Rapport over gespecialiseerde verpleegkundigen IC gepresenteerd (ITEM)
Het uitoefenen van een beroep als gespecialiseerde IC-verpleegkundige over de grens is geen vanzelfsprekendheid. In dit kader heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het Expertisecentrum ITEM verzocht de casus omtrent de grensoverschrijdende mobiliteit van gespecialiseerde verpleegkundigen Intensive Care (IC) te onderzoeken. Ter gelegenheid van het werkbezoek van Staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Euregio Scheldemond werden de resultaten van het rapport op woensdag 7 maart jl. door ITEM gepresenteerd, en werd het rapport aan de staatssecretaris overhandigd. Bovendien werd het Universitair Ziekenhuis Gent tijdens het werkbezoek door de staatssecretaris geaccrediteerd als erkende stageplek voor gespecialiseerde verpleegkundigen.
Wanneer er op de arbeidsmarkt een tekort aan personeel wordt geconstateerd, denkt men al gauw aan de aanstelling van werknemers van over de grens. Zo ook in het geval van de IC‑verpleegkundigen. De casus die ITEM onlangs onderzocht betrof een vraagstuk uit de praktijk. Een Nederlands ziekenhuis in de grensregio kampte met een tekort aan IC verpleegkundigen en een vergelijkbaar tekort aan Nederlandse sollicitanten. Een logische oplossing zou zijn om IC‑verpleegkundigen te werven over de grens. Inderdaad, Belgische sollicitanten meldden zich voor de functie, toch bleek hun aanstelling geen vanzelfsprekendheid.
Naar aanleiding van deze situatie werd het Institute for Transnational and Euregional cross-border cooperation and Mobility / ITEM door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzocht om het vraagstuk van de gespecialiseerde verpleegkundigen IC te onderzoeken. Er leek bij deze verpleegkundigen namelijk een obstakel te bestaan in de vorm van een kwaliteitsstandaard. Kwaliteitsstandaarden zijn noodzakelijk en gangbaar in de Nederlandse zorg en waarborgen vooral een hoge kwaliteit gezondheidszorg. Hoge kwaliteit wordt bij IC-verpleegkundigen vooral gewaarborgd door een eis te stellen aan de kwalificaties die zij moeten hebben. Ze moeten namelijk een door het College Zorgopleidingen (CZO) erkend diploma hebben. Dat diploma kan tot nu toe alleen in Nederland verkregen worden. Belgische IC-verpleegkundigen voldoen daarmee op voorhand niet aan de standaard. Hoe gaat de praktijk hiermee om? Hoe is het in het Europese recht geregeld? Welke oplossingsrichtingen kunnen voorgesteld worden? Deze vragen stonden centraal in het door ITEM uitgevoerde onderzoek.
In het onderzoek werd geconstateerd dat er in de praktijk vaak gekozen wordt om IC-verpleegkundigen met een buitenlands diploma een volledige of gedeeltelijke CZO-erkende opleiding te laten volgen. De reden hiervoor is te herleiden naar verschillen tussen de praktijkonderdelen van de opleidingen alsook naar mogelijke gevolgen van de niet-naleving van de geldende kwaliteitstandaard.
De Kwaliteitsstandaard, die een CZO-erkend diploma vereist, werd getoetst op toepassing van Europees recht, met name op het gebied van de erkenning van beroepskwalificaties en het vrij personenverkeer. Hoewel de erkenning van beroepskwalificaties op Europees niveau is vastgelegd in de Richtlijn beroepskwalificaties (Richtlijn 2005/36/EG), geldt het beroep ‘gespecialiseerde verpleegkundige IC’ niet als gereglementeerd beroep. ITEM constateerde dat de kwaliteitsstandaard als belemmering op het vrije verkeersrecht van werknemers en het recht op non-discriminatie op basis van nationaliteit kan worden beschouwd.
Ter afronding van het onderzoek stelde Expertisecentrum ITEM enkele oplossingsrichtingen voor, gerelateerd aan de formulering van de kwaliteitsstandaard, de vergelijking van opleidingen in Nederland en België, meer grensoverschrijdende samenwerking in de zorg en verder vervolgonderzoek.
Ter gelegenheid van het werkbezoek van Staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Euregio Scheldemond op woensdag 7 maart jl. werden de resultaten van het rapport door ITEM’s onderzoeker Lavinia Kortese gepresenteerd, en werd het rapport door ITEM directeur Prof. dr. Anouk Bollen aan de staatssecretaris overhandigd. Bovendien werd het Universitair Ziekenhuis Gent tijdens het werkbezoek door staatssecretaris Knops geaccrediteerd als erkende stageplek voor gespecialiseerde verpleegkundigen1.
Het rapport en de presentatie van Lavinia Kortese kunt u raadplegen via onderstaande links:
1: VRT (7 maart 2017) Nederlanders mogen nu ook stage doen in UZ Gent
Lees ook
-
Als gevolg van de Coronacrisis zijn ook veel grensarbeiders gedwongen in hun eigen land te werken. Hun is gevraagd de grens niet over te steken om naar hun kantoor in het buurland te komen. Op dit moment is dat alleen mogelijk omdat de Nederlandse, Belgische en Duitse regering speciale vrijstellingen van bepaalde regels zijn overeengekomen tot de rest van dit jaar. Anders zouden deze grensarbeiders te maken krijgen met ingrijpende veranderingen met betrekking tot hun socialezekerheidsbijdragen, belastingen en gezondheidszorg. Maar wat als regeringen en werkgevers voortaan permanent gaan stimuleren dat werknemers meer dagen thuis werken? ITEM is erachter gekomen dat dit enorme gevolgen zou hebben voor grensoverschrijdende arbeid als de wetgeving niet dienovereenkomstig verandert. Dit is een van de vier cases van het onderzoek naar grenseffecten van dit jaar.
-
Bij de complexe procedures van regels en formaliteiten die in de wereld van vastgoedtransacties gelden, kan men zich afvragen: welke hindernissen kan ik ondervinden? In haar proefschrift onderzocht Katja Zimmermann de werking en obstakels van verschillende landregistratiesystemen. Haar onderzoek resulteerde in weloverwogen voorstellen ten behoeve van de facilitering van grensoverschrijdende vastgoedtransacties.
-
Het Nederlandse ministerie van Financiën heeft de richtlijn omtrent het fiscale kwalificatiebeleid van buitenlandse socialezekerheidsregelingen geactualiseerd. Onder meer de aanvulling betreffende bepaalde Duitse sociale verzekeringen is volgens expertisecentrum ITEM een positieve ontwikkeling, welke in lijn ligt met haar visie en inspanningen omtrent grensoverschrijdende pensioenregelgeving. De fiscale behandeling van onder meer vrije beroepen en beroepsmilitairen komt hierbij aan bod.