Grootschalige studie naar impact van verhuizen in verpleeghuiszorg
Ouderen met een complexe zorgvraag die in het verpleeghuis wonen krijgen steeds vaker te maken met verhuizingen, al dan niet vrijwillig. Een van de belangrijkste redenen hiervoor is dat vastgoed in de verpleeghuissector deels verouderd is en niet meer aan de eisen van de huidige tijd voldoet. Wat is eigenlijk de impact van al deze verhuizingen uit hun vertrouwde omgeving op zorgbehoevende ouderen? Wetenschappers van de Universiteit Maastricht starten nu een grootschalige studie naar deze problematiek. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft onlangs 1,7 miljoen euro toegekend als bijdrage aan het onderzoek.
Verhuizingen
Naast verouderd vastgoed zijn er meer oorzaken aan te wijzen van soms gedwongen verhuizingen van ouderen binnen de verpleeghuiszorg. Voormalige verzorgingshuizen worden bijvoorbeeld omgebouwd tot verpleeghuis, zodat zorgorganisaties kunnen voorzien in de toenemende groei van ouderen met een complexe zorgvraag. Ook vinden er verhuizingen plaats tussen verschillende verpleeghuislocaties, bijvoorbeeld in gevallen van ernstige gedragsproblematiek. Daarnaast steken in Nederland steeds meer experimentele en innovatieve woonzorgconcepten de kop op, die een alternatief bieden aan de traditionele verpleeghuiszorgomgeving. Sommige van deze initiatieven zijn geïnitieerd vanuit burgers zelf, vaak om kwetsbare ouderen in hun vertrouwde omgeving te kunnen laten blijven wonen en zo deel te laten nemen aan activiteiten in buurt of dorp. Andere concepten zijn ontstaan vanuit (vastgoed)ondernemers of zorgorganisaties. Elke verhuizing is echter enorm ingrijpend voor verpleeghuisbewoners en hun naasten. Zij zitten dan ook met terechte vragen. De Maastrichtse onderzoekers spelen hier nu op in: hoe kan verhuizen binnen de verpleeghuiszorg zo worden ingericht dat het bijdraagt aan kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg?
Kwetsbare ouderen
Vanwege de grootschaligheid van de studie is het de eerste keer dat alle regionale academische netwerken ouderenzorg in Nederland, verzameld in het collectief SANO, samen aan één onderzoek werken. Hilde Verbeek, hoogleraar Zorgomgeving voor Kwetsbare Ouderen aan de Universiteit Maastricht en vicevoorzitter van de Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg (AWO-ZL), coördineert het onderzoek. “De zorgomgeving ondersteunt verpleeghuisbewoners in hun dagelijks leven. Een verhuizing naar een andere omgeving is stressvol, met name wanneer familie en bewoners weinig controle ervaren over de situatie en wanneer bewoners in een ander gebied komen te wonen, verwijderd van hun vertrouwde sociale netwerk. Dit project levert inzicht op in de impact van verhuizen op ouderen en hun naasten en beoogt een aanpak te ontwikkelen uitgaande van het behoud van eigen identiteit, verbeteren van relaties, gezondheid en zorg. Het levert concrete bouwstenen op voor zorgorganisaties en beleidsmakers om het proces zo goed mogelijk in te richten en biedt handvatten aan ouderen en hun naasten om zich voor te bereiden en hun wensen en behoeften kenbaar te maken. De unieke landelijke samenwerking zorgt voor een uitgebreid netwerk, en kennis en expertise vanuit verschillende vakgebieden.”
Over SANO
Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO) bestaat uit zes regionale academische netwerken voor wetenschappelijk onderzoek in de langdurige ouderenzorg: Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg (AWO-ZL, Universiteit Maastricht), Universitair Kennisnetwerk Ouderenzorg Nijmegen (UKON, Radboudumc), Universitair Netwerk voor de Caresector Zuid-Holland (UNC-ZH, LUMC), Universitair Netwerk Ouderenzorg van het Amsterdam UMC, Academische Werkplaats Ouderenzorg TRANZO (Tilburg University) en het Universitair Netwerk Ouderenzorg Groningen (UNO, UMCG).
Lees ook
-
Patiënten die vanwege een ernstige COVID-19-infectie in het ziekenhuis zijn opgenomen, vertonen naderhand geen aanwijzingen voor hersenschade door de ziekte. Dat blijkt uit een uitgebreide studie onder leiding van Universiteit Maastricht.
-
Door de Westerse leefstijl met een hoog vetgehalte in voeding in combinatie met weinig beweging, kampen steeds meer mensen in Nederland met overgewicht of zelfs obesitas. Dit zorgt voor een verhoogd risico op diabetes type II. Wat is hieraan te doen buiten een gezondere leefstijl? Het antwoord komt uit onverwachte hoek: rillen van de kou!
-
Overlevenden van dikke darmkanker hebben vaak jaren na de behandeling nog klachten naar aanleiding van de kanker of de behandeling zoals vermoeidheid en last van tintelingen aan vingers en voeten. Dit heeft veel impact op de ervaren kwaliteit van leven. Waar huidige adviezen omtrent leefstijl voornamelijk gericht zijn op preventie van (dikke darm) kanker, onderzocht Marlou-Floor Kenkhuis in haar promotieonderzoek het verband tussen leefstijl met kwaliteit van leven en vermoeidheid bij overlevenden van dikke darmkanker.