe financiering kan het volgende onderzoek door ITEM opgepakt worden:
Inbraak in de Euregio Maas-Rijn
Wanneer: | afhankelijk van externe financiering |
Thema: | grensoverschrijdende samenwerking van overheden |
Titel: | ‘Inbraak in de Euregio Maas-Rijn’ |
Promotieonderzoek, verantwoordelijken: Prof. dr. H. Nelen (expertise vanuit Universiteit Maastricht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid) |
|
Omschrijving | |
Inbraken vormen één groot veiligheidsprobleem voor mensen in de Euregio Maas-Rijn. Sterker nog, het fenomeen is als prioriteit aangemerkt in alle partnerregio’s alsook in de EMR. De strijd is met name moeilijk omdat we geconfronteerd worden met lokale en grensoverschrijdende problemen. De initiatieven die over de laatste jaren zijn genomen hebben niet het gewenste succes gehad ondanks het feit dat de samenwerking tussen de politiediensten gestaag is gegroeid. Daarom hebben de belangrijkste veiligheidsactoren van de Euregio gezamenlijk beslist om dit probleem aan te pakken door een globale en geïntegreerde aanpak. De idee is om dit fenomeen te voorkomen en te bestrijden op alle niveaus en met alle actoren.
Dit gezamenlijk project van politie, justitie, overheidsinstanties en wetenschappers zou:
|