Sinds januari van dit jaar werkt Joana Schraft als promovendus bij de AWDZ. Haar promotieonderzoek gaat over PlusWIJken: een project van LIME (LImburg Meet) om via sterke wijken te werken aan betere gezondheid en welzijn van inwoners. PlusWIJken worden gevoed door onderzoek, waar Joana een belangrijke rol in speelt. In deze kennismaking vertelt ze er meer over.
Een boeiende reis
Graag stellen we Joana Schraft aan je voor. Als promovendus aan de Universiteit Maastricht en onderzoeker bij het lectoraat Wijkgerichte Zorg van Zuyd Hogeschool brengt Joana een schat aan ervaring en expertise mee in het project PlusWIJken. Joana's werkzaamheden richten zich op het geven van wetenschappelijke onderbouwing voor het integrale wijkaanpakproject. Daarbij verbindt ze verschillende onderzoeksgroepen met elkaar en voert ze onderzoek uit dat nauw aansluit bij de praktijk. Haar onderzoek is van cruciaal belang, omdat het inzicht geeft in eerdere concepten en ervaringen en men op basis daarvan vooruitgang kan boeken. De kans op succes van PlusWIJken wordt immers groter doordat men ziet en begrijpt wat wel en niet heeft gewerkt bij vergelijkbare aanpakken. Het onderzoekstraject is voor Joana een boeiende reis, waarin ze veel leert over samenwerking tussen verschillende partijen en de impact van integrale zorg in de wijk. Haar ultieme doel is om nieuwe kennis te genereren en bij te dragen aan het verbeteren van de kwaliteit van leven in de wijken, met een sterke focus op burgerparticipatie en samenwerking.
Naast Joana werken ook AWDZ-onderzoekers Arianne Elissen, Anne van den Bulck, Niels Hameleers, Robin Peeters en Rowan Smeets mee aan dit project.
“Ik hoop dat het PlusWIJken-project kan bijdragen aan een sterkere samenwerking tussen de verschillende partijen en een beter bewustzijn van het belang dat de inbreng van de burger heeft.”
Meer weten over dit project? Neem contact op met Joana, via joana.schraft@zuyd.nl.

Geen enkele andere groep onderzoekers won de ‘Best International Paper Award’ op het Academy of Management congres zo vaak als de onderzoeksgroep van ‘Healthcare Management’ van de AWDZ. De prijs bestaat sinds 2008 en de groep onderzoekers, geleid door Daan Westra, won de prijs sindsdien maar liefst vier keer. Het geheim om zoveel succes te boeken op een internationaal congres? Het onderzoek speelt in op de actualiteit, maar springt er ook uit qua methodologie en gebruik van theorie.
Academy of Management congres
Het congres van de Amerikaanse Academy of Management trekt elk jaar zo’n tien tot vijftien duizend mensen die onderzoek doen naar management en organisatie. Het congres heeft een aparte tak die helemaal draait om het managen van gezondheidszorg. Voor het ‘beste internationale artikel’ rijkt die tak elk jaar een prijs uit. En terwijl de prijs pas sinds 2008 bestaat, is de onderzoeksgroep van Daan Westra erin geslaagd om de prijs maar liefst vier keer binnen te slepen. Afgelopen augustus won de onderzoeksgroep de prijs voor het laatst, maar ook in 2016, 2021 en 2022 won de groep de award: toen vielen naast Daan Westra onder andere AWDZ-onderzoekers Frank van de Baan, Rachel Gifford en Dirk Ruwaard in de prijzen.
Afgelopen editie ging de prijs naar een artikel dat Daan Westra samen met onderzoeker Maike Tietschert schreef, die nu werkt bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam, maar in 2017 promoveerde bij (een voorloper van) de AWDZ. Samen onderzochten zij in hoeverre zorgnetwerken die mensen van zorgorganisaties ervaren, ook overeenkomen met de zorgnetwerken die je kunt maken met behulp van declaratiegegevens. Conclusie is dat die niet goed overeenkomen: de ervaring van hoe een netwerk in elkaar zit, is vaak incompleet en dat laat nog maar eens zien hoe ingewikkeld netwerken in elkaar kunnen zitten.
Het onderzoek dat eerdere jaren in de prijzen viel, ging over de COVID-19 pandemie en hoe ziekenhuizen zich hierop hebben aangepast, maar ook over hoe prijsconcurrentie in de zorg samenwerking beïnvloedt.
Opvallen op een internationaal congres
Niet makkelijk om op te vallen op een groot internationaal congres, maar er zijn wel een aantal manieren waarop je je onderzoek zo sterk mogelijk kunt maken. Zo vertelt Daan Westra dat het onderzoek binnen zijn zwaartepunt – en in feite in de hele werkplaats – vaak inspeelt op de actualiteit, zoals dat het geval was bij het COVID-19 onderzoek. “Dat past mijns inziens ook wel bij de filosofie van een academische werkplaats. Namelijk om maatschappelijk relevant onderzoek te doen.” Daarnaast zijn de geprezen artikelen opvallend vanwege hun sterke methode. Zo gebruikte de onderzoeksgroep vernieuwende sociale netwerkanalyses, maar maakten ze ook gebruik van mixed-methods onderzoek met grote datasets en zijn de artikelen over COVID-19 gebaseerd op een groot aantal interviews. Daarnaast zitten de artikelen theoretisch goed in elkaar: “Waardoor ze ook heel duidelijk maken wat ze aan de bestaande kennis toevoegen.”
Daan Westra geeft ook nog twee tips voor het kiezen van een interessant congres voor je wetenschappelijke onderzoek. “Het is echt belangrijk om het congres te vinden waar je ‘thuishoort’ met je werk. Zo’n groep onderzoekers kan de waarde van je werk dan veel beter inschatten.” En om dan echt op te vallen en mogelijk zelfs in de prijzen te vallen, helpt het als je “een goed beeld hebt van wat de verwachtingen zijn op het congres, wat het ‘hidden curriculum’ is”. Hij haalt als voorbeeld het congres van de Academy of Management aan: “Bij de tak van Academy of Management die gaat over het managen van zorg, wordt simpelweg verwacht dat je artikel een theorie hoofdstuk heeft waarin je uiteenzet hoe je werk zich verhoudt tot bestaande theorie. Dat is op andere congressen niet per se het geval. Voor dit congres staat het nergens expliciet, maar als je het niet doet wordt het wel raar gevonden.”
Meer weten over het onderzoek binnen ‘Healthcare Management’ van de AWDZ? Neem contact op met Daan Westra, via: d.westra@maastrichtuniversity.nl.

Digitale innovaties maken een flinke opmars in de zorg. Het kan de zorg efficiënter maken en de kwaliteit verhogen. Maar hoe zorgen we ervoor dat alle patiënten kunnen profiteren van digitale zorg, ook bijvoorbeeld mensen met cognitieve beperkingen?
ZonMw heeft nu een subsidie toegekend aan een Citrien-3 project ‘Digitaal mee in de Zorg’, dat precies deze ambitie als doel heeft gesteld. Marieke Spreeuwenberg, verbonden aan de AWDZ, is een van de kartrekkers. In dit project wordt gebouwd aan een kennisnetwerk voor inclusieve digitale zorg met zeven Nederlandse universitaire ziekenhuizen.
Citrien-3
In 2014 is het zogenaamde Citrienfonds bij ZonMw gestart. ZonMw ziet toe op het Citrienfonds, waarvoor de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) thema’s aandraagt, die de basis vormen voor verschillende programma’s die deel uitmaken van het Citrienfonds. Al die programma’s hebben één gemeenschappelijk doel: Het bevorderen van toekomstbestendige zorg. Na afronding van Citrienfonds 1 en 2, bestaat er nu een derde versie van dit fonds, Citrien-3. Het eerste programma van Citrien-3 gaat over ‘Digitaal mee in de zorg’. Dit thema past bij uitstek bij het werk dat Marieke Spreeuwenberg en collega’s binnen de AWDZ doen naar digitale zorg en innovaties. Samen met collega Nicole van Eldik van het Maastricht UMC+ en Matty Crone van de vakgroep gezondheidsbevordering van Universiteit Maastricht, schreven ze een aanvraag voor dit Citrienfonds 3, dat afgelopen september gehonoreerd werd.
“Digitale zorg ontwikkelt zich razendsnel en wordt in toenemende mate gestimuleerd en toegepast. Het biedt veel mogelijkheden om de zorg te versterken. Digitale zorg kan gezondheidsachterstanden echter ook vergroten als bepaalde groepen in de samenleving niet goed mee kunnen komen met ontwikkelingen.”
Inclusieve digitale zorg
De gezondheidszorg in Nederland bestaat al langere tijd niet alleen maar uit fysieke contacten tussen arts en patiënt. Om de kwaliteit te verbeteren en efficiënter met de kostbare tijd van zorgverleners en patiënten om te gaan, is digitale zorg bezig aan een opmars: van beeldbellen en digitale patiëntportalen tot thuismonitoring via apps en de inzet van kunstmatige intelligentie.
Toch schuilt er ook een risico in het digitaliseren van zorg, zo zegt de projectgroep die gelden uit dit Citrienfonds heeft binnengesleept: “Digitale zorg kan gezondheidsachterstanden echter ook vergroten als bepaalde groepen in de samenleving niet goed mee kunnen komen met ontwikkelingen.” Deze kwetsbare ‘groepen’ bestaan onder andere uit 75-plussers, mensen met een lagere sociaaleconomische positie, met een migratieachtergrond of cognitieve beperkingen.
De projectgroep is daarom voornemens een kennisnetwerk op te zetten met zeven Nederlandse universitaire ziekenhuizen. In dit kennisnetwerk worden geleerde lessen over digitale zorg bij kwetsbare groepen gedeeld met elkaar. Ook gaan zij samen met kwetsbare groepen werken aan strategieën om digitale zorg voor iedereen toegankelijk te maken en zo nodig aan te passen. Het kennisnetwerk volgt hoe die strategieën in de praktijk worden gebracht en wat dit betekent voor het – hopelijk – verkleinen van gezondheidsverschillen. Hiermee hopen ze te kunnen bijdragen aan inclusieve digitale zorg.
Meer weten over dit project? Neem contact op met Marieke Spreeuwenberg, via m.spreeuwenberg@maastrichtuniversity.nl.

Op 16 en 17 oktober vindt opnieuw een bijeenkomst plaats van het internationale netwerk ‘Health Systems and Policy Monitor’. Maar liefst 35 organisaties uit 27 Europese landen, Canada, Verenigde Staten en Israël maken deel uit van dit grote internationale netwerk. Ook onderzoekers van de AWDZ, specifiek van het zwaartepunt ‘health systems governance’, zijn onderdeel van dit netwerk.
Het netwerk vervult al sinds het begin van deze eeuw een belangrijke taak in het systematisch beschrijven van zorgsystemen en het schrijven van de veelgebruikte ‘Health Systems in Transition’ rapporten. Ook ten tijde van COVID-19 was dit netwerk van grote waarde, toen het snel inzicht kon geven in de maatregelen voor het bestrijden van het virus in verschillende landen.
Health Systems and Policy Monitor-netwerk
Al sinds begin jaren 2000 bestaat het 'Health Systems and Policy Monitor' netwerk. Dit netwerk wordt aangestuurd door de European Observatory on Health Systems and Policies, dat een dochterorganisatie is van de Wereldgezondheidsorganisatie. ‘Health Systems and Policy Monitor’ is een groot internationaal netwerk dat jaarlijks bij elkaar komt: in totaal zijn 35 organisaties bij het netwerk aangesloten. Onder deze 35 organisaties zijn onderzoeksinstituten, maar ook bijvoorbeeld landelijke zorginstituten. Namens Nederland neemt het Nivel deel aan dit netwerk. Specifiek gaat het om Judith de Jong en Madelon Kroneman, die ook verbonden zijn aan de AWDZ vanwege hun onderzoek naar beleid en sturing in de zorg.
Het netwerk heeft drie verschillende taken. Zo beschrijft het netwerk zorgsystemen op een systematische manier, waardoor het makkelijker wordt om systemen te vergelijken. Veelgebruikte en bekende publicaties van dit netwerk zijn dan ook de zogenaamde ‘Health Systems in Transition’ rapporten, die elke vijf à tien jaar verschijnen. Het laatste profiel van Nederland verscheen in 2016. Het netwerk houdt ook de veranderingen bij die zorgsystemen doormaken. De laatste taak van het netwerk is gezamenlijk onderzoek, zo vertelt Madelon Kroneman: “Het netwerk heeft inmiddels aardig wat onderzoek op zijn naam staan. Dit gebeurt op initiatief van één of meerdere leden van het netwerk. De onderwerpen zijn zeer uiteenlopend: artikelen over COVID-19 onderwerpen, mondzorg, welzijn op recept, enzovoorts. Er is geen financiering voor dit onderzoek, dus het is heel speciaal dat iedereen enthousiast meedoet.”
De waarde van dit netwerk is dat we op de hoogte zijn wat er gaande is in andere landen. Door gezamenlijk onderzoek te doen, kunnen we relatief eenvoudig en snel veel informatie verzamelen.
COVID-19
De grote waarde van dit netwerk werd extra duidelijk tijdens de COVID-19 pandemie, toen sterke internationale contacten en kennis over zorgsystemen goed van pas kwamen, aldus Madelon Kroneman: “Al vrij vroeg in de COVID-19 crisis werd het ‘Health Systems and Policy Monitor’ netwerk ingezet om informatie te verzamelen over de COVID-19 maatregelen, bron- en contactonderzoek, testbeleid en later vaccinatiebeleid in verschillende landen. Hierdoor kon er al in maart 2020 een eerste overzicht gegeven worden. De database die zo opgesteld is, is nog steeds te benaderen. De dataverzameling is in september 2022 gestopt. Doordat elk land al een contactpersoon had voor de policy monitor was het relatief eenvoudig om de COVID-respons monitor op te zetten en uiteindelijk hebben alle landen hieraan meegewerkt.”
Meer weten over dit ‘Health Systems and Policy Monitor’ netwerk? Neemt contact op met Madelon Kroneman, via m.kroneman@nivel.nl.

Na meer dan twee jaar lang brainstormen, plannen schrijven (en weer schrappen), heidagen, en af en toe een slapeloze nacht, is het eindelijk zover: de vernieuwde Master Healthcare Policy, Innovation and Management is in september van start gegaan. Bijna 100 studenten zijn met het programma begonnen aan Universiteit Maastricht. De Master leidt professionals op die kennis én vaardigheden hebben om het verschil te kunnen maken in de gezondheidszorg van morgen. Niet in medische zin, maar wel in de zin van beleid, innovaties en het managen van zorg.
HPIM-professional van de toekomst
De Master Healthcare Policy, Innovation and Management (HPIM) bestaat al meer dan 10 jaar. De thema’s die centraal staan in de Master zijn misschien wel actueler dan ooit: het zorgsysteem staat onder grote druk en daarom zijn creatieve, innovatieve oplossingen voor de organisatie van zorg hoognodig. Het is vooral de manier waarop studenten klaargestoomd worden voor de ‘HPIM-professional van de toekomst’ die anders is in de nieuwe HPIM Master. Zo werken studenten actief aan hun competenties, als expert, onderzoeker, innovator en teamspeler. Centraal in het programma staan verschillende ‘authentieke professionele taken’. Dit zijn opdrachten die studenten in hun werkveld straks ook kunnen tegenkomen en hen dus optimaal voorbereiden op wat hen na hun studietijd te wachten staat. Wat ook nieuw is, is meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en mogelijkheden om het programma aan te passen aan je eigen wensen en behoeften. De onderwijsmethoden blijven hetzelfde en zijn gevarieerd, van zelfsturende leerteams, tot vaardigheidstrainingen en workshops. Een grote groep onderzoekers van zowel de Academische Werkplaats Duurzame Zorg als de Academische Werkplaats Ouderenzorg hebben deze Master de afgelopen jaren in een nieuw jasje gestoken.
De HPIM-Master kan al jaren rekenen op een grote, internationale aanwas van studenten en ook dit jaar, nu de Master nieuw is, start een grote groep van bijna 100 studenten. Meer lezen? Klik dan hier. Of neem contact op met de HPIM-programmacoördinator Arianne Elissen (a.elissen@maastrichtuniversity.nl) of -vicecoördinator Daan Westra (d.westra@maastrichtuniversity.nl).
