Wij en zij: Het migratiebeleid van Indonesië

Mahardhika Sjamsoe'oed Sadjad, Universitair Docent transnationale migratie en sociale ongelijkheid aan de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen van de Universiteit Maastricht, onderzoekt hoe migratie sociale ongelijkheid beïnvloedt en welke ervaringen mensen hebben wanneer ze vluchten of verhuizen naar een ander land. 

“Indonesië is een interessante casus. Met een bevolking van meer dan 280 miljoen mensen telt het land slechts ongeveer 13.000 vluchtelingen. Dit aantal is laag vergeleken met buurlanden als Maleisië en Thailand. Toch krijgt migratie in Indonesië veel media-aandacht. Het is opvallend dat een relatief kleine groep vluchtelingen toch een grote rol speelt in beleidsdiscussies, vooral wanneer solidariteit en spanningen met de lokale bevolking botsen.” 

Zelfredzaamheid van vluchtelingen

Traditioneel richt onderzoek naar vluchtelingenondernemerschap zich op hoe vluchtelingen een bedrijf starten nadat ze zich opnieuw in een nieuw land gevestigd hebben. Mahardhika richt zich echter op vluchtelingen die nog op doorreis zijn naar een ander land en al jarenlang, soms decennialang, vastzitten in landen waar ze nauwelijks rechten hebben en geen staatsburgerschap kunnen verkrijgen. In Indonesië worden zij 'onafhankelijke vluchtelingen' (pengungsi mandiri) genoemd omdat ze niet in door de overheid goedgekeurde accommodaties wonen en grotendeels zelf in hun levensonderhoud voorzien. Toch hebben ze geen wettelijke toegang tot werk, financiële diensten of volwaardig onderwijs. Ze moeten zichzelf zien te redden in een leven vol onzekerheid.

Sommige vluchtelingen slagen erin om kleine bedrijven op te starten binnen de informele economie, maar deze ondernemingen brengen risico's met zich mee. “Een vluchtelinge in Indonesië bijvoorbeeld die met succes een bedrijfje opzette voor het maken van handgemaakte accessoires, kreeg te maken met grote uitdagingen. Ze kon geen bankrekening openen, had geen wettelijke bescherming toen haar ontwerpen werden gekopieerd door lokale bedrijven en kon geen groei op lange termijn plannen omdat ze niet wist hoe lang ze vast zou zitten in Indonesië op doorreis. Dit kan dagen zijn, maar net zo goed jaren. Sommige vluchtelingen worden zelfs in hechtenis genomen omdat hun ondernemingen beschouwd als concurrentie voor lokale bedrijven.”

Dit leidt tot een paradox: regeringen en internationale organisaties stimuleren vluchtelingen om zelfredzaam te zijn, terwijl nationaal beleid hen juist belemmert in het legaal verdienen van een inkomen. Wat de situatie nog ingewikkelder maakt, is dat Indonesië, zoals de meeste landen in Zuidoost-Azië, het Vluchtelingenverdrag niet heeft ondertekend. De regering ziet dit als een rechtvaardiging om slechts minimale steun te bieden aan vluchtelingen in het land. “Bovendien biedt het Indonesische beleid geen enkele mogelijkheid voor vluchtelingen om permanente verblijfsrechten of staatsburgerschap te verkrijgen. In plaats daarvan tolereert de regering hun aanwezigheid zonder hun rechten te garanderen, in de veronderstelling dat ze uiteindelijk door een ander land zullen worden opgevangen.”

Wie verdient hulp?

Deze hervestiging wordt echter steeds zeldzamer. “In 2014 stopte Australië, een belangrijke bestemming voor vluchtelingen die via Indonesië reizen, met het accepteren van vluchtelingen die in Indonesië waren geregistreerd. Hierdoor strandden duizenden zonder toekomstperspectief. Internationale organisaties zoals de VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) bieden enige huisvesting en financiële hulp, maar alleen voor minder dan de helft van de vluchtelingenpopulatie in Indonesië en vaak op een niveau dat onder het lokale minimumloon ligt om verzet van Indonesische burgers die het economisch moeilijk hebben, te voorkomen.”

Volgens Mahardhika “zien lokale gemeenschappen vluchtelingen soms als concurrenten voor banen of hulpbronnen. Tegelijkertijd zijn vluchtelingen gefrustreerd over de UNHCR omdat die er niet in slaagt hen te hervestigen, ook al ligt het echte probleem bij een wereldwijde afname van steun en hervestigingsmogelijkheden voor vluchtelingen. In 2015 en 2020, toen Indonesië te maken kreeg met een toestroom van Rohingya-vluchtelingen uit Myanmar, waren er berichten dat de Indonesische regering boten vol asielzoekers terugduwde. Op dat moment redden lokale vissers in Atjeh, Noord-Sumatra, hen uit solidariteit en in overeenstemming met traditionele maritieme gebruiken, wat internationaal werd geprezen. Hoewel dit als hartverwarmend kan worden gezien, is deze 'solidariteit' kwetsbaar. In 2023 zouden lokale dorpelingen de boten van asielzoekers terug de zee in hebben geduwd nadat ze enkele basisvoorzieningen hadden aangeboden.”

Volgens Mahardhika roept dit bredere vragen op: “Wie verdient hulp? Moeten overheden eerst hun eigen burgers ondersteunen, of moeten de meest kwetsbaren voorrang krijgen, ongeacht hun nationaliteit? Veel Indonesische vrijwilligers die vluchtelingen helpen, krijgen kritiek van hun vrienden en familie, die betogen dat er al veel arme Indonesiërs zijn die hulp nodig hebben. Dergelijke debatten weerspiegelen een diepere maatschappelijke strijd over identiteit, moraliteit en verantwoordelijkheid.”

Eka Sariwat
Eka Sariwat

Klimaatverandering en sociale ongelijkheid

Naast migratie onderzoekt Mahardhika de samenhang tussen klimaatverandering en ongelijkheid. In samenwerking met onderzoekers van het International Institute of Social Studies in Den Haag, de Bogaziçi Universiteit in Turkije en de Universiteit van Indonesië onderzoekt ze hoe berichtgeving in de media over klimaatrisico's zoals overstromingen en bodemverzakking in Jakarta de sociaaleconomische strijd benadrukt. Nu de zeespiegel stijgt en de hoofdstad zinkt door overmatige grondwateronttrekking, zijn er grootschalige plannen voorgesteld, zoals het bouwen van een zeewering in Noord-Jakarta en het verplaatsen van de hoofdstad naar Oost-Kalimantan.

Deze oplossingen komen vaak ten goede aan de rijken, terwijl ze kwetsbare bevolkingsgroepen in gevaar brengen. Dit benadrukt een fundamenteel probleem: klimaatverandering treft iedereen, maar de gevolgen ervan zijn verre van gelijk verdeeld. 

In een onderzoek in Rotterdam onderzocht Mahardhika, in samenwerking met Dr. Theresa Audrey Esteban van de TU Delft, hoe sociale ongelijkheid de perceptie van klimaatverandering beïnvloedt. “Tijdens focusgroepen werd deelnemers gevraagd om zich fysiek te positioneren als reactie op stellingen over sociale ongelijkheid en klimaatverandering. Terwijl welvarende deelnemers zich veilig voelden in hun vermogen om te verhuizen als dat nodig was, gaven anderen aan dat financiële problemen en emotionele banden hen ervan weerhielden, bijvoorbeeld omdat ze zorgden voor een ouder familielid dat niet wilde verhuizen. Dit illustreert hoe klimaatadaptatie niet alleen een kwestie van geld is, maar ook van sociale structuren en identiteit.”

Het gesprek over migratie veranderen

Mahardhika pleit ervoor om dominante verhalen over migratie ter discussie te stellen. “Vluchtelingen en migranten worden vaak afgeschilderd als buitenstaanders of bedreigingen voor de nationale stabiliteit. Maar migratie is niets nieuws. Mensen hebben altijd gereisd, waardoor culturen en economieën zich ontwikkelen. Het idee van vaste natiestaten en strikte grensbewaking is daarentegen een relatief moderne uitvinding. Door mobiliteit als een natuurlijk onderdeel van de menselijke geschiedenis te beschouwen, kunnen we de discussie en het beleid sturen naar een meer inclusieve benadering.”

Internationale media richten zich vooral op de hervestiging van vluchtelingen in Westerse landen, terwijl 75% van de vluchtelingen zich in lage- en middeninkomenslanden bevindt. “Velen, zoals de vluchtelingen in Indonesië, hebben geen legale middelen om zich ergens permanent te vestigen. Er zou een optie moeten zijn voor hen om te blijven als ze dat willen, in plaats van te leven in een voortdurende staat van onzekerheid.” Door de aandacht te vestigen op de ervaringen van vluchtelingen op doorreis en de ongelijkheden die verband houden met klimaatverandering, hoopt Mahardhika meer genuanceerde discussies op gang te brengen die verder gaan dan simplistische ‘wij tegen zij’-debatten.

 

Tekst door: Eva Durlinger
Afbeeldingen door: Claire Gilissen en Eka Sariwat

Lees ook

  • Sprechen Sie Deutsch?

    Zijn middelbare scholieren voldoende voorbereid op een Euregionale arbeidsmarkt? Wat gebeurt er wanneer medewerkers met anderstaligen in contact komen op de werkvloer? En waarom ervaren sommigen dit contact als problematisch, maar anderen niet? 

    Daan Hovens