Waar kom ik vandaan? Een pleidooi voor transparantie in het adoptiesysteem

Het Afstammingscentrum biedt hulp aan iedereen in België die vragen heeft over de eigen afstamming en verwantschap – wanneer de juridische verwantschap niet overeenkomt met de genetische verwantschap. Het centrum ontwikkelt en verzamelt expertise, sensibiliseert en formuleert beleidsaanbevelingen over deze thema's. Het centrum krijgt vaak te maken met ethische vragen over adoptie. Voor zulke vragen benaderen ze experts, zoals Sophie Withaeckx, onderzoeker binnen het Centrum voor Gender en Diversiteit van de Universiteit Maastricht.

Voor en door doelgroepen

Geadopteerden, met een donor verwekte personen en metissen van de voormalige Belgische koloniën hebben jarenlang gepleit voor hun recht om te weten waar ze vandaan komen. In 2019 keurde de Vlaamse regering hun voorstel voor een landelijk Afstammingscentrum in België goed. De Vlaamse overheid opende het centrum in 2021 en subsidieert het sindsdien. “Het Afstammingscentrum bestaat voor en door de doelgroepen, dus onze stuurgroep bestaat uit leden van onze doelgroepen en experts op onze werkonderwerpen om ervoor te zorgen dat het centrum op de goede weg blijft”, zegt Joyce Bex, een van de trajectbegeleiders van het Afstammingscentrum.

“Wat wij als Afstammingscentrum doen is mensen ondersteunen. Een zoektocht naar waar je vandaan komt is intens en vaak eenzaam. Wij helpen in de zoektocht. We kunnen archieven raadplegen, contact opnemen met instanties, DNA-onderzoek doen, bemiddelen en psychosociale ondersteuning bieden tijdens dit traject. Daarnaast kunnen wij voor onze cliënten nagaan hoe zij vanuit het buitenland zijn overgeplaatst, mits dit gedocumenteerd is. Maar we moeten er rekening mee houden dat een bepaalde groep van onze klanten geen (officiële) documentatie heeft over wanneer en waar ze geboren zijn, waardoor er voor ons niets terug te vinden is in de archieven. Voor deze cliënten richten wij ons op DNA-onderzoek in DNA-databases”, licht Joyce toe.

Succesverhalen

Het werd meteen duidelijk dat dit centrum niet voor niets was opgezet; vanaf dag één wisten mensen het Afstammingscentrum te vinden, zonder dat er enige promotie was gedaan. “Momenteel hebben we meer dan 500 dossiers. Enerzijds is het natuurlijk goed dat mensen ons weten te vinden, maar anderzijds zijn er maar 3 trajectbegeleiders beschikbaar”, zegt Joyce.

“Mensen die ons benaderen komen uit alle hoeken van het land, en soms zelfs van andere landen als ze opzoek zijn naar verwantschap in België, en vallen in verschillende leeftijdscategorieën. Een grote doelgroep van ons is geadopteerden. Jarenlang hebben overheden niet erkend dat zij recht hadden op antwoorden op hun vragen. De oprichting van ons centrum voelt als een erkenning van dit recht door de Vlaamse overheid”, legt Joyce uit.

Het Afstammingscentrum komt vaak voor uitdagingen te staan, zoals incomplete dossiers en instanties die niet mee willen werken. “Deze uitdagingen houden ons natuurlijk niet tegen. Maar het kan zo zijn dat, nadat we alle mogelijke wegen bewandeld hebben, we uitkomen op een dood spoor. In zo'n geval zal de tijd leren of we toegang krijgen tot bepaalde informatie, zoals toegang tot het rijksregister of toekomstige DNA-matches. Deze zoektocht kan jaren duren, dus in die gevallen richten we ons op het bieden van psychosociale ondersteuning”, zegt Joyce.

Desondanks zijn er ook succesverhalen. “Stel dat een persoon weet dat hij of zij een broer heeft en in welke regio deze broer woont, dan gaan wij op onderzoek uit en sturen deze meneer een brief. Zo krijgt de ontvanger die niet weet dat hij gezocht wordt, en misschien niet eens weet dat hij een broer of zus heeft, de tijd om na te denken over of hij wel contact wil leggen. Als we na een maand nog niks gehoord hebben, dan sturen we een tweede brief en na nog een maand een derde brief. We zijn natuurlijk gebonden aan privacy regels, dus na de derde brief stoppen we met proberen. Als de persoon wel reageert, dan zetten wij een bemiddelingsgesprek op. Het is belangrijk dat zo’n eerste ontmoeting in een veilige omgeving plaatsvindt aangezien er veel emoties bij komen kijken. Veel mensen zijn dan zo onder de indruk dat ze niet uit hun woorden komen of niet meer weten wat ze wilden zeggen. Daarom bereiden wij van tevoren een aantal vragen voor, zoals wat beide kanten verwachten en wat ze te weten willen komen”, vertelt Joyce.

CGD adoption

Interlandelijke adoptie

Ongeveer tegelijkertijd met de oprichting van het Afstammingscentrum heeft de Vlaamse overheid een expertpanel samengesteld om onderzoek te doen naar interlandelijke adoptie. Er was namelijk een vermoeden dat hier misstanden plaatsvonden. Sophie was onderdeel van dit panel. “Uit ons onderzoek bleek dat er grove misstanden plaatsvinden bij interlandelijke adoptie. De adopties zijn meestal niet transparant, wat wil zeggen dat veel informatie over het geadopteerde kind ontbreekt, zoals bijvoorbeeld de namen van de biologische ouders, de geboortedatum of de geboorteplaats. Als panel hebben wij de Vlaamse overheid daarom aangeraden om een interlandelijke adoptiepauze in te lassen. We vonden dit nodig om een grondige hervorming van het systeem te kunnen organiseren”, legt Sophie uit.

Ze gaat hier dieper op in en zegt dat “adoptie wordt gezien als iets moois en nobels terwijl uit ons onderzoek blijkt dat er systematisch wanpraktijken hebben plaatsgevonden. Adoptie is daarnaast een eurocentrisch concept. Het gaat uit van het idee dat we in West-Europa en in Noord-Amerika een betere omgeving kunnen bieden aan kinderen uit onder andere Azië, Afrika en Zuid-Amerika”.

“Het ‘succes’ van adoptiekinderen wordt vaak gemeten aan de hand van statistiek. Geadopteerde kinderen halen bijvoorbeeld goede cijfers op school, hebben vriendjes en vriendinnetjes, en ze zitten bij een sportclub. Maar geluk of je compleet voelen kan niet gemeten worden. Geadopteerden komen vroeg of laat met vragen te zitten, omdat ze zien dat hun huidskleur verschilt van hun ouders, of omdat ze voelen dat iets in hun afstammingsverhaal niet helemaal klopt. Daarbij kregen geadopteerden, tot de komst van het Afstammingscentrum, geen begeleiding bij hun zoektocht en liepen ze vaak tegen de bureaucratie van de organisaties die hun zouden moeten kunnen helpen aan. We zouden ons nu vooral moeten focussen op het helpen van die mensen die op zoek zijn naar hun afstammingsverhaal. Daarom pleitten wij als expertpanel voor het pauzeren van interlandelijke adoptie. Alleen dan kunnen we het huidige systeem transparanter maken”, oppert Sophie.

In eerste instantie volgde de minister de aanbevelingen van het panel. Maar al snel ontstond er vrij veel consternatie onder adoptie-organisaties en ouders die op de lijst stonden voor interlandelijke adoptie. “Begrijpelijk,” vindt Sophie, “maar ook spijtig. De mentaliteitswijziging die wij voor ogen hebben is in de samenleving nog niet doorgedrongen”. “Op dit moment wordt er nog heel erg gedacht vanuit het oogpunt van ouders met een kinderwens. Er wordt gedacht ‘ik heb recht op een kind’. Verwijzend naar het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind gaat het Afstammingscentrum uit van het fundamentele recht op kennis over de eigen afstamming en verwantschap; mensen hebben het recht om te weten waar ze vandaan komen”, gaat Joyce verder. “Doordat die mentaliteitswijziging er in de samenleving nog niet is, besloot de overheid de beslissing terug te draaien”, zegt Sophie.

Binnenlandse adoptie

Interlandelijke adoptie loopt sterk terug doordat populaire adoptielanden voorzieningen voor hun eigen kinderen beginnen te treffen. Er zijn daardoor nog maar weinig kinderen die geadopteerd kunnen worden en daarom gaan wensouders nu op zoek naar andere manier om kinderen te krijgen. “Het draagmoederschap begint nu populair te worden in België”, zegt Sophie, “terwijl hier geen wettelijk kader voor is. Dat wil niet zeggen dat het verboden is, maar dat er ook geen wettelijke bescherming bestaat naar de wensouders toe, bijvoorbeeld wanneer de draagmoeder na de geboorte zou beslissen het kind niet af te staan. Onder de experts is er een gezamenlijke bezorgdheid dat de kinderen die uit draagmoederschap geboren worden de volgende groep zal zijn die afstammingsvragen gaat krijgen, aangezien de eicel en de zaadcel vaak van anonieme donoren afkomstig zijn”.

“Dit zorgt voor complexe situaties,” zegt Joyce. “Bij veel interlandelijke adopties is het voor een kind al vroeg duidelijk dat het geadopteerd is omdat het vaak een andere huidskleur heeft dan de ouders. Dit is meestal niet het geval bij draagmoederschap, door donor verwekte mensen, familiegeheimen of in sommige gevallen binnenlandse adoptie. Onze cliënten vertellen ons vaak dat ze er pas achter kwamen toen ze ouder waren. Desalniettemin hadden ze vaak al het gevoel dat er iets niet klopte, of iemand in de familie liet iets vallen waardoor ze hun afkomst in twijfel begonnen te trekken. In veel gevallen zijn de ouders van onze cliënten al overleden en hebben daarmee nuttige informatie met zich meegenomen”.

Of een kind nou geadopteerd wordt uit het buitenland of het binnenland, of dat het geboren wordt via een draagmoeder, er is transparantie nodig, vindt Sophie. “In de ideale wereld zou alles goed moeten kunnen lopen, maar wanpraktijken vinden systematisch plaats vanwege een ontoereikend juridisch kader en een achtergrond van globale ongelijkheid. Veel interlandelijke adoptieouders denken dat alles volgens het boekje loopt, maar zijn zich niet altijd bewust van dergelijke wanpraktijken. Ook bij binnenlandse adoptie kunnen we er niet op vertrouwen dat kinderen de informatie meekrijgen waar ze recht op hebben. Het gegeven blijft dat dit kinderen uit kwetsbare gezinnen en gemeenschappen betreft. De overheid overziet het adoptieproces natuurlijk, maar er bestaat geen overkoepelende, onafhankelijke waakhond. Transparantie bij alle vormen van adoptie zou de eerste stap zijn naar een rechtvaardiger adoptiesysteem”.

 

Door: Eva Durlinger

Foto door: Joey Roberts

Lees ook

  • Wat betekent het om te wonen, werken, ondernemen en leven in een stad en regio met een internationale universiteit. Wat merk je ervan en wat heb je er eigenlijk aan? We vroegen het aan Marcell Ignéczi. Hij kwam naar Zuid-Limburg om te studeren aan het Department of Advanced Computing Sciences van de...

  • Als patiënt in een ziekenhuis zie je dagelijks veel verschillende gezichten aan je bed: een verpleegkundige die je bloeddruk meet, een arts of verpleegkundig specialist die jou informeert over het zorgplan en een voedingsdeskundige die jou voorziet van het juiste eten en drinken. Hoewel al deze...

  • Wat betekent het om te wonen, werken, ondernemen en leven in een stad en regio met een internationale universiteit. Wat merk je ervan en wat heb je er eigenlijk aan? We vroegen het aan Maastrichtenaar Stefan Vrancken (50). Stefan werkt als toegevoegd notaris, maar duikt in de tijd die hij daarnaast...

Meer nieuws