Samenwerking MUMC+/ITEM Euregionaal Kinderchirurgisch Centrum
Het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC+) werkt samen met partijen in de Euregio Maas-Rijn aan de oprichting van een Euregionaal Kinderchirurgisch Centrum. Dit proces leidt tot een groot aantal vraagstukken. Een daarvan heeft betrekking op de opleiding en training van kinderchirurgen in Nederland, België en Duitsland en op hun mobiliteit tussen de drie landen. Expertisecentrum ITEM doet hier in opdracht van het MUMC+ onderzoek naar.
Kinderchirurgie is een hooggespecialiseerd veld dat om uitvoerige opleiding en training vraagt. In Nederland bestaan een aantal instituten, afdelingen en instellingen die gespecialiseerd zijn op het gebied van kinderchirurgie. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat Nederland relatief weinig kinderchirurgische centra kent in vergelijking met andere Europese landen zoals Duitsland.[1] Om een betere zorgverlening te kunnen organiseren is het MUMC+ voornemens om een Euregionaal Kinderchirurgisch Centrum op te richten. Het MUMC+ werkt hiervoor samen met de Uniklinik Aachen en het Centre Hospitalier Chrétien (CHC) in Luik.
Het opzetten van grensoverschrijdende samenwerking is geen gemakkelijke opgave. Zo is een groot aantal aspecten verbonden aan het bieden van een hoge kwaliteit grensoverschrijdende gezondheidszorg. Een van die aspecten heeft betrekking op de kinderchirurgen die werkzaam zullen zijn in het toekomstige Euregionaal Kinderchirurgisch Centrum. Hierbij is van bijzonder belang dat het toekomstige personeel van het centrum in drie lidstaten kan werken. Dit proces wordt bemoeilijkt door het feit dat de kinderchirurgie niet overal als een onafhankelijk specialisme erkend is. Een ander belangrijk aspect verbonden aan de opleiding en training van kinderchirurgen heeft betrekking op hoe dit in drie landen georganiseerd dient te worden en welke standaarden hiervoor bestaan.
Het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility / ITEM doet in opdracht van het MUMC+ onderzoek naar de bovenstaande vraagstukken en richt zich op vragen zoals waarom de kinderchirurgie niet overal als onafhankelijk specialisme erkend is, waar men rekening mee dient te houden bij het opzetten van een grensoverschrijdend kinderchirurgisch opleidingscentrum en welke mogelijke oplossingsrichtingen aangewezen kunnen worden. Het projectonderzoek loopt tot december 2018.
[1] https://www.thieme-connect.com/products/ejournals/pdf/10.1055/s-0037-1600524.pdf
Lees ook
-
Als gevolg van de Coronacrisis zijn ook veel grensarbeiders gedwongen in hun eigen land te werken. Hun is gevraagd de grens niet over te steken om naar hun kantoor in het buurland te komen. Op dit moment is dat alleen mogelijk omdat de Nederlandse, Belgische en Duitse regering speciale vrijstellingen van bepaalde regels zijn overeengekomen tot de rest van dit jaar. Anders zouden deze grensarbeiders te maken krijgen met ingrijpende veranderingen met betrekking tot hun socialezekerheidsbijdragen, belastingen en gezondheidszorg. Maar wat als regeringen en werkgevers voortaan permanent gaan stimuleren dat werknemers meer dagen thuis werken? ITEM is erachter gekomen dat dit enorme gevolgen zou hebben voor grensoverschrijdende arbeid als de wetgeving niet dienovereenkomstig verandert. Dit is een van de vier cases van het onderzoek naar grenseffecten van dit jaar.
-
Bij de complexe procedures van regels en formaliteiten die in de wereld van vastgoedtransacties gelden, kan men zich afvragen: welke hindernissen kan ik ondervinden? In haar proefschrift onderzocht Katja Zimmermann de werking en obstakels van verschillende landregistratiesystemen. Haar onderzoek resulteerde in weloverwogen voorstellen ten behoeve van de facilitering van grensoverschrijdende vastgoedtransacties.
-
Het Nederlandse ministerie van Financiën heeft de richtlijn omtrent het fiscale kwalificatiebeleid van buitenlandse socialezekerheidsregelingen geactualiseerd. Onder meer de aanvulling betreffende bepaalde Duitse sociale verzekeringen is volgens expertisecentrum ITEM een positieve ontwikkeling, welke in lijn ligt met haar visie en inspanningen omtrent grensoverschrijdende pensioenregelgeving. De fiscale behandeling van onder meer vrije beroepen en beroepsmilitairen komt hierbij aan bod.