UM ondertekent manifest Let’s talk about Yes van Amnesty
De Universiteit Maastricht (UM) heeft op 3 november het manifest Let’s talk about Yes van Amnesty International ondertekend. Daarmee zet de UM in op intensivering van activiteiten tegen seksueel geweld. De UM zoekt daarbij nadrukkelijk de samenwerking met partijen met eigen expertise, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, zoals GGD/Centrum Seksueel Geweld, politie en gemeente.
Zelf onderneemt de UM actie langs de lijnen uit het Amnesty-manifest:
- Alle studenten moeten workshops kunnen volgen met bewezen effect op het terugdringen van seksueel geweld, zoals omstanderstrainingen.
- Heldere en continue communicatie over hulp- en meldingsvoorzieningen, en over eigen en wettelijke (gedrags)regels.
- Training van medewerkers met studentcontacten, zodat zij weten hoe te handelen bij signalen of berichten over seksueel geweld.
- Aanscherpen van de meldings- en klachtenprocedure zodat die glashelder en gedetailleerd/volledig is.
- Specifieke training van medewerkers met een rol in meldings- en klachtenprocedure.
- De UM betrekt studenten bij het uitvoeren van bovenstaande acties.
Onderzoeken bevestigen noodzaak tot actie
Het manifest is een antwoord op onderzoek in opdracht van Amnesty naar seksueel geweld onder studenten. Daaruit blijkt dat veel studenten te maken hebben met seksueel geweld. Onderzoek van de UM onder de eigen studentenpopulatie bevestigt dat beeld.
Afgelopen zomer presenteerde Amnesty International de resultaten van het onderzoek onder Nederlandse studenten naar seksueel geweld. 11 procent van de vrouwelijke studenten en 1 procent van de mannen maakt penetratie zonder instemming mee tijdens de studententijd. 67 procent van hen ondervindt daardoor psychische, seksuele, fysieke of sociale problemen.
Daarnaast geeft een meerderheid van de studenten aan dat zij niet weten waar ze binnen hun onderwijsinstelling informatie kunnen vinden of hulp kunnen krijgen na seksueel geweld.
De UM heeft afgelopen jaar onder de eigen studenten onderzoek gedaan naar seksueel geweld.
De opzet van de onderzoeken verschilde van elkaar en in het UM-onderzoek kregen de studenten, anders dan in dat van Amnesty, de vragen in Engels voorgelegd. Ook was het UM-onderzoek uitgebreider: meerdere vormen van seksueel geweld werden betrokken in het onderzoek en er is ook gekeken naar seksuele intimidatie.
Met die kanttekeningen concluderen de onderzoekers dat hun onderzoek onder UM studenten in grote lijnen de resultaten onderschrijven van het onderzoek van Amnesty. 9,8% van de onderzochte UM-studenten geeft aan seksueel geweld (in de vorm van penetratie zonder toestemming) meegemaakt te hebben. Meer dan de helft van de studenten kende de dader vanuit UM. Voor de onderzoekers is dat niet verrassend: ook uit andere onderzoeken naar seksueel geweld blijkt dat daders veelal bekenden zijn van hun slachtoffers.
Bijna drie kwart van de groep die te maken heeft gehad met enige vorm van seksueel geweld ondervindt daar negatieve gevolgen van. En hoewel veel UM-studenten één of meer ‘UM-loketten’ weten te noemen waar ze terecht kunnen, ontbreekt bij hen vaak het overzicht om gericht een melding te doen of hulp te krijgen. Ook die resultaten zijn vergelijkbaar met de resultaten uit het Amnesty-onderzoek. En aanleiding om aan studenten meer duidelijkheid te bieden over hoe ook de universiteit hulp kan bieden, samen met andere medische, psychische en juridische hulpverleners.