Yvonne van der Meer lid wetenschappelijke commissie van Bio-Based Industries Joint Undertaking
Yvonne van der Meer, universitair hoofddocent op het gebied van duurzaamheid van biobased materialen en hoofd van de afdeling Biobased Materials van Maastricht University, Faculty of Humanities and Sciences is per 12 april benoemd als lid van de wetenschappelijke commissie van de Bio-Based Industries Joint Undertaking. BBI-JU is een publiek-private samenwerking met een omvang van € 3,7 miljard tussen de EU en het Bio-based Industries Consortium (BIC).
Europese circulaire economie
BBI geeft aanzetten voor een Europese circulaire economie, waarbij uitsluitend hernieuwbare natuurlijke bronnen worden gebruikt voor dagelijkse producten die daarmee het stempel “Made in Europe” krijgen. Op die manier kan iedereen zijn steentje bijdragen aan de strijd tegen klimaatverandering en tevens lokale, regionale en nationale economieën ondersteunen. Hiermee ontstaat een duurzaam groeimodel waar generaties na ons van kunnen profiteren.
Wetenschappelijke commissie
Als lid van de wetenschappelijke commissie zal Yvonne van der Meer adviseren over de prioriteiten in de werkprogramma’s en advies geven over de behaalde resultaten in het BBI programma. De wetenschappelijke commissie is versterkt met zes nieuwe leden die geselecteerd zijn uit alle aanmeldingen die binnengekomen zijn op de eerder dit jaar gepubliceerde call voor nieuwe leden. De nieuwe leden zullen worden gepresenteerd op de BBI-JU website.
Lees ook
-
De Dag van de Leraar is een speciale dag om waardering voor leraren en onderwijspersoneel te uiten. Als onderwijsinstelling besteedt de UM op deze dag extra aandacht aan haar onderwijspersoneel, haar educatieve programma's en onderwijsinnovatie.
-
Sid Penders helpt kinderopvangorganisaties in Zuid-Limburg om gezonde praktijken te implementeren. Als alumnus van Gezondheidswetenschappen/Global Health en PhD-kandidaat monitort en evalueert Sid een lerend netwerk van kinderopvangorganisaties. De aangesloten organisaties bundelen hun krachten en leren van elkaar op het gebied van gezonde praktijken en gezond beleid. Deze best practices worden geïmplementeerd in kinderopvangorganisaties om de kwaliteit van de zorg voor kinderen in hun eerste ontwikkelingsjaren te verbeteren.