Maastricht Law and Tech Lab: waar alfa en bèta samenkomt

Kunstmatige intelligentie (KI) is booming. Dat werpt voor juristen veel nieuwe vragen op, want wie is bijvoorbeeld aansprakelijk bij een ongeluk met een zelfrijdende auto?  Kan een robot een rechtspersoon zijn? Hoe zit het met data en privacy? De meeste universiteiten doen onderzoek naar hoe juridisch om te gaan met deze nieuwe technologieën. Maar hoe KI zelf gebruikt kan worden in het juridisch vakgebied, daar wordt nauwelijks onderzoek naar gedaan. Het Maastricht Law and Tech Lab springt in dat gat.

“Ik denk dat we de enigen in Nederland en misschien wel in Europa zijn, die zich binnen het domein rechten met zo’n grote groep bezighoudt met data science en dit koppelen aan juridisch-empirische onderzoeksvragen. Het zijn juist die empirische vragen op basis waarvan beleid gemaakt kan worden”, aldus prof. dr. Gijs van Dijck. Samen met dr. Catalina Goanta en dr. Marcel Schaper richtte hij in 2018 het Maastricht Law and Tech Lab op.

Over de gigantische jurisprudentie heeft een computer meer overzicht dan een brein

Netwerkanalyse is volgens Van Dijck en Schaper (Goanta is er niet bij vanwege verblijf in het buitenland) een voorbeeld van braakliggend terrein met veel potentie voor het juridisch vakgebied. Een computer werkt sneller en kan veel meer informatie verwerken. Van Dijck: “Als een jurist een probleem wil oplossen, leest hij de jurisprudentie (uitspraken van rechters), denkt daar hard over na en probeert daar intelligente dingen over te zeggen. Dat doen we goed als juristen en dat doen we ook al duizenden jaren, maar met een forst toenemend aantal uitspraken en juridische informatie is dat eigenlijk voor het mensenbrein niet meer te bevatten.” Schaper: “Als ik meer dan 300 uitspraken heb, kan ik die niet meer in mijn hoofd rubriceren, structureren en er ook nog verbanden tussen leggen. Dat krijgt mijn brein niet voor elkaar, maar een computer wel.”

Annelotte Huiskes (text), Paul van der Veer (photography)
law tech lab

Gijs van Dijck, Catalina Goanta en Marcel Schaper

Als netwerkanalyse, en data science in het algemeen, zoveel kan betekenen voor juristen, waarom wordt er dan zo weinig onderzoek naar gedaan? Van Dijck: “Juristen zijn vaak alfa’s die slecht zijn in wiskunde en niets met cijfers willen. In hun opleiding worden ze ook niet empirisch geschoold, dus de kans dat iemand dan een data science-achtige methode wil gebruiken is vrij klein. Maar bijna iedereen de we tot nu toe hebben laten zien waar we mee bezig zijn, is enthousiast en ziet de potentie voor haar of zijn onderzoek.”

Juristen met een bredere blik dan recht

Het is ook niet toevallig dat Van Dijck en Schaper niet alleen maar een alfa-achtergrond hebben. Dijck was op school goed in wiskunde, maar koos voor rechten en merkt nu dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Schaper heeft naast fiscaal recht ook bedrijfseconomie aan de UM gestudeerd en is daardoor vertrouwd met kwantitatieve onderzoeksmethoden. Beiden vonden dat het anders en beter kon en besloten het Maastricht Law and Tech Lab (‘het Lab’) op te zetten. Van Dijck: “We willen een platform zijn dat zich nadrukkelijk richt op technologie voor recht naast recht voor technologie.”

Technologie voor recht staat nog in de kinderschoenen

Schaper: “We bevinden ons nu in een stadium binnen de rechtsgeleerdheid waarin we weliswaar wetenschappelijke computertechnieken zoals netwerkanalyse kunnen toepassen, maar die vertaling van algemene algoritmen en hoe die nou precies toegepast kunnen worden binnen het juridische domein is nog niet zo duidelijk. We hebben nog heel weinig bewijs met welk algoritme je welke juridische vraag kunt beantwoorden. De medische wetenschap is daar veel verder in. Kijk naar de bio-informatica; die hebben echt allerlei toepassingen ontwikkeld voor hun eigen vakgebied. Wij lopen daarin heel erg achter.” 

law tech  lab

Transparante, open source algoritmes, dat is het doel

Er bestaat wel al software die je als jurist kunt gebruiken, maar die is niet gebruikersvriendelijk en het zijn commerciële producten die achter een pay-wall zitten. Van Dijck: “Daardoor weet je ook niet precies hoe die algoritmes werken en dat is juist wat wij transparant willen maken. Wij werken volgens het FAIR-principe (Findable, Accessible Interoperable and Reusable). Ook willen we zo veel mogelijk open source aanbieden zodat anderen het kunnen zien, controleren en gebruiken.” Schaper: “Wij proberen een data-infrastructuur voor juridisch onderzoek te bouwen, waarin we juridische data zodanig willen structureren en opslaan dat je er algoritmes op los kunt laten die betrouwbare resultaten bieden.” Van Dijck: “Er zijn drie fases: eerst een data-infrastructuur maken, dan KI ontwikkelen of toepassen om daarmee vervolgens empirisch juridische vragen te kunnen beantwoorden. Vooral die eerste stap is een soort van monnikenwerk, maar wel heel belangrijk, want als je rommel in KI gooit krijg je ook rommel terug.”

Het prototype leverde al een belangrijke vondst op

Op dit moment werken ze aan een tool voor netwerkanalyses die door een aantal bachelor- en masterstudenten is gebruikt voor hun scriptie. Schaper: “We proberen bijvoorbeeld verbanden tussen uitspraken te visualiseren zodat je in een oogopslag ziet hoe het ene arrest zich verhoudt tot het ander, of er veel of weinig verbanden zijn en of je groepen kunt ontdekken in dat verband. Als je nu naar rechtspraak.nl gaat (de database van de Nederlandse rechtspraak) en je zoekt een uitspraak of je doet een keyword search, krijg je een hele lijst met arresten die je allemaal moet lezen om de onderlinge verbanden te kunnen zien, terwijl de computer die verbanden voor je kan tekenen. Dat is het product dat we nu proberen op te leveren.”

En met succes, want hoewel het nog een prototype is en er technisch zeker nog wat te verbeteren valt, heeft een van de studenten er een ontdekking mee gedaan die door de literatuur over het hoofd is gezien. Het artikel zal ter publicatie aangeboden worden. Van Dijck: “In de jurisprudentie was onduidelijkheid over hoe een mogelijke schadevergoeding bij onderhandelingen die afgebroken worden, berekend kan worden. Vergoed je alleen de gemaakte kosten of ook de misgelopen winst? Wanneer kun je wat vorderen? Hij vond, via netwerkanalyse, in ieder geval één uitspraak die nog niet eerder is opgemerkt, maar die heel goed laat zien hoe je dit beoordelingskader vorm kunt geven. De deskundigen hebben dit over het hoofd gezien en die knaap van begin 20 vindt het.”

law tech lab

De ontwikkeling van hybride jurist-datascientists

Het platform Maastricht Law en Tech Lab dat ruim een jaar geleden begon met drie personen, is inmiddels uitgegroeid tot een levendige community van ongeveer vijftien medewerkers en twee promovendi.
Van Dijck: “Wat ook redelijk uniek is dat onze twee, overigens vrouwelijke, promovendi zowel van data science als rechten komen. Onze jurist volgt allerlei cursussen in computertechnieken en de data scientist volgt juridische cursussen. Zij is afgestudeerd bij Data Science and Knowledge Engineering (DKE) en promoveert via dit platform nu dus bij rechten. Zoals er ook medewerkers zijn die een duopositie hebben: bij ons en bij DKE of IDS. Zo proberen we een hybride jurist-datascientist te ontwikkelen. Dat beogen we ook met een cursus programmeren die we studenten aanbieden en het keuzeblok Legal Analytics dat in periode 5 voor het eerst zal worden aangeboden. We willen studenten vertrouwd maken met de techniek zodat ze in ieder geval kunnen communiceren met een data scientist.” Schaper: “Wat we als Lab laten zien is dat wanneer je alfa, gamma en bèta samenbrengt, je tot iets nieuws kunt komen.” 

Een toekomst voor de jurist samen met de machine

Wat er ook ontwikkeld zal worden, van robotrechters tot e-Court, Dijck en Schaper zijn niet bang dat de techniek de jurist overbodig zal maken. Ze zullen wel veel meer moeten samenwerken. Van Dijck: “Er zal altijd een rol zijn voor juristen, want er zijn altijd complexe contracten of complexe dingen die geregeld moeten worden en daar zit een soort van creativiteit in die een computer niet kan overnemen. Maar standaarddingen zullen door KI overgenomen worden.” Schaper: “Met de juiste input kan een computer een eenvoudig standaardcontract in elkaar zetten, dat hoeft de jurist niet meer te doen. Vergelijk het met de belastingaangifte. Voor mensen met één werkgever en een stabiele gezinssituatie is alle informatie al vooraf ingevuld door de Belastingdienst, die hoeven alleen maar op de knop versturen te drukken.” Van Dijck: “Niet iedere jurist hoeft te weten hoe algoritmes werken, maar in de toekomst zal het helpen als je met de techniek weet om te gaan.”

Lees ook

  • Frans Verhey, hoogleraar Ouderenpsychiatrie en Neuropsychiatrie is trots op wat er met het Alzheimer Centrum Limburg is bereikt en op het team dat werkt vanuit één visie: mensen met Alzheimer perspectief op kwaliteit van leven bieden. “Te vaak wordt Alzheimer gezien als een afschuwelijke, dodelijke...

  • Anne Roefs heeft een Vici-subsidie ​​van € 1,5 miljoen ontvangen . De hoogleraar Psychologie en neurowetenschappen van abnormaal eetgedrag, heeft meerdere malen getwijfeld tussen een carrière als wetenschapper of topkok. Inmiddels is ze gepassioneerd over haar wetenschappelijk onderzoek naar...

  • In het Vidi-project van Ann Meulders, hoofddocent Experimental Health Psychology, ligt de focus op een bewezen voorspeller van chronische pijn: pijnvermijding. Een belangrijk mechanisme achter de generalisering hiervan is onzekerheid over toekomstige pijn. Dit toont haar promovenda Eveliina Glogan...

Meer nieuws