Vergoeding van affectieschade komt eraan

door: in Rechtsgeleerdheid
Vergoeding van affectieschade komt eraan

Vergoeding van affectieschade is al jarenlang onderwerp van debat. 16 juli jl. heeft de minister van Veiligheid en Justitie dan ook het langverwachte wetsvoorstel vergoeding van affectieschade naar de Tweede Kamer gestuurd.[1] Dit wetsvoorstel kent zowel een strafrechtelijke als een civielrechtelijke component. In deze blog zal ik mij beperken tot het civielrechtelijke gedeelte, welke een wijziging van het Burgerlijk wetboek voorstelt.

Nederland is samen met Duitsland één van de weinige landen, die momenteel nog geen mogelijkheid kennen voor vergoeding van immateriële schade aan naasten en nabestaanden, ook wel affectieschade genoemd. De gedachte achter deze vorm van schadevergoeding is om een bijdrage te leveren aan de erkenning van het leed en genoegdoening van nabestaanden en naasten.

Onder onze huidige wettelijke regeling voor schadevergoeding kan slechts het slachtoffer zelf immateriële schadevergoeding vorderen op grond van art. 6:106 lid 1 sub a en b BW. Nabestaanden en naasten van een slachtoffer kunnen in Nederland alleen grond van art. 6:107 BW zogenaamde verplaatste schade vergoed krijgen en op grond van art. 6:108 BW een aantal specifiek bepaalde kosten, welke verband houden met het overlijden van het slachtoffer.

In februari 2003 is voor de eerste keer een wetsvoorstel over affectieschade ingediend bij de Staten-Generaal. Dit voorstel is aangenomen door de Tweede kamer, maar in 2010 verworpen door de Eerste Kamer. Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer van dit voorstel zijn onder andere twijfels gerezen over de behoefte in de samenleving aan deze vorm van schadevergoeding.[2] Naasten en nabestaanden zouden zich namelijk zonder problemen neerleggen bij ons huidige stelsel.[3]

In 2008 is naar aanleiding hiervan in opdracht van het toenmalige Ministerie van Justitie door de Vrije Universiteit in samenwerking met het WODC een onderzoek uitgevoerd naar de behoefte binnen de samenleving aan vergoeding van affectieschade. [4] Deze behoefte blijkt er te zijn bij nabestaanden. Zij verwachten dat een dergelijke vergoeding kan bijdragen aan hun emotionele verwerking van de gebeurtenis.[5] Dit is een belangrijke reden geweest voor de huidige minister om recent een hernieuwd wetsvoorstel voor vergoeding van affectieschade in te dienen.[6] In de Memorie van Toelichting bij dit wetsvoorstel geeft minister Ard van der Steur tevens aan, dat er momenteel via omwegen geprobeerd wordt om toch een vergoeding voor immateriële schade te kunnen krijgen, bijvoorbeeld door een beroep te doen bij de rechter op schending van art. 8 EVRM, het recht op eerbiediging van gezinsleven.[7]

Voorafgaand aan het vorige week ingediende wetsvoorstel is er vorig jaar een conceptwetsvoorstel zorg- en affectieschade ter consultatie aangeboden.[8] Het gedeelte over de verruiming van zorgschade voor de vergoeding van kosten, die gemaakt worden voor de verzorging en verpleging van een slechtoffer, is in het ingediende wetsvoorstel niet meegenomen. Uit de gehouden consultatie is namelijk gebleken, dat nader onderzoek naar de toets voor toekenning van zorgschade nodig is.[9]

In het ingediende wetsvoorstel wordt gewerkt met een vaste kring van gerechtigden[10] en vaste bedragen.[11] Door te werken met vaste bedragen hoopt de minister eindeloze procedures en discussie over vergoeding van affectieschade en de precieze hoogte ervan te voorkomen. Dit zou namelijk o.a. de verwerking van het leed van naasten en nabestaanden kunnen bemoeilijken. [12] De vaste bedragen variëren naar gelang de aard van de relatie tussen de naaste of nabestaande en het slachtoffer en ook naar gelang de vraag of er sprake is van ernstig of blijvend letsel of dat het slachtoffer is overleden.[13]

Mijn inziens is het goed, dat het wetsvoorstel een onderscheid maakt tussen de hoogte van de vergoeding van affectieschade en de persoonlijke relatie tussen de naaste of nabestaande en het slachtoffer ten tijde van de gebeurtenis. Het leed, dat iedere persoon overkomt is verschillend, zowel in objectieve als subjectieve zin. De vraag rijst wel of dit verschil tot uitdrukking kan worden gebracht met de voorgestelde categorieën. Daarnaast is het voor mij discutabel of het zinvol is om te werken met vaste bedragen per categorie gerechtigde, welke vervolgens variëren naar gelang of er sprake is van ernstig of blijvend letsel of overlijden. Is iedere leed veroorzakende gebeurtenis in gelijke mate ingrijpend? Moet er hier niet nog verder differentiatie plaatsvinden? Zijn de voorgestelde bedragen niet aan de lage kant in vergelijking tot andere Europese landen?[14] Hiervoor kunnen we bijvoorbeeld ook kijken naar de discussie die momenteel in Duitsland woedt, over de hoogte van de vergoedingen van affectieschade, die de Lufthansa aan nabestaanden van de ramp met het German Wings toestel biedt.[15]

Ondanks de hierboven genoemde punten voor discussie, is het belangrijkste dat er nu een nieuw wetsvoorstel voor de vergoeding van affectieschade is ingediend. Dit zal de positie van nabestaanden en naasten gaan verbeteren en hen helpen bij de verwerking van hun leed.

[1] Kamerstukken II 2014/2015, 34 257
[2] Handelingen I 2005/2006, nr. 38, p. 1853.
[3] Kamerstukken I 2005/2006, 28 781, D, p. 2
[4] Kamerstukken I 2008/2009, 28781 G.
[5] Kamerstukken I 2008/2009, 28781 G, p. 3.
[6] Kamerstukken II 2014/2015, 34 257, nr 3, p. 3.
[7] Kamerstukken II 2014/2015, 34 257, nr 3, p. 2.
[8] Zie https://www.internetconsultatie.nl/wetsvoorstel_zorg_en_affectieschade  
[9] Kamerstukken II 2014/2015, 34 257, nr 3, p. 3.
[10] Zie het voorgestelde art. 6:107 lid 2 BW en 6:108 lid 4 BW, Kamerstukken II 2014/2015, 34 257, nr 2, p. 2-3.
[11] Zie het voorgestelde art. 6:107 lid 1 sub b BW en 6:108 lid 3 BW, Kamerstukken II 2014/2015, 34 257, nr 2, p. 2-3
[12] Kamerstukken II 2014/2015, 34 257, nr 3, p. 4.
[13] Kamerstukken II 2014/2015, 34 257, nr 3, p. 5 en p. 16.
[14] Zie bijvoorbeeld over de hoogte van eventuele vergoedingen in andere Europese landen: D. Hipp, ‘Schmerzensgeld für Germanwings-Opfer ”Das Angebot ist in manchen Fällen großzügig”’, Spiegel Online 15 juli 2015.
[15] Zie hierover mijn vorige blog en bijvoorbeeld ‘Hinterbliebene erhalten im Schnitt über 100.000 Euro’, Frankfurter Allgemeine Zeitung, 21 juli 2015.