Open Access bevordert impact wetenschappelijk onderzoek
Drie tot vier keer meer lezers voor je wetenschappelijke publicatie; dat is het voordeel van ‘Open Access’ publiceren tegenover de traditionele manier, achter een betaalmuur. “Open Access publiceren loont dus om meer impact te genereren met je onderzoek”, aldus Henk van den Hoogen, programmanager Research Support van de Universiteitsbibliotheek (UB). “Kanttekening is wel dat het aantal citaties wat achterblijft en dat is een belangrijke beoordelingsfactor van wetenschappers tot op heden. Willen we wetenschap meer openbaar toegankelijk maken, dan is het anders erkennen en waarderen van wetenschappers daar onlosmakelijk mee verbonden.”

Het doel van Open Access
Enkele jaren geleden ging de Vereniging van Universiteiten (VSNU) een partnerschap aan met Springer Nature (een grote internationale uitgever van wetenschappelijke tijdschriften). Het doel van de hieruit ontstane Impact Working Group (IWG) is het bevorderen van het publiceren van wetenschappelijk onderzoek via ‘Open Access’, wat betekent dat iedereen de artikelen kosteloos kan raadplegen. Traditioneel publiceren wetenschappers hun onderzoeksuitkomsten achter een paywall: wie toegang tot die informatie wil, zal daarvoor moeten betalen. In de praktijk zijn die lezers dan bijna alleen collega-wetenschappers, omdat hun werkgevers de dure abonnementen op de tijdschriften betalen. Open Access (OA) draait om de visie dat wetenschappelijk onderzoek, veelal betaald met geld vanuit de maatschappij, ook laagdrempelig toegankelijk moet zijn voor diezelfde maatschappij.
Er is meer dan rankings
“Er is meer dan rankings en citaties”, vat Henk van den Hoogen samen. In een videobelgesprek heeft hij zojuist onder meer de publicatie van een ‘white paper’ van Springer Nature en VSNU toegelicht. “Dat is een soort samenvattende rapportage, in dit geval naar de naar de reikwijdte van Open Access publiceren buiten de academische wereld .” De rapportage is één van de resultaten (die vanzelfsprekend zonder drempels online te raadplegen zijn) van de Impact Working Group (IWG). De meest opzienbarende uitkomst: Publicaties die OA worden gedeeld, worden drie tot vier keer zo vaak geraadpleegd als hun ‘traditionele’ tegenhangers. En juist door lezers buiten de academische gemeenschap. “Je bereikt dus een breder maatschappelijk veld, denk aan beroepsmatig geïnteresseerden als artsen en advocaten, maar zeer zeker ook een algemeen geïnteresseerd publiek.”
Punt van aandacht: minder citaties bij OA
Ook de ‘attention scores’, dus de mate waarin de wetenschappelijke kennis wordt opgepikt door social media en overheidsinstanties, is twee keer zo groot bij OA. Alleen het aantal citaties blijft 20% achter ten opzichte van ‘closed acces’ publicaties. “Dat is begrijpelijk”, verklaart Van den Hoogen, “als je weet dat OA meer wordt geraadpleegd door niet-wetenschappers. In de wetenschap geldt dat publicaties waarop eigen onderzoek is gebaseerd correct vermeld wordt (citaties). Hoe vaker er naar je publicatie wordt verwezen, hoe hoger je ‘citatiescore’, hoe groter je vermeende relevantie voor het vakgebied.” Dat het ‘lekenpubliek’ niet bijdraagt aan die citatiescores van wetenschappers is dus begrijpelijk, maar ook een punt van aandacht als je weet dat die scores momenteel nog belangrijk zijn om carrière te maken in de wetenschap. “Gelukkig is het gesprek over het anders erkennen en waarderen van wetenschappers, en het belang van een bredere maatschappelijke impact, in Nederland en dus ook binnen de UM volop gaande”, aldus Van den Hoogen.
Opzet van het white paper-onderzoek
Sinds een aantal jaren is Nederland koploper in de wereld wat betreft het procentuele aandeel OA ten opzichte van niet OA -publicaties. In het ‘white paper’ onderzocht Springer samen met VSNU en enkele Nederlandse universiteitsbibliotheken, waaronder UM wat dat betekent voor het bereik van die publicaties. Hiervoor werden de Nederlandse publicaties rondom vijf Sustainable Development Goals (SDG’s) in 2017 geïdentificeerd en geanalyseerd. Aan de hand van de gegevens van zo’n 360.000 artikelen van Nederlandse wetenschappers uit die 5 SDG’s én een survey onder 6.000 personen, zijn OA-publicaties op maatschappelijke impact geanalyseerd: wie gebruikt deze onderzoeksinformatie en met welk doel?
Zijn wetenschappers bereid te investeren?
Daarnaast bracht de IWG ook in kaart hoe onderzoekers wereldwijd aankijken tegen OA, door negenduizend wetenschappers te bevragen. “Er zaten niet veel respondenten uit Nederland tussen, maar het algemene beeld geldt denk ik ook voor hier: wetenschapers varen veelal nog op wetenschappelijke impact. Ze voelen wel de morele verantwoordelijkheid om hun opgedane kennis te delen, maar dat zit sterker bij de medische en de sociale wetenschappen dan bijvoorbeeld bij de betakant. Ook zie je dat jongeren meer geneigd zijn hier tijd in te investeren dan ouderen.” Naar aanleiding van dit wereldwijde survey over societal impact werd ook een vijftal Maastrichtse onderzoekers geïnterviewd: Mark Post, Frank Cörvers (al online), Hans Nelen, Floris Peters en Michel Dumontier. Hun kijk op het belang van maatschappelijke impact is ook vertaald in de toolkit die online beschikbaar is voor wetenschappers, en promovendi die belangstelling hebben in het onderwerp namen deel aan drie workshops over maatschappelijke impact maken. “Uiteindelijk is maatschappelijke impact een heel breed begrip, maar het verspreiden van kennis is daarbij een belangrijke voorwaarde”, besluit Van den Hoogen.
Lees ook
-
Het Societal Impact Project
Het Societal Impact Project stimuleert de autonome motivatie van studenten om te werken aan maatschappelijk relevante problemen. Een van de onderwerpen dit jaar is vaping.
-
“Het is geen kwestie van overtuigen.” Maar hoe kan de vaccinatiebereidheid wél worden verhoogd?
Vorig jaar overleden er in ons land tenminste acht personen - het merendeel baby’s - aan kinkhoest, het hoogste aantal sinds de jaren zestig. De trend achter deze tragische statistiek is al jaren aan de gang; steeds minder ouders laten hun kind inenten tegen ernstige infectieziekten, waardoor de...
-
Vaccinatiepromotiebeleid voor COVID-19
Twee onderzoekers van de Universiteit Maastricht spelen een sleutelrol bij het vertalen van onderzoek naar aanbevelingen voor het vaccinatiebeleid voor COVID-19: Timo Clemens, universitair hoofddocent health policy and governance, en Inge van der Putten, universitair docent bij de vakgroep Health...