Jacco Briedé (J.J.)
Zijn belangrijkste onderzoeksonderwerp betreft de toepasbaarheid van elektronenspinresonantie (ESR of EPR) spectrometrie in de studie van de vorming van vrije radicalen en hun betrokkenheid bij de beoordeling van milieurisico's en moleculaire toxicologie. Bovendien trok de toegenomen toepassing van "omics" -technologieën zijn interesse en werd hij meer geïntegreerd in begeleide onderzoeksprojecten op het gebied van toxicogenomics.
Expertises
Zijn belangrijkste onderzoeksinteresses zijn onder meer:
- Rol van het mechanisme van vrije radicalen bij oxidatieve celbeschadiging en chemopreventieve werking van voedingsantioxidanten, bijvoorbeeld polyfenolen van groene thee, vitamine C en flavonoïden;
- Betrokkenheid bij de vorming van vrije radicalen en de relatie met chemische samenstelling en gezondheidseffecten van fijn stof en nanomaterialen in de omgeving;
- Cellulaire en mitochondriale vorming van vrije radicalen en de betrokkenheid bij biologische processen, b.v. mitochondriale ontkoppeling en mitochondriale disfunctie veroorzaakt door b.v. farmaceutische producten en drugs.
- In vivo en in vitro detectie van stikstofmonoxide (NO) en onderzoek naar de rol ervan in gezondheids- en ziektegerelateerde mechanismen;
- Toepassingen van toxicogenomica-gerelateerde toepassingen om mechanismen van lever-specifieke genotoxische en carcinogene verbindingen te ontrafelen, inclusief de ontwikkeling van in vitro alternatieven voor in vivo toxicologische tests.
Loopbaan
Jacco Briedé volgde eerst een opleiding tot laboratoriumanalist met een (bio)chemische specialisatie aan de hogere laboratoriumschool in Utrecht. Tijdens zijn stage bij KWR Watercycle Research Institute ontwikkelde hij methoden om pesticiden en hun metabolieten in drink-, grond- en oppervlaktewater te analyseren. Daarna studeerde hij Scheikunde aan de Universiteit Utrecht. Tijdens deze studie specialiseerde hij zich verder op het gebied van (bio)chemie. Voor zijn afstudeeronderzoek bestudeerde hij de mechanismen die betrokken zijn bij het in stand houden van de asymmetrische verdeling van de fosfolipiden in het membraan van de erytrocyten (rode bloedcellen). Na zijn afstuderen werkte hij twee jaar in de productie van smaak- en geurstoffen bij Unilever Nederland / Quest International. In 1996 werd hij aangesteld als Ph.D.-student aan de Universiteit Maastricht bij de afdeling Biochemie. Daar richtte hij zijn interesse op bloedstolling onder stromingsomstandigheden in een project met de titel "Regulatie van trombinevorming aan de oppervlakken van hechtende bloedplaatjes". Als Ph.D.-student volgde hij een opleiding aan het Cardiovascular Research Institute Maastricht (CARIM) met meerdere cursussen over de fundamentele mechanismen van hart- en vaatziekten. In november 2001 verdedigde hij zijn proefschrift. Op 1 mei 2001 werd hij aangesteld als postdoctoraal onderzoeker bij de afdeling gezondheidsrisicoanalyse en toxicologie, vanaf 1 april 2003 gevolgd door een aanstelling als universitair docent bij deze vakgroep.