Prof Dr T.E. Swierstra
Expertises
Swierstra's onderzoek betreft met name de ethiek en politiek van nieuwe en opkomende technieken. Hij publiceerde bijvoorbeeld over publieke discusses en morele controversen over reproductief kloneren van mensen en dieren, nieuwe voortplatingstechnieken, genomics, voedseltechnologie, nanotechnologie, synthetische en systeembiologie, kunstmatie gameten, neurowetenschap, convergerende technologieën, en zogeheten 'cyberphysical systems (technische systemen met kunstmatige intelligente en robots).
De filosofische vragen die de rode draad vormen van zijn onderzoek zijn: hoe kunnen we de wederzijdse beïnvloeding tussen technologische en morele veranderingen (TechnoMorele Verandering) analyseren, evalueren, en anticiperen? En hoe kunnen we dit soort anticipatoire kennis over techno-morele verandering beschikbaar maken voor technologen, beleidsmakers, en het bredere publiek? In dit kader heeft hij verscheidene rapporten gepubliceerd en scenariostudies verricht ten behoeve van publieke debat-activiteiten.
Meer recentelijk onderzoekt hij in welke mate onze moraal, zoals die sinds onze vroegste voorouders is geëvolueerd, in staat geacht kan worden ons te sturen bij het vinden van oplossingen voor de wereldwijde problemen van technologische samenlevingen, zoals de opwarming van het klimaat.
Loopbaan
Prof Dr. Tsjalling Swierstra studeerde in Groningen and Amsterdam. Hij studeerde cum laude af in filosofie in 1987 and cum laude in politicologie in 1988 - in beide gevallen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde in 1998 aan de Rijksuniversiteit Groningen op een filosofisch proefschrift, getiteld De sofocratische verleiding (Kampen 1998), dat in 1999 werd voorgedragen voor beste proefschrift in de politieke wetenschap. In dit proefschrift verdedigt hij de stelling dat thans vigerende opvattingen over ethiek gestempeld zijn door inmiddels achterhaalde opvattingen over wat wetenschap is.
In 1996 werd hij aangesteld als Universitair Docent techniekfilosofie aan de Universiteit Twente. Daar gaf hij onderwijs in ethiek, sociale filosofie en techniekfilosofie. Eenmaal gepromoveerd tot Universitair Hoofddocent ontwikkelde hij daar de onderzoekslijn 'Ethiek en Politiek van Emergente Technieken'. Hier muntte hij het begrip 'TechnoMorele Verandering', waarmee wordt gedoeld op het proces van wederkerige beinvloeding tussen technische en morele ontwikkelingen.
Tussen 2009 en 2011 was hij namens het humanistisch verbond Socrates hoogleraar in de 'Filosofie en Ethiek van de levenswetenschappen' aan de Universiteit van Amsterdam. In 2010 werd hij benoemd als hoogleraar filsoofie aan de Universiteit van Maastricht, waar hij tussen 2010 en 2020 hoofd was van de capaciteitsgroep filosofie.