Academische luchtvaartemissies: zoeken naar klimaatvriendelijk gedrag van staf en student
Voor alle organisaties en bedrijven die voor hun functioneren veel gebruik maken van luchtvaartverkeer, stelt zich de vraag op welke wijze daarvoor verantwoordelijkheid zal worden genomen. Deze kan bestaan uit verschillende maatregelen, zoals elektronische communicatiemiddelen die de noodzaak voor reizen verminderen, of door het nemen van de trein voor relatief kortere afstanden. De meest omstreden optie lijkt te zijn om emissies van vliegreizen, die na bewuste afweging toch worden gemaakt, te compenseren met broeikasgas-emissierechten.
Juist universiteiten kunnen een voortrekkersrol vervullen in het onderzoeken van het nemen van verantwoordelijkheid voor vliegemissies. Het is immers geen gemakkelijke kwestie, en is doordrenkt met juridische vragen. Een eerste vraag die opduikt is waarom universiteiten – maar ook individuele stafleden en studenten - überhaupt maatregelen zouden moeten overwegen aangezien de broeikasgasemissies afkomstig van luchtvaart reeds geregeld worden door de EU. In het Europese emissiehandelssysteem wordt een wettelijk bindend plafond gesteld aan de emissies door industrie en luchtvaart. Dat plafond – en dus de emissies – wordt jaarlijks verkleind. Tezamen met de andere van kracht zijnde EU maatregelen zou dan in 2030 veertig procent van de EU emissies moeten zijn gereduceerd. Is het nodig extra verantwoordelijkheid te nemen bovenop het publiekrechtelijke kader? Deze vraag is urgent gelet op de berichten uit de wetenschap inzake de snelle opwarming van de aarde, en de Europese Commissie wil dan ook de doelstelling voor 2030 aanscherpen – maar of dat lukt is de vraag. Indien een universiteit meer verantwoordelijkheid wil nemen, dan kan deze uiteraard besluiten alvast meer te doen dan juridisch minimaal is verplicht…
Het vliegverkeer van universiteiten reikt echter verder dan het EU territoir. De voetafdruk veroorzaakt door vliegverkeer naar andere continenten is doorgaans hoog. Voor de wereldwijde beheersing van vliegemissies wordt door ICAO – de International Civil Aviation Organisation - gekoerst op (slechts) een bevriezing van de wereldwijde luchtvaartemissies op het niveau van het jaar 2020. Het aangenomen programma, CORSIA geheten, behelst dat eventuele extra emissies zouden moeten worden gecompenseerd door reducties elders te financieren, bijvoorbeeld via de aanleg van hernieuwbare energie ter vervanging van kolenstroom. Hoe deze internationale benadering er precies uit gaat zien, en wat dit betekent voor de EU regelgeving tot dusver, behoeft nader onderzoek.
Mij lijkt dat universiteiten ondertussen zelf een duurzaam transportbeleid kunnen ontwikkelen binnen het ingewikkelde en nog veranderende nationale, Europese en internationale reguleringskader. Een eerste stap is het inzichtelijk maken van de totale voetafdruk van staf èn studenten. Een tweede stap is het organiseren van advies aan staf en studenten om hen te helpen bij hun beslissing of en hoe te reizen, waarbij tevens alternatieven zoals elektronische communicatie en de mogelijkheid van duurzamer vervoer worden meegenomen. Erkend moet worden dat afwegingen inzake of en hoe te reizen vaak lastig zijn, en de omstandigheden – zoals budgetten - van individuele stafleden en studenten kunnen erg verschillend zijn. Een derde stap lijkt te bestaan uit het regelen van een verantwoorde en voldoende ambitieuze compensatie van de emissies van de vluchten die alsnog worden gemaakt, met name voor vluchten die buiten het EU wetgevingskader vallen.
Maar met name de keuze voor de juiste compensatievorm voor internationale vluchten is een heikel punt. Betrouwbaarheid van de toegezegde compensatie, maar ook respect voor de positie van bewoners waar de alternatieve emissiereducties eventueel worden aangebracht, zijn belangrijke aandachtspunten. Echter, een universiteit – of universiteiten tezamen, in consortia, zouden bij machte moeten zijn om zelf – via multidisciplinair onderzoek –goede compensatievormen te onderzoeken. In dat licht kunnen de benaderingen die onder de paraplu van ICAO worden ontwikkeld kritisch worden onderzocht, en betere oplossingen, indien nodig, worden bedacht. Juist van een universiteit – gericht op kennisontwikkeling – zou men mogen verwachten dat naar optimale oplossingen en benaderingen wordt gezocht, waarbij een balans wordt gezocht tussen enerzijds de voordelen van het verder ontwikkelen van een internationale academische uitwisseling – zowel qua onderwijs als qua onderzoek - en anderzijds het zoveel mogelijk terugdringen van de negatieve milieu-impact.
Universiteiten moeten niet vluchten voor deze uitdaging maar zouden juist een voortrekkersrol kunnen vervullen in het organiseren van onderzoeksprojecten voor het bevorderen van klimaatvriendelijk gedrag van staf en student.
Meer blogs op Law Blogs Maastricht |
M. Peeters
Marjan Peeters holds the position of Professor of Environmental Policy and Law since April 2008. Marjan started in 1987 with studying environmental law.