Bruno de Witte en het Europees Recht dat niet stilzit
Professor Bruno de Witte neemt afscheid van de Universiteit Maastricht (UM), maar niet van het Europees recht. Hij gaat aan het Europese Universiteitsinstituut (EUI) in Florence door met zijn messcherpe juridische analyses. Terugblikkend op zijn uitgebreide academische carrière, is hij nog steeds gefascineerd door het Europese juridische landschap dat altijd in ontwikkeling is. Zijn unieke kijk op recht – en het leven in het algemeen – wordt zeer gewaardeerd, maar is ook nodig. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Ik heb mijn manier van lesgeven in de loop der jaren aan moeten passen. Als ik in een vakgebied had willen werken dat niet verandert, had ik Romeins recht moeten kiezen.’
Volgens professor De Witte zijn hij en het Europese recht – dat nooit stilzit – een perfecte match. ‘Ik zie Maastricht als een open universiteit. We worden niet belemmerd door gedateerde tradities. We verwelkomen buitenlandse studenten, waardoor een eclectische mix ontstaat waar ons onderzoek beter van wordt.’ Verspreid over twee perioden aan de UM, zag hij het Europees recht als onderwerp steeds belangrijker worden. ‘Ik kan met zekerheid zeggen dat in Maastricht de grootste groep mensen in de wereld samenkomt die bezig is met Europees recht!’
Geen egel maar een vos
Professor De Witte legt zijn werkwijze uit aan de hand van Isaiah Berlins ‘De Egel en de Vos’. ‘Als een egel iemand is die zich vastbijt in een onderwerp en dat eindeloos bestudeert, ben ik het tegenovergestelde: een vos. Ik vind eigenlijk elk onderwerp binnen het Europees recht interessant, dus heb ik juist heel breed onderzoek gedaan.’
Hier staat hij ook bij zijn collega’s om bekend. Zijn collega’s Monica Claes en Ellen Vos noemen dit ook wel zijn ‘grote academische honger: hij voegt nieuwe onderwerpen toe aan zijn menu, zonder de andere onderwerpen op te geven.’ Professor De Witte bevestigt dat deze honger nog altijd niet gestild is. ‘Ik spring graag van de ene ‘kip’ naar de andere. Ik laat me leiden door de actualiteit, of wat collega’s aan me voorleggen. Ik heb veel gedaan met het Europees constitutioneel recht, maar het zou zonde zijn om me tot dat ene onderwerp te beperken.’
Zijn brede interesse blijkt ook uit het aantal publicaties waar professor De Witte tijdens zijn carrière aan werkte: ongeveer 250. ‘Dat lijkt veel, maar ik schreef nooit een boek. Dat ben ik wel van plan, maar tot op heden publiceerde ik vooral kortere stukken over een breed scala aan onderwerpen.’ Hij werkte met veel collega’s van verschillende Europese instituties samen. ‘Het is belangrijk om met verschillende mensen in aanraking te komen die een andere invalshoek hebben. Een van de eigenschappen die recht mooi maakt, is de vrijheid om een argument op te bouwen. Het recht beperkt je niet met kaders, je argumenten moeten gewoon overtuigend zijn.’
Verandering voor verbetering
Als professor Europees recht zag professor De Witte het juridische landschap veranderen. De meeste van deze veranderingen kwamen voort uit politieke ontwikkelingen. ‘De Europese Unie bestond nog uit tien staten toen ik in 1989 begon bij de UM. Sindsdien zijn er heel wat bij gekomen: we zitten nu op 27 staten. Daarom wordt een nieuw probleem al snel een grensoverschrijdend onderwerp, dat is interessant!’ Daarnaast veranderde de universiteit met het verstrijken van de tijd, en dat zorgde volgens professor De Witte voor een verbetering. ‘Maastricht is een internationale hub voor recht geworden.’
Professor De Witte hielp in de vroege jaren 90 het studieprogramma op te zetten voor Europees recht. Het was een voorzichtige eerste stap om de universiteit te internationaliseren. ‘We introduceerden vergelijkend recht en de Engelse taal. Het programma werd later zo internationaal als het nu is.’ En dat was het logische gevolg van een bewust besluit van de UM. ‘In de jaren 90 leken nieuwe Europese verdragen een dagelijkse zaak – denk aan Maastricht, Nice, Lissabon. Daarom speelde de UM de ‘EU-kaart’. We realiseerden ons dat de EU steeds relevanter werd. En dat bleek te kloppen!’
Een Europees hart
Collega’s en studenten van de Faculty of Law waarderen zijn werk enorm. Professor de Wittes persoonlijkheid draagt significant bij aan zijn populariteit, maar niemand weet zoveel over Europees recht als hij. Zoals Ruth Rubio Marín, een van zijn collega’s, het beschrijft: ‘Professor de Witte heeft echt een Europees hart.’ Hij weet als geen ander hoe het Europees recht werkt en is duidelijk over de toekomst. ‘Europees recht is onderdeel van het bredere spectrum van internationaal recht. Die twee kunnen langs elkaar bestaan en floreren, maar samenwerking binnen de EU is een bepalende factor voor de toekomst van Europees recht. Ik zie intensieve samenwerking binnen de EU als een positieve ontwikkeling, maar we moeten altijd kritisch blijven en nog betere werkwijzen bedenken.’
Een van de manieren waarop Professor de Witte bijdraagt aan deze ontwikkeling, is zijn deelname aan het Maastricht Centre for European Law (MCEL). Samen met Ellen Vos richtte hij tien jaar geleden het onderzoekscentrum op. ‘Het MCEL organiseert elke maand twee sessies, waarin leden of externe experts hun onderzoek presenteren. Het biedt ons werkveld een interdisciplinair, transnationaal en meertalig perspectief.’
Professor de Witte kijkt vooruit
Zijn werk is nog lang niet klaar. Naast zijn bijdragen aan het MCEL, blijft hij onderzoek doen en ideeën delen. Zo is er een fundamenteel probleem waar Professor de Witte vooral mee bezig is. ‘Besluitvorming in de EU is traag en ineffectief. Unanimiteit is noodzakelijk, maar zelden aanwezig. Het is tijd om unanimiteit af te schaffen binnen Europese besluitvorming.’ Ook al is hij overtuigd van het belang van deze maatregel, lijkt het er op dat verandering toch tijd gaat kosten. ‘Als het gaat gebeuren, gebeurt dat in stapjes. Maar zoals gezegd: Het Europees recht zit niet stil, dus ik heb altijd iets om me mee bezig te houden!’