Beperking heffingskorting in Nederland werkende grenswerkers: getoetst op grenseffecten?

In het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018 wordt voorgesteld om vanaf 2019 in de loonbelasting voor alle buitenlandse grenswerkers alleen nog maar het belastingdeel van de heffingskortingen te laten toepassen waarop niet kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit het betreffende land in de inkomstenbelasting recht hebben. Op grond van de voorgestelde maatregel wordt bij buitenlandse belastingplichtigen uit de landenkring (waartoe België en Duitsland behoren) vanaf 2019 in de loonbelasting enkel het belastingdeel van de arbeidskorting toegepast. Bij buitenlandse belastingplichtigen uit derde landen wordt van geen enkele heffingskorting het belastingdeel toegepast. Voor belastingplichtigen die tot de zgn. landenkring behoren geldt dat ze in de loonbelasting alleen recht hebben op het belastingdeel van de arbeidskorting.

De maatregel komt kort gezegd erop neer dat de buitenlands belastingplichtige - dus de vanuit België en Duitsland in Nederland werkende grenswerker - niet meer via de loonbelasting heffingskortingen ten gelde kan maken. Dit moet, indien mogelijk, achteraf via de aanslag IB worden gedaan.

Deze maatregel roept een aantal vragen op. Met name Belgische en Duitse grenswerkers gaan waarschijnlijk van deze maatregel nadeel ondervinden. De vrees bestaat dat door het invoeren van de maatregel deze grenswerkers niet meer bereid zijn over de grens te gaan werken. Dit heeft als gevolg dat het voor Nederlandse werkgevers in de grensstreek moeilijker wordt om personeel te vinden. Daarnaast rijst de vraag rijst of de Nederlandse werkgevers nu alle problemen inzake de loonstroken moeten gaan oplossen voor de buitenlandse werknemers? Indien dat het geval is, neemt de administratieve lastendruk voor deze werkgevers en hun grenswerkers toe.

Een andere vraag is welke inkomens met name met de maatregelen te maken krijgen. Zijn dit met name de lage inkomens? Immers een groot aantal heffingskortingen is afhankelijk van het belastbaar inkomen of het arbeidsinkomen. Bij voorbeeld de algemene heffingskorting is afhankelijk van het in de tweede kolom eerste vermelde bedrag (€ 19.982 (cijfers 2017)). Voor belastbare inkomens  uit werk en woning boven dit bedrag volgt een vermindering van de algemene heffingskorting.  Voor belastbare inkomens boven € 67.068  is er geen algemene heffingskorting meer.[1]  En ten slotte, hoe lang zal het duren voordat een grenswerker zijn heffingskorting te gelde kan maken? Immers hij moet het achteraf via de aanslag IB doen.

Kortom, het lijkt erop dat ten aanzien van dit voorstel geen grenseffectentoets heeft plaatsgevonden.

[1] Zie ook www.belastingdienst.nl.

Lees ook

  • Lilian Tsourdi, universitair hoofddocent Internationaal en Europees Recht, onderzoekt hoe zowel de opzet als de uitvoering van de EU-immigratie- en asielwetgeving kan worden verbeterd. Hoe zijn we tot deze disfunctionele status quo gekomen?  

  • Op woensdag 15 maart 2023 zijn er verkiezingen in Nederland. We stemmen dan voor de Provinciale Staten en het Waterschap. Zeven van de twaalf Nederlandse provincies grenst aan een buurland. Grensoverschrijdende samenwerking en een oog voor grensregio’s is dan ook extra belangrijk. Volgens de...

  • De consultatieronde over de komende ITEM grenseffectenbeoordeling 2023 gaat hierbij van start! Grijp uw kans om uw ervaring te delen met ITEM! Dossier suggesties kunnen t/m 26 februari 2023 aangedragen worden.

Meer nieuws