De pre-pack: een eenvoudige manier om werknemers te lozen?

Eerder dit jaar werd logistiek bedrijf Princen Transmission uit Weert door de rechtbank ‘s-Hertogenbosch failliet verklaard. Voorafgaand aan dit faillissement werd gebruik gemaakt van de pre-pack, een rechtens aanvaarde praktijk die door acht van de elf Nederlandse rechtbanken wordt toegepast. In geval van een pre-pack wordt op verzoek van de onderneming, die in ernstige financiële problemen verkeert, door de rechtbank een beoogd curator en beoogd rechter-commissaris aangewezen. De beoogd curator onderzoekt of de betreffende onderneming geschikt is voor een doorstart en indien ja, in welke vorm. Verder zal hij alvast een waardering van de onderneming laten opstellen, de boekhouding bestuderen en vervolgens een geschikte overnamekandidaat zoeken. Nadat de nodige voorbereidingen voor een doorstart zijn getroffen, zal het faillissement worden aangevraagd, waarbij de beoogd curator in de regel wordt aangesteld als curator in faillissement.

Opstelten, voormalig Minister van Veiligheid en Justitie, diende reeds in 2013 een wetsvoorstel ter codificering van de pre-pack in.[1]

Betoogd wordt dat door middel van de pre-packmethode de kans op een doorstart van (de rendabele onderdelen van) de onderneming tegen een maximale opbrengst wordt vergroot. Dit komt enerzijds doordat de doorstart in stilte wordt voorbereid en anderzijds doordat de pre-pack een tijdsbesparende procedure is. Een dergelijke voorbereide doorstart zou voordelig zijn voor de schuldeisers, waaronder ook de werknemers, omdat een deel van de werkgelegenheid behouden kan worden indien de onderneming going concern wordt doorverkocht.

Het is echter de vraag of de werknemers daadwerkelijk gebaat zijn bij een pre-pack. In het geval van Princen Transmission werd reeds voorafgaand aan het faillissement een doorstart voorbereid, waarbij de voormalig directeur van het logistiek bedrijf uiteindelijk de onderneming overnam. Daarbij nam hij een deel van de werknemers niet over, waaronder een zwangere werkneemster en werknemers met een arbo-verleden, aldus de FNV. De FNV is van mening dat het faillissement slechts is gebruikt om van deze werknemers af te komen.

Naar aanleiding van de bezwaren van de FNV hebben Tweede Kamerleden Kerstens en Recourt (PvdA) vragen gesteld aan de Minister Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Veiligheid en Justitie wat betreft het misbruik van de pre-pack en mogelijke oplossingen hiervoor.

Volgens de Ministers is het aan de beoogd curator en de beoogd rechter-commissaris om te waken over de behartiging van de belangen van werknemers in een pre-pack-situatie. Mijns inziens is het echter mede aan de wetgever om bij de invoering van een wettelijke basis voor de pre-pack te voorzien in waarborgen teneinde misbruik te voorkomen en de belangen van de werknemers te beschermen.

De (reeds voor het faillissement voorbereide) doorstart van Princen Transmission laat zien dat werknemers niet altijd gebaat zijn bij een pre-pack. Bovendien kan van de pre-pack misbruik worden gemaakt, door deze mogelijkheid te gebruiken om eenvoudig van werknemers af te komen.

[1] Wetsvoorstel tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de doelmatige afwikkeling dan wel toepassing van een eventueel faillissement of surseance van betaling (Wet continuïteit ondernemingen I).