Gemengd pensioen: het overheidspensioen op de schop

Het overheidspensioen in België staat aan de vooravond van een hervorming. Het wetsvoorstel gemengd pensioen zal, na bijna een jaar onder hevige discussie te hebben gestaan, binnenkort als wet ingevoerd te worden. Wat houdt het gemengd pensioen precies in?

Veel pensioenstelsels maken onderscheid tussen ambtenaren en de private sector, zo ook in België. Wat nu als je zowel als ambtenaar als niet-ambtenaar hebt gewerkt? Hoe gaat het pensioenstelsel om met de toekenning van overheidspensioen en privaat pensioen?

Het Belgisch recht kent voor vast benoemd overheidspersoneel het statutair pensioen. Dit statutair pensioen wordt volgens het omslagstelsel gefinancierd, waarbij de werkende ambtenaren de pensioenuitkeringen van de gepensioneerde ambtenaren financieren. Het recht op statutair pensioen wordt in de loop van arbeidsjaren opgebouwd. Naast vast benoemde ambtenaren werken ook contractuelen in de overheidssector (niet-vast benoemd). Contractuelen vallen niet onder het statutair pensioen, maar onder het aanvullend pensioen in de tweede pijler. Wanneer een contractueel later wel vast wordt benoemd doet de hiervoor gestelde vraag zich voor: hoe om te gaan met de jaren als contractueel? Tot op heden worden bij vaste benoeming de voorgaande contractuele jaren omgezet in statutair pensioen. Eventuele pensioenaanspraken in de tweede pijler komen te vervallen. Op deze wijze maken de contractuele jaren geen verschil op het uiteindelijke pensioen, aangezien de verleden contractuele jaren zijn omgezet in rechten op statutair pensioen.

Naar aanleiding van het Regeerakkoord, maakt het wetsontwerp gemengd pensioen van 19 oktober 2017 een einde aan deze automatische omzetting. De wet zorgt ervoor dat dienstjaren als contractueel niet meer in aanmerking worden genomen voor het statutair pensioen na vaste benoeming. Er ontstaat dan een gemengd pensioen: het (mogelijk) opgebouwde arbeidspensioen tijdens de contractuele jaren en het opgebouwde statutair pensioen. Er bestaat er een overgangsregeling voor de ambtenaren die vóór 1 december 2017 vast benoemd zijn, deze krijgen nog alleen een statutair pensioen.

De invoering van het gemengd pensioen is op een aantal argumenten gebaseerd. Naast door de toenemende levensverwachting, en daarmee de toenemende hoogte van de pensioenuitkeringen, komt de omslagfinanciering onder druk door de dalende loonmassa. Het aantal vast benoemden daalt in vergelijking met het aantal contractuelen (niet-vast benoemd). Het resultaat: een afnemende groep draagt een toenemende last. Deze druk wordt versterkt door het gesloten systeem van België, welke inhoudt dat de ambtenaren van de lokale gemeenten/besturen de pensioenen van hun gepensioneerde ambtenaren betalen. Als laatste argument wordt aangehaald dat het onderscheid tussen de behandeling van vast benoemde en contractuele medewerker op pensioengebied onwenselijk is, aangezien veelal hetzelfde werk wordt uitgevoerd.

Door het gemengd pensioen neemt het belang van de tweede pijler in de publieke sector toe. België heeft echter een van de laagste werknemerspensioenen van Europa. Ook binnen de publieke sector kent niet elk lokaal bestuur een aanvullende pensioenregeling. Een grote slag is nog te behalen om voor de ambtenaren ook met een gemengd pensioen een adequate pensioenuitkering te faciliteren. De wet tracht een start te maken door een financiële stimulans in de vorm van een korting op de pensioenbijdragen.

Auteur: Pim Mertens (Masterstudent Fiscaal Recht & Fiscale Economie en studentassistent bij Expertisecentrum ITEM)

Foto door © Licya