Online onderwijs in sneltreinvaart
Midden maart werd vanwege COVID-19 plotseling duidelijk dat het UM-onderwijs volledig online moest worden aangeboden. Programmamanager Online Onderwijs Nicolai Manie en Simon Beausaert, universitair hoofddocent Workplace Learning, stonden samen met een team voor de nagenoeg onmogelijke taak dat binnen enkele dagen te realiseren. Dat dit is gelukt, is mede te danken aan de medewerking van alle UM-docenten. Hoe is die gigantische operatie aangepakt? En heeft de overstap gevolgen voor het UM-onderwijs in te toekomst?
Resoluut is het toverwoord, zegt Nicolai Manie. Geen ellenlange discussies, niet eerst beleid ontwikkelen, maar doorpakken: “We hebben onmiddellijk gehandeld en mensen uit alle faculteiten verzameld om samen constructief na te denken over de aanpak. Al heel snel lag er een gedegen besluit, gesteund door iedereen die betrokken was bij het onderwijs. Van examen- tot opleidingscommissies, van decanen tot docenten. Een strak actieplan volgde onmiddellijk. Op een andere manier hadden we het niet gered.”
Stap voor stap instrueren
Online onderwijs vraagt om specifieke technische middelen, zoals videobeltools, online whiteboards, discussiefora, audience interaction tools, etc. Veel daarvan was al in huis, maar wel moest razendsnel een video conferencing tool worden aangeschaft. Manie: “We deden niets zonder advies van experts binnen de UM. Er werd niet zomaar iets gekocht, alle opties werden vergeleken en grondig bekeken. Altijd in sneltreinvaart.” Omdat ze ervan uitgingen dat docenten en studenten nog geen idee hadden wat ze van online onderwijs moesten verwachten, hebben ze met hulp van de afdeling communicatie iedereen meteen geïnformeerd. “Dat heeft zeker bijgedragen aan het succes. We zorgden voor zeer gedetailleerde online instructies die mensen stap voor stap door het proces leidden. Bijzonder is ook dat wij alle instructies voor online onderwijs openbaar hebben gemaakt op de UM-website. Aan de meeste andere universiteiten was die informatie alleen zichtbaar voor medewerkers en studenten. Wij willen volledig transparant zijn over onze aanpak.”
Loslaten
Binnen twee, drie dagen moesten docenten een heel proces doorlopen en afscheid nemen van de traditionele manier van werken. Manie: “Natuurlijk zijn er mensen die meer moeite hadden met het maken van deze omslag en hun manier van werken los te laten. Maar ook zij moesten meebewegen. Sommigen waren ongerust over hoe ze hun drie uur durend college konden omzetten in een online presentatie. Anderen dachten, da’s makkelijk, hoef ik geen college meer te geven, neem ik wat kennisclips op, splits ik de groep en zet ik de studenten aan het werk. Al met al ben ik onder de indruk: het aantal mensen dat in de weerstand schoot, was echt beperkt. Was die groep groter geweest, dan was het niet gelukt. Docenten die handig waren in het toepassen van online onderwijs, bijv. videoclips maken of omgaan met studenten tijdens online tutorials, hielpen anderen. Mooi om te zien.” En hoe zat het met de studenten? Manie: “Die gingen over het algemeen heel flexibel om met de overstap naar online. Er waren wat problemen rond examinering omdat online surveilleren met eigen technische middelen niet altijd goed verliep. Maar daar hebben we van geleerd.”
Hoe nu verder?
Online onderwijs loopt nu gesmeerd, maar on campus onderwijs is ook weer beperkt mogelijk. Simon Beausaert: “Voorlopig blijft het online, maar on campus indien mogelijk. Hier bij SBE is gekozen voor beide mogelijkheden. Colleges zijn online en vooraf opgenomen, tutorials vinden online plaats, maar er zijn team meetings on site. Daarvoor worden tutorgroepen opgesplitst in teams van 4/5 studenten. Andere faculteiten hebben een vergelijkbare hybride opzet. Ik hoop dat we postcorona de sterke punten van deze aanpak zullen vasthouden. Je merkt dat er meer aandacht is voor zelfsturend leren en het ondersteunen van studenten in hun eigen leerprocessen met taken die ze thuis kunnen uitvoeren. Denk ook aan het opnemen van colleges en opsplitsen in kleinere video’s die studenten later opnieuw kunnen bekijken. Heel veel positieve ontwikkelingen die we zeker postcorona moeten vasthouden.”
Nicolai Manie is Programmamanager Online Onderwijs aan de UM. Hij adviseert de UM op het gebied van (online) onderwijs.
Toekomst
Als het aan Manie ligt, zal hybride onderwijs de toekomst zijn: “Postcorona zal aan alle universiteiten een discussie moeten plaatsvinden over wat een universiteit moet bieden en hoe dat wordt vormgegeven. We hebben nu laten zien dat we onderwijs op een andere dan de traditionele manier kunnen aanbieden. Op dit moment is samenkomen on campus een luxe. Dan is het belangrijk na te denken over waar je die schaarse gelegenheden voor wilt gebruiken. Dat moet een zinvolle activiteit zijn die de studenten meer biedt dan ze online kunnen krijgen. We zijn het met elkaar eens dat on campus heel veel te bieden heeft, denk aan socialisatie, het oplossen en bediscussiëren van complexere vraagstukken, een interdisciplinaire manier werken. Dat vergt fysiek samenzijn en voegt iets toe aan het leven van mensen. Het maakt studeren een bijzondere ervaring. Maar dat kan prima worden aangevuld met online colleges en andere digitale opties, bijv. podcasts. Online biedt ook nieuwe mogelijkheden voor bijv. postgraduate onderwijs en gepersonaliseerde leerpaden. Ik denk dat we op een kantelpunt komen. De UM kan daar een interessante positie innemen.” En hoe zit het met de kwaliteit van online onderwijs? Manie: “Bij een plotselinge omschakeling naar online is te verwachten dat de kwaliteit nog niet optimaal is. Docenten hebben zorgtaken, niet voldoende ervaring met de technieken en geen tijd om het didactisch opnieuw neer te zetten. Daarom was de kwaliteit van louter online aanvankelijk mogelijk wat minder. Ook daar hebben we van geleerd.”
Duurzaam
Online onderwijs betekent voor een internationale universiteit ook minder reizen en dat is duurzamer, een bijkomend voordeel. Beausaert: “Met online onderwijs maak je de grote wereld heel klein. Technologie brengt de wereld snel dichterbij en biedt talloze nieuwe mogelijkheden. Een bedrijfsbezoek van studenten aan Rotterdam ligt plots om de hoek, net als een gesprek met een alumnus in Zuid-Amerika die kan vertellen hoe het is om daar als arts te werken. Als onderwijsgevers creatief nadenken over andere werkvormen kan technologie een extra dimensie geven.”
Simon Beausaert is universitair hoofddocent Workplace Learning en Programme Coordinator Learning and Development in Organisations MSc. Hij verricht onderzoek naar het ondersteunen van formeel en informeel leren en het organiseren van leerbeoordelingen op de werkplek.