De werkelijke waarde van duurzaamheid
Is duurzaamheid alleen zinvol als het financieel ook iets oplevert? Een gesprek tussen Nils Kok, hoogleraar Real Estate Finance en Pim Martens, hoogleraar Planetary Health.
Duurzaamheid is populair. Er wordt veel over gepraat – veel meer dan er daadwerkelijk wordt gedaan – maar zelfs de praatjes schieten tekort. "Ik vertrouw niemand die beweert de enige definitie van duurzame ontwikkeling te hebben," zegt Pim Martens. Zijn definitie is breder en betrekt er meer fenomenen bij dan de meeste andere definities, en hij vindt dat we duurzaamheid moeten zien als een relatief subjectief en dynamisch begrip.
Voor Martens is de economie onderdeel van de maatschappij, die op haar beurt onderdeel is van het leefmilieu – en niet andersom. "Hoe meer ik leer, hoe opener mijn definities worden." Hij ziet systeemdenken als de weg vooruit en benadrukt dat we moeten begrijpen hoe afhankelijk we zijn van de natuur, omdat die ons hele bestaan bepaalt. De opgeleid wiskundige geeft toe dat deze benadering vaag of filosofisch kan klinken.
Gebouwde omgeving
Nils Kok specialiseerde zich in vastgoed vanwege de concrete effecten op duurzaamheid. "40 procent van de wereldwijde koolstofuitstoot is afkomstig van de bouw en exploitatie van onze gebouwde omgeving. Pensioenfondsen investeren 10 tot 15 procent in vastgoed." Hij onderzoekt de impact van gebouwen op het milieu. Dan denk je al snel aan energie-efficiëntie, al vindt Kok dat een te beperkte kijk op duurzaamheid. "We brengen 70 tot 90 procent van onze tijd binnenshuis door. Luchtkwaliteit, blootstelling aan natuurlijk licht en de mate waarin we worden gestimuleerd om te bewegen hebben een enorme impact op onze gezondheid en welzijn."
Kok doet onderzoek naar op de natuur gebaseerde oplossingen, van duurzame bouwmaterialen zoals hout tot biofiele ontwerpen en het bevorderen van nauwe banden met de natuur en andere mensen. De vraag is of we dat moeten doen omdat het intrinsiek goed is of omdat het mensen op de lange termijn productiever maakt. Zijn gelukkige werknemers het waard om in te investeren? Of is dat alleen zinvol als de investering kleiner is dan de besparing (door bijvoorbeeld minder ziekteverzuim)? Het kapitalisme dicteert de laatstgenoemde opvatting.
Om investeerders ervan te overtuigen zich in te zetten voor duurzaamheid, heeft Kok een business case nodig. En dat is nou precies waar het om draait. Martens heeft het gevoel dat we gehersenspoeld zijn en economische belangen boven alles plaatsen. "Misschien ben ik te naïef en denk ik dat we van de natuur houden vanwege de natuur zelf… Maar veel onderzoek wijst uit dat het meetbare voordelen heeft; dat we alleen gedijen als we dicht bij de natuur zijn, dicht bij anderen."
Kok zegt dat we voor een crisis staan die niet door innovatie kan worden opgelost. Hoewel systeemverandering niet van vandaag op morgen zal plaatsvinden, ziet hij wel vooruitgang. "Energie-efficiëntie of vermindering van de koolstofuitstoot zijn nog lang niet op het niveau waarop het zou moeten zijn. Maar we zien wel dat er op dat gebied iets gebeurt, ook al zal het waarschijnlijk niet genoeg zijn. Het hangt af van de prikkels. Huiseigenaren en investeerders zullen doen wat goed is voor het rendement."
Blijvende groei niet duurzaam
Kok zegt dat duurzaamheid fiscaal verstandig is, maar dat mensen en bedrijven vaak geen rationele beslissingen nemen vanwege kortetermijnbelangen of emotionele oordelen. Ook is de markt scheef. "Zo is CO2-uitstoot momenteel een externaliteit; je betaalt niet de volledige kosten voor energie, omdat de milieu-impact niet wordt meegerekend. Dat moeten we aanpakken via regelgeving en belastingen."
Martens vindt stapsgewijze verandering beter dan niets, maar waarschuwt dat zaken als het verdisconteren van externaliteiten in de prijsstelling niet voldoende zullen zijn. "Het is gewoon een herbevestiging en versterking van een systeem dat niet werkt. Meer winst voor de aandeelhouders impliceert blijvende groei – en dat is niet duurzaam. Door de zaken te framen in termen van kortetermijnwinsten gaat men voorbij aan het grotere geheel. Mensen moeten beseffen dat we deel uitmaken van de natuur."
Hoe dan ook, het geld luistert minder snel naar de feiten dan economen veronderstellen. "Ik praat al jaren met investeringsbanken over gezondheid en welzijn, maar het kwartje viel pas toen de pandemie toesloeg," zegt Kok. "Er is al heel lang een business case voor investeringen in hernieuwbare energie, maar iedereen wilde pas investeren na de invasie van Oekraïne, toen de prijzen van fossiele brandstoffen plotseling omhoog schoten. Maar toen waren er al materiaal- en arbeidskrachttekorten..."
Nils Kok is hoogleraar Real Estate Finance aan de Universiteit Maastricht. Zijn oratie had als titel People, Planet, Property. How Buildings Shape the Environment, Your Health and Your Wealth.
De business case voor het beperken van de schade
Kok vindt dat investeringen in klimaatrisico's, biodiversiteit en circulariteit nog achterblijven. "We zitten nu in een traject waarbij klimaatverandering onvermijdelijk is, dus we zullen ons moeten aanpassen aan bijvoorbeeld stijgende temperaturen. Hoe houden we gebouwen koel? Hoe kunnen we onze gebouwde omgeving beschermen tegen zeespiegelstijging en overstromingen?"
Langere periodes van droogte zijn een bijzonder probleem in Nederland, waar veel oudere huizen op houten palen zijn gebouwd. Als het grondwaterpeil daalt, worden die houten balken blootgesteld aan lucht en schimmels en beginnen ze te rotten.
"Bouwcertificaten stimuleren ontwikkelaars om te streven naar energieneutraliteit," legt Kok uit, "maar zaken als waterefficiëntie, groenvoorziening of ligging ten opzichte van openbaar vervoer – allemaal duurzaamheidsaspecten – vallen daar niet onder." Dat komt vooral omdat de winst zit in niet geleden schade en dus moeilijker te meten is. Hetzelfde geldt voor het verlies aan biodiversiteit. Het is een probleem dat weliswaar existentieel bedreigend is, maar moeilijk te evalueren onder het huidige paradigma.
Martens benadrukt dat dit een urgente kwestie is. "Het is niet langer voldoende om de schade te vertragen; we moeten beginnen met herstel." Hij is gefrustreerd door de passiviteit en de hypocrisie eromheen. "De meeste bedrijven zijn echt niet geïnteresseerd in duurzaamheid; ze houden alleen van de PR." Voedsel is een ander onderwerp dat dringend aandacht behoeft.
Martens wijst op het planetaire gezondheidsdieet van de EAT-Lancet Commission, maar voegt daaraan toe dat het niet alleen gaat om het wat (regionaal, seizoensgebonden, heel weinig dierlijke producten), maar ook om het hoe (samen, met plezier).
Onszelf bevrijden van het op groei gerichte, consumptiekapitalistische paradigma, betekent niet dat we onszelf tekort moeten doen, maar dat we moeten nadenken over wat wenselijk is. Terwijl Martens wordt gemotiveerd door een waardering van de natuur, kan zijn standpunt evengoed worden beredeneerd vanuit het menselijk welzijn als ultiem doel. Beide waarden worden ook gekoesterd door Kok, die de ideologische verschillen met Martens samenvat als evolutie versus revolutie.
Door Florian Raith
Pim Martens is hoogleraar Planetary Health en decaan van het Maastricht University College, Campus Venlo. Zijn oratie, getiteld Planetary Health: the recipe for a sustainable future, vond plaats op 21 April 2023.