Interview ROA-onderzoeksleider Didier Fouarge

“Opleidingen zijn er niet alleen voor de arbeidsmarkt”

Nee, ze hebben geen glazen bol in de kast staan bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Toch brengen ze iedere twee jaar een omvangrijk rapport uit over ‘de arbeidsmarkt naar opleiding en beroep’. In de laatste versie kijken ze vooruit tot 2024. Welke studies kun je beter niet kiezen als je economische zelfstandigheid belangrijk vindt? Welke banen liggen over een jaar of vijf voor het oprapen? Onderzoeksleider prof. dr. Didier Fouarge vertelt over hoe zo’n rapport tot stand komt en over de moeilijkheid van het evalueren van prognoses.

Hoe is deze rapportagereeks eigenlijk ontstaan?
“Het project startte in 1986, bij de oprichting van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt. Nederland was nog aan het bijkomen van de tweede oliecrisis en kende een grote jeugdwerkeloosheid. Er was toen vraag naar een instrument dat jongeren zou helpen hun weg te vinden op de arbeidsmarkt. En dan niet de markt van vandaag, want als je nu een studie kiest, ben je pas over een jaar of vijf klaar. Je wilt weten hoe het er dan voor staat.”

Dus, op naar de natuurwinkel voor een grote glazen bol?
“Nou, nee, die hebben we niet. Je kunt natuurlijk Nostradamus-achtige types volgen, die roepen wat de beroepen van de toekomst zijn en waar de groei zit. Misschien hebben ze gelijk, misschien ook niet. Je kunt ook prognoses maken door bij bedrijven te vragen naar hun visie op de markt en dat vervolgens proberen te kwantificeren. Maar werkgevers, zeker die in het MKB, weten ook niet altijd goed hoe de markt zich gaat ontwikkelen. Wij gaan uit van het instrumentarium van econometristen. Dus aan de hand van ontwikkelingen in de tijd in grote databestanden, proberen we een model te maken dat  alle zeggingskracht uit de data naar boven haalt. Op de beste manier, met de meest kritische blik en je expertise als econoom.”

Over wat voor data hebben we het dan?
“Het CBS is een hoofdleverancier van de data. De enquête beroepsbevolking van het CBS is een van de grootste onderzoeken die in Nederland wordt gehouden, waarin jaarlijks grote groepen mensen bevraagd worden over allerlei zaken, inclusief hun beroep en opleiding en hoeveel uur ze werken. Die data, dus ook hoe gediplomeerden terecht zijn gekomen in hun beroep, gebruiken we om de modellen te voeden. Het Centraal Plan Bureau maakt prognoses over de ontwikkeling van de economie de komende jaren. Zij geven de veranderingsrichting van de modellen aan. Verder moet je weten hoeveel gediplomeerden de arbeidsmarkt opkomen. Dat zit weer in de referentieramingen van het Ministerie van Onderwijs, die aangeven hoeveel studenten naar verwachting uit een bepaalde studierichting de komende jaren afstuderen.”

Het rapport van dit jaar biedt in hoofdlijnen geen nieuws ten opzichte van twee jaar geleden; in de techniek, zorg en onderwijs zijn moeilijk arbeidskrachten te vinden. Toch krijgt het rapport steevast veel journalistieke aandacht. Hoe verklaart u dat?
“In grote lijnen blijven de knelpunten dezelfde als twee jaar geleden. Maar die vasthoudendheid van de krapte op de arbeidsmarkt is ook nieuwswaardig. Vier jaar geleden voorspelden we de personeelsproblemen in de techniek- en onderwijssector ook al en in die periode is nauwelijks iets veranderd. Dat is zorgelijk. Dan kun je vragen wat er moet gebeuren om het in beweging te krijgen.”

Wat moet er gebeuren om het in beweging te krijgen?
“Goede vraag. We onderzoeken met ons team bijvoorbeeld of het beter verspreiden van deze informatie onder studiekiezers ze kan helpen andere keuzes te maken. Dat testen we nu in het VMBO en het lijkt te werken. Als je jongeren vertelt over de baankansen en het loon voor de beroepen die ze leuk vinden, zijn ze soms bereid andere keuzes te maken. Dat onderzoek hopen we volgend jaar te publiceren.” (tekst gaat verder onder de foto)

MA Neuroeconomics - Why this programme

Maar jongeren worden toch al uitgebreid begeleid bij hun studiekeuze op het voortgezet onderwijs?
“Dat is inderdaad verplicht, maar het maffe is: dat is nu puur gefocust op ontdekken wat je leuk vindt. Wat is je talent? Dat is op zich een goede insteek om een studie en baan te kiezen, maar jouw talent leidt niet per se tot één beroep of opleiding. Natuurlijk moet je jongeren die geknipt zijn voor de horeca niet in de techniek duwen. Dat worden ongelukkige studenten en slechte technici. Maar ik ben ervan overtuigd dat uitgaande van wat je leuk vindt, er andere studies mogelijk zijn met betere baankansen.”

Noem eens een voorbeeld.
“Neem het MBO, waar je kunt leren voor de meer verzorgende beroepen, zoals kapper. Dan moet je met mensen kunnen omgaan en zorgzaam zijn. En je moet kunnen knippen. In de verpleging moet je ook met mensen kunnen omgaan en ze verzorgen, maar de baankansen in de zorg zijn een heel stuk gunstiger. Dat vind ik een belangrijke boodschap. Natuurlijk kun je alsnog besluiten dat je die betere baankansen niet doorslaggevend vindt, omdat je geen mensen wilt wassen, maar wel haren wilt knippen. Niet iedereen verandert van keuze, maar dat hoeft ook niet. Als maar een deel van de jongeren hun keuze aanpast, op basis van die nieuwe informatie, is dat al voldoende om de balans op de arbeidsmarkt te herstellen.”

De Commissie Van Rijn, die zojuist heeft geadviseerd geld naar technische opleidingen te sluizen ten koste van niet-technische opleidingen, zal blij zijn met deze rapportage.
“Onze prognoses zijn niet bedoeld als ondersteuning van het Rapport van Rijn. Wij constateren onevenwichtigheid in de arbeidsmarkt, maar de oplossing is niet: korten bij de een en toekennen aan de ander. Want opleidingen zijn er niet alleen voor de arbeidsmarkt, maar ook omdat mensen iets moeten doen dat past bij hun passie en kunnen. Niet iedereen heeft een passie en een aanleg voor techniek. Andere opleidingen zijn niet waardeloos, ook niet als je ziet dat er niet veel kansen op werk zijn. Je leidt jongeren ook op tot kritische wereldburgers die iets bijdragen aan de maatschappij. Als je culturele antropologie wilt studeren omdat daar je passie ligt, moet je dat doen. Maar wel op basis van adequate ondersteuning in het keuzeproces.”

Twee rapporten geleden, dat vooruitkeek tot 2020, voorspelden jullie dat de kansen op werk in die periode voor mensen met een ‘zorg en welzijn’-diploma slechter dan voorgaande jaren zouden zijn. Dat was de laatste jaren toch niet echt een probleem? Evalueren jullie de prognoses ook?
“Bedoelt u eigenlijk: het klopt helemaal niet wat jullie voorspellen?”

Ik zou niet durven, maar hoe verklaart u zo’n verschil?
“Door de bank genomen zien we dat de prognoses vrij goed kloppen, maar 100% is niet haalbaar. Toen we die prognose maakten, in 2015, gaf de overheid aan dat er flink bezuinigd zou worden in de zorg. Dat zag je meteen terug in de CPB-prognoses over de ontwikkeling in de verschillende economische sectoren en dus ook in onze prognose. In de eerste jaren zag je ook wel degelijk dat er veel mensen in de zorg hun baan verloren, omdat er veel faillissementen waren in de zorg- en welzijnssector. Wat gebeurt? Twee jaar later kwamen er verkiezingen. Politieke partijen veegden de bezuinigingen van tafel en onze prognoses klopten niet meer. Politiek en beleid is nauwelijks te voorspellen, net als de economie. Dus ja: ik kan het mis hebben. Zeker als de overheid andere budgetallocaties maakt. Daarom is het belangrijk tweejaarlijks de prognoses te herzien.”

  Lees ook het persbericht "Knelpunten in techniek, zorg en onderwijs houden komende jaren aan"

Femke Kools

Lees ook

  • De Universiteit Maastricht draagt zorg voor veel markante gebouwen die we allemaal kennen. Door ze een nieuwe bestemming te geven, behouden we deze iconen en geven we ze een nieuwe invulling, waardoor ze het kloppende hart vormen van een bruisende stad. 

  • Het College van Bestuur en het Management Team van de Universiteit Maastricht hebben ermee ingestemd dat komende nacht een groep ‘observers’ in de FASoS-tuin kan blijven. Dat gebeurt onder dezelfde voorwaarden als afgelopen nacht. Dit besluit komt na opnieuw een dag van vreedzame acties en dialoog...

  • Vreedzame protesten bij FASoS terwijl het College van Bestuur en de faculteit blijven in gesprek met activisten.