Onderzoeksmetingen
In het kader van de EnCoRe-studie vinden diverse onderzoeksmetingen plaats. Binnen het prospectieve deel van de EnCoRe-studie worden de metingen op herhaalde tijdstippen uitgevoerd in de periode vanaf het moment van diagnose tot 5 jaar na afloop van de behandeling. Binnen het cross-sectionele deel van de EnCoRe-studie zijn alle metingen op 1 moment. Alle verzamelde gegevens worden gecodeerd en veilig bewaard in het Maastricht UMC+, zodat de privacy van de deelnemers gewaarborgd blijft. De gegevens zijn alleen toegankelijk voor de onderzoekers van de EnCoRe-studie.
Hieronder wordt een overzicht en beschrijving gegeven van de metingen.
Vragenlijsten
Er worden één of meerdere vragenlijsten aan de deelnemers gegeven om in te vullen. Deze lijsten bevatten allerlei vragen over voeding, lichamelijke activiteit, roken, sociale contacten en werk en overige bezigheden. Daarnaast zijn in deze lijst ook vragen opgenomen over kwaliteit van leven. Dit zijn vragen over gezondheid en klachten (bijvoorbeeld na de behandeling ) en hoe deze door de deelnemer worden ervaren. Ten slotte wordt er ook nog gevraagd naar het gebruik van medische zorg en zijn er een aantal algemene vragen over de deelnemer en diens familie (bijvoorbeeld opleidingsniveau).

Eetdagboekje en supplementgebruik
Aan deelnemers wordt gevraagd om gedurende 7 dagen in een eetdagboekje alles op te schrijven wat ze hebben gegeten en gedronken. De deelnemers ontvangen een uitgebreide instructie hoe ze het dagboekje moeten invullen. De ingevulde eetdagboekjes worden achteraf nauwkeurig gecontroleerd door de onderzoekers, om na te gaan of er voldoende informatie is om vast te kunnen stellen wat de deelnemer precies heeft gegeten en gedronken. Op deze manier kunnen we heel nauwkeurig de voedingsinname bepalen.
Behalve het in kaart brengen van de voeding middels het eetdagboekje, wordt tevens nagevraagd of deelnemers voedingssupplementen gebruiken. Indien dat het geval is, worden gegevens over supplementgebruik (bijv. soort supplement, frequentie van gebruik en de precieze ingrediënten) nauwkeurig genoteerd.

Lichaamsmetingen
Er worden diverse gegevens verzameld over de lichaamssamenstelling van deelnemers, onder andere middels metingen van de lichaamslengte, het lichaamsgewicht en de middel- en heupomtrek. Op basis van deze metingen kunnen we onder meer het percentage lichaamsvet berekenen en de vetverdeling schatten.
Bovendien hebben we via deelnemende ziekenhuizen de beschikking over CT-scans die gemaakt zijn ten tijde van de diagnose. Met behulp van beelden uit de CT-scans kan heel precies de lichaamssamenstelling worden geanalyseerd door het zorgvuldig inkleuren van spier- en vetweefsel.

Activiteitenmeter
De mate van lichamelijke activiteit wordt gedurende 7 dagen gemeten. Hiervoor worden de deelnemers verzocht een activiteitenmeter te dragen op het bovenbeen. Dit is een klein apparaatje dat continu bewegingen registreert. De activiteitenmeter kan eenvoudig worden bevestigd op het bovenbeen vlak boven de knie met een speciale waterdichte en huidvriendelijke pleister. De deelnemer kan dit vervolgens gedurende zeven opeenvolgende dagen laten zitten. Het hoeft niet te worden afgedaan bij het douchen en slapen. Op deze manier wordt automatisch het activiteitenpatroon gedurende deze week heel objectief vastgelegd.

Medische gegevens
Er worden met toestemming van de deelnemers allerlei medische gegevens verzameld. Allereerst worden er gegevens verzameld over de kenmerken, het verloop en de behandeling van de dikkedarmkanker. Deze gegevens verkrijgen we uit de medische dossiers van de deelnemers. Daarnaast wordt aan de deelnemers gevraagd of ze bepaalde medicatie gebruiken. Details over gebruikte medicatie (bijv. indicatie, dosering, frequentie) worden nauwkeurig genoteerd. Deelnemers kunnen naast de dikkedarmkanker ook andere aandoeningen hebben. Denk aan diabetes of reuma. Daarom wordt informatie over eventuele andere aandoeningen (zogeheten comorbiditeiten) verzameld via de medische dossiers en middels navraag bij de deelnemers.

Bloedafname
Er wordt als onderdeel van de onderzoeksmetingen ook een kleine hoeveelheid bloed afgenomen bij de deelnemers. Hiervoor worden 3 buisjes bloed geprikt. Het verzamelde bloed wordt veilig opgeslagen in vriezers van de Biobank in het Maastricht UMC+. De opgeslagen bloedmonsters worden gebruikt om bijvoorbeeld bepaalde stofjes in het bloed te meten die samenhangen met de voedings- of de gezondheidstoestand van deelnemers.

Speekselafname
Bij een aantal van de onderzoeksmetingen na afloop van behandeling vragen we deelnemers om op twee opeenvolgende dagen op een aantal verschillende momenten speeksel af te nemen. Het verzamelde speeksel wordt veilig opgeslagen in vriezers van de Biobank in het Maastricht UMC+. Het opgeslagen speeksel wordt uiteindelijk gebruikt om bepaalde stofjes in het speeksel te meten (bijvoorbeeld het stresshormoon cortisol) gedurende de dagen en verschillende tijdstippen waarop het speeksel is afgestaan.

Veelgestelde vragen
Contactinformatie
Afdeling Epidemiologie
GROW Research Institute for Oncology and Reproduction
Universiteit Maastricht
Peter Debyeplein 1
6229 HA Maastricht
Postbus 616
6200 MD Maastricht
Nederland