Wim Riedel: schakel tussen universiteit en industrie

Op 15 februari zet hij een punt achter zijn loopbaan bij de Universiteit Maastricht. Prof. dr. Wim Riedel: Drummer, wielrenner, piloot en hoogleraar ‘Experimentele Psychofarmacologie’ aan de Faculty of Psychology and Neuroscience (FPN).

Telepathie?

Toen hij een jaar of vijftien was, was hij overtuigd telepathisch begaafd te zijn. “Mijn naïeve gewaarwording was dat er in mijn leven té vaak, té toevallige dingen gebeurden en ik meende antwoorden in de psychologie te kunnen vinden. Om een lang verhaal kort te maken: ik ben uiteindelijk genezen van dat geloof, onder andere door de psychologie zelf.” Nu terugkijkend kan hij het zien als een poging zijn indrukken en gewaarwordingen van betekenis te voorzien. “Toen ik vijftien was, vond ik het idee gaaf dat ik jouw gedachten kon lezen, dan hoefde ik niet eens met je te praten.” Het fenomeen telepathie bleek wetenschappelijk niet voldoende onderbouwd. “Misschien was telepathie mijn vermomde poging om iets te zoeken van waarheid, of het bestaan van een hogere macht. Maar uiteindelijke heeft de wetenschap daarin perfect voorzien.”

Thom Frijns

Drugs & Driving

Hij begon zijn studie psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werd aangetrokken door alle experimenten met grote computers en andere apparatuur, wat hij het ‘speelkarakter’ van de functieleer noemt. Functieleer is wat tegenwoordig cognitieve psychologie heet, met onderwerpen als waarnemen, onthouden, taal, etc.. Riedel studeerde af met als bijvak wiskundige methoden in de sociale wetenschappen. In zijn derde studiejaar was hij al actief als student-assistent in het onderzoek. Tijdens zijn assistentschap was hij de zogenoemde numbercruncher die alle data verwerkte.

En zo rolde hij in zijn eerste baan, als numbercruncher voor het Verkeerskundig Studiecentrum aan de Universiteit Groningen. Binnen het centrum deed een groep (onder leiding van Jim O’Hanlon) onderzoek naar de effecten van geneesmiddelen op autorijgedrag. Hij bood zijn diensten aan en reisde met de groep mee naar de geneeskundefaculteit in Maastricht, waar hij ook stage had gelopen. Vanaf 1986 bevond Riedel zich in de wereld van het onderzoeken van de effecten van geneesmiddelen op het gedrag. Eerst binnen Drugs & Driving en daarna bij Psychiatrie (waar hij ook promoveerde).

Wetenschap en Industrie

In 1995 werd in Maastricht de Faculteit der Psychologie opgericht (nu FPN) en binnen FPN ging Riedel zich profileren als docent. Met een knipoog werden hij en een aantal collega’s ‘leasedocent’ genoemd, werkend voor FPN maar geworteld bij de geneeskundefaculteit. In deze periode had hij contact met bedrijven in verschillende industrieën, waardoor hij leerde dat er nog veel te ontdekken was buiten de universitaire wereld. In 2002 stapte hij over naar de farmaceutische industrie, waar hij zich bezighield met onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen voor aandoeningen aan het centraal zenuwstelsel, zoals dementie, schizofrenie, depressie, slaap, angst, autisme, Parkinsons, etc. 

Tien jaar lang werkte hij bij twee grote firma’s (GlaxoSmithKline in Cambridge en Roche in Basel). Bedrijven van ’een dergelijke omvang hebben een jarenlang programma om meer te leren over een bepaalde aandoening en geneesmiddelen ervoor te ontwikkelen. Het proces vanaf het eerste onderzoek tot het moment dat een nieuwe middel het licht ziet duurt gemiddeld zo’n vijftien jaar. Op een gegeven moment komt een middel uit de preklinische selectiefase en moet worden gekeken naar hoe effectief het is bij mensen. “In dat stadium ben ik altijd werkzaam geweest, wanneer het middel voor het eerst aan mensen en patiënten wordt toegediend. Het heeft mij de mogelijkheid gegeven om in grote onderzoeksprogramma’s mee te draaien en te begrijpen hoe het hele proces werkt.”

Win-win

Voordat hij de stap naar de farmaceutische industrie maakte, kreeg hij een aanstelling als bijzonder hoogleraar bij FPN. Dit stelde hem in staat om de verbinding te maken tussen de industrie en de universiteit. “Sommig onderzoek binnen de farma-industrie kan goed kan worden uitgevoerd door promovendi aan universiteiten. Dat organiseer je natuurlijk een stuk beter als je al met één been binnen bent. Dat is in mijn ogen een win-win situatie”. De kern van zijn bijzonder hoogleraarschap was de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de universiteit en de industrie. “In wezen gaat het erom: is er een manier om de inhoudelijke kennis van de universiteit te vermengen met de praktische doelstellingen van de industrie. Tegenwoordig noem je dat valoriseren”.

De cirkel rond

De universiteit bleef desondanks lonken, zeker toen er bij FPN werd gesproken over een farmaca-specialisatie binnen de Research Master in Cognitive and Clinical Neuroscience. “Door mijn beschikbaarheid is dat toen, denk ik, in een stroomversnelling gekomen”. Het uiteindelijke resultaat was de specialisatie Drug Development and Neurohealth in 2016, waarvan Riedel een jaar eerder coördinator werd.

 “De start van het programma was misschien nog beter dan ik gehoopt had: iedereen van de eerste groep haalde de eindstreep. Ik denk dat het geheim achter het succes is dat we de verbinding hebben gezocht tussen vier medische groepen en de groep psychologen. Psychofarmacologie bij FPN is de kern, maar we werken samen met farmacologie, toxicogenomics, de apotheek en de groep translational neuroscience bij psychiatrie. Het is een daadwerkelijk multidisciplinair programma.” De cirkel is rond, ervaart Riedel ook, omdat alle opgedane kennis, ervaring en passie voor zijn vak samenkomt in een mooi studieprogramma. Het is nu tijd voor zijn hobby’s, in willekeurige volgorde: fietsen, vliegen en drummen.

De afscheidsrede van prof. dr. Riedel, getiteld ‘Drugs or Brains. Who Obeys?’ op 15 februari om 16.00 uur is vrij toegankelijk. Locatie: Minderbroedersberg 4-6, Maastricht. Hij zal dan meer vertellen over zijn werk en zijn ervaringen bij de Universiteit Maastricht.

Lees ook

  • Het Children’s Rights Research team werkte aan een rapport dat laat zien hoe de Verenigde Naties de rechten van deze groep kinderen kan opnemen in haar monitoring- en rapportagecycli.

  • Twee jaar geleden startten de Universiteit Maastricht en de Radboud Universiteit met een gezamenlijk aanbod om meer eerstegraads leraren voor de klas te krijgen in Limburg. De aandacht richtte zich toen op zij-instromers van buiten het onderwijs en op tweedegraads leraren die hun eerstegraads...

  • Als patiënt in een ziekenhuis zie je dagelijks veel verschillende gezichten aan je bed: een verpleegkundige die je bloeddruk meet, een arts of verpleegkundig specialist die jou informeert over het zorgplan en een voedingsdeskundige die jou voorziet van het juiste eten en drinken. Hoewel al deze...