Rechter en politiek: de bekende stoelendans

door: in Rechtsgeleerdheid
Ambtsmisdrijven van ministers en leden van de Staten-Generaal: klikken uit de commissie stieken: vervolging van fractievoorzitters?

Bij tijd en wijle duikt het weer op als argument: de rechter mag niet op de stoel van de wetgever (of: de politiek) gaan zitten. Ook in de discussies over de Urgenda zaak, waarin de rechtbank Den Haag de staat oplegde te komen tot een vergaande reductie van emissies, ging het daar in allerlei toonaarden over.

Inderdaad, stoelendans is een spelletje voor kinderfeestjes. Maar is het nu zo dat een rechter iets doet wat niet hoort of mag door de wetgever te houden aan rechtsregels en de wetgever erop te wijzen dat de overheid wat laks is bij het nakomen van nationale en internationale milieunormen? De rechter is er toch juist voor om al het overheidsgezag aan het recht te houden en te verbieden iets te doen wat niet mag en te gebieden datgene te doen wat rechtens noodzakelijk is? Het argument van de ‘stoel’ is dan ook meer retoriek dan een echt argument. De echte vraag is of de rechter voldoende steun kon vinden in (een samenstel van diverse) rechtsregels om daaruit een norm af te leiden voor de staat om uitstoot van schadelijke stoffen verder terug te dringen. Onmiskenbaar is dat ‘de politiek’ (regering en Staten-Generaal) bij veel verdragen partij is geworden en deze mede heeft opgesteld, en nationale regels heeft gemaakt, die geleidelijk aan de reductie in emissies steeds preciezer en nauwer zijn gaan definiëren. Dan is het niet zo gek dat een rechter op een gegeven moment zegt: nu is het stelsel van normen dermate uitgedijd en ook dermate precies geworden, dat er een rechtsplicht voor de staat uit kan worden afgeleid. Dat is nu eenmaal de consequentie van het maken van beleid, wetten en verdragen. De hamvraag is natuurlijk hier óf dat normenkader al voldoende specifiek en ontwikkeld is om de conclusie te kunnen dragen dát er een rechtsplicht voor de staat uit kan worden afgeleid. Daarover zal het in hoger beroep gaan. Maar die vraag is niet beantwoord door te stellen dat de rechter de politiek te veel hindert. Dat zou de rechtbank wel hebben gedaan als deze de staat had voorgeschreven hoe die reductie in emissies te bereiken; maar dat heeft de rechter keurig aan de staat overgelaten, want dat is, inderdaad, politiek.

Wordt de samenleving dan niet al te gejuridificeerd? Ja, dat is misschien wel het geval, maar dat is natuurlijk niet de rechter die de regels en het recht toepast te verwijten. Als er normen, kaders, regels, afspraken, doelstellingen, wetten worden gemaakt, dan hoort het bij de rechterlijke taak om de betrokkenen aan de gestelde regels te houden. De wetgever (de politiek) zou het ook niet anders moeten willen, namelijk dat rechters actoren aan de gestelde regels houdt. Dat zou tot blijdschap moeten leiden en tot een feestelijke sfeer namelijk dat de rechter de wetgever bijstaat door de uitvoering en naleving van wettelijke normen aan alle rechtssubjecten op te leggen.

  • A.W. Heringa

    Author and editor of numerous books and articles on Dutch Constitutional law, the European Convention on Human Rights, the European Social Charter, comparative constitutional law, US constitutional law, Human Rights and legal education. Author of blogs on the Montesquieu Institute website.

    Meer artikelen van A.W. Heringa