‘Tot de dood ons scheidt’? Een pleidooi voor een tijdelijk huwelijk

Bijna vijftig procent van alle huwelijken in de Westerse wereld eindigt in een echtscheiding. Dit is de belangrijkste reden waarom in een recent boek (‘The New “I Do”’)   psycholoog en relatietherapeut Susan Pease Gadoua en journalist Vicki Larson stellen dat een huwelijk voor het leven een ouderwets en onrealistisch ideaal is. 

Indien de echtgenoten niet hun hele leven bij elkaar blijven leidt dat traditionele huwelijk enkel tot wederzijdse verwijten en een gevoel van falen. Gadoua en Larson bepleiten daarom dat de wetgever een ‘starthuwelijk’ introduceert. Dit is een huwelijk dat automatisch afloopt na een door de echtgenoten overeengekomen termijn van bijvoorbeeld twee of vijf jaar. Na die termijn kan een gelukkig koppel het huwelijk uiteraard verlengen, maar die beslissing moet wel expliciet worden genomen. Zowel ten tijde van het starthuwelijk als bij de verlenging kunnen de partners afspraken maken over financiën en verdeling van eigendom, maar bijvoorbeeld ook over vakanties of het uitlaten van de hond. Dit idee past bij een initiatiefwetsvoorstel   dat de grootste partij in het parlement van Mexico-Stad (dat zelf de bevoegdheid heeft om het familierecht te regelen) in 2011 indiende. Het voorstel hield in om een tijdelijk huwelijk van twee jaar in te voeren met als belangrijkste motief dat de partners dan niet door een pijnlijke en soms kostbare scheiding heen moeten om hun ongelukkige huwelijk te beëindigen.

De regel dat een huwelijk wordt gesloten voor onbepaalde tijd is zo vanzelfsprekend dat deze niet eens expliciet in wetgeving is neergelegd. Ook krijgt de regel vrijwel geen aandacht in de rechtsgeleerde literatuur. Bij het kerkelijk huwelijk spreken echtgenoten wel formuleringen uit als dat zij elkaar trouw blijven ‘tot de dood ons scheidt’ of de ander zullen ‘liefhebben en waarderen al de dagen van ons leven.’ De voorstellen van Gadoua en Larson en van de plaatselijke wetgever in Mexico-Stad zijn een goede aanleiding om de regel opnieuw te doordenken. Nu het familierecht in toenemende mate ruim baan geeft aan contractuele afspraken, is de tijd wellicht ook rijp voor het invoeren van een tijdelijk huwelijk. Net zoals het geval is bij elke andere verhouding die wordt beëindigd, is dan wel nodig dat eventuele kinderen en de behoeftige ex-huwelijkspartner worden beschermd tegen de financiële en andere gevolgen van het verlopen van de afgesproken termijn, maar dit staat niet in de weg aan het als zodanig aanvaarden van een tijdelijk huwelijk. Dat heeft niet alleen als voordeel dat de hoge financiële en emotionele lasten van een echtscheiding worden voorkomen, maar ook dat (toekomstige) echtgenoten de consequenties van hun huwelijk beter doordenken en vrij zijn om hun wederzijdse commitment op gezette tijden opnieuw te evalueren.

In een artikel dat binnenkort op SSRN   verschijnt bepleit ik dan ook dat het invoeren van een tijdelijk huwelijk een zinvol experiment is. In het artikel wordt gezocht naar de oorsprong van het levenslange huwelijk en vervolgens beargumenteerd waarom de motieven die ooit bestonden voor een dergelijk huwelijk niet langer overtuigend zijn.

J.M. Smits

Prof. mr. Jan Smits (1967) is hoogleraar Privaatrecht aan de Universiteit Maastricht en Decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Jan Smits publiceert, doceert en begeleidt studenten op de terreinen van (Nederlands, Europees en vergelijkend) privaatrecht, rechtsvergelijking, rechtstheorie en ‘law and…’-benaderingen.