Onderzoek rechtbank en Universiteit Maastricht naar het Europees aanhoudingsbevel
De rechtbank Amsterdam en de Universiteit Maastricht gaan opnieuw gezamenlijk onderzoek doen naar het Europese aanhoudingsbevel in de rechtsordes van de lidstaten van de Europese Unie. Het onderzoek moet in kaart brengen op welke onderdelen verdere ontwikkeling van het Europees aanhoudingsbevel mogelijk zou kunnen zijn.
Van 2016 tot 2018 werkten de rechtbank en de universiteit ook al samen in een onderzoek naar problemen met Europese aanhoudingsbevelen (EAB’s) die specifiek zijn uitgevaardigd tegen personen die bij afwezigheid zijn veroordeeld. Het nieuwe onderzoek borduurt voort op de resultaten van dat eerste project en betreft problemen met EAB’s meer in het algemeen.
Knelpunten tussen Europees en nationaal recht
Het recht van de EU wordt grotendeels uitgevoerd door de nationale rechters. Zij zien zich daarbij in toenemende mate geconfronteerd met problemen rond de doorwerking van Europese strafrechtelijke wetgeving in het nationale straf(proces)recht. Met het nieuwe onderzoek naar deze wisselwerking tussen Europese regelgeving en de nationale strafrechtspraktijk, willen de onderzoekers knelpunten signaleren en oplossingen aandragen.
Internationale Rechtshulpkamer
Het onderzoek wordt binnen de rechtbank uitgevoerd door de Internationale Rechtshulpkamer (IRK). De IRK is één van de weinige nationale rechterlijke instanties die zich uitsluitend bezig houden met de toepassing van het strafrecht van de Europese Unie, met name het Kaderbesluit over het Europese aanhoudingsbevel (EAB) (2002/584/JBZ). Op basis van een EAB kunnen Europese lidstaten een verzoek doen tot overlevering van verdachten en veroordeelden. Deze verzoeken worden in Nederland uitsluitend beoordeeld door de IRK. Er is geen beroep tegen deze uitspraken mogelijk.
Wisselwerking wetenschap en praktijk
Sinds de invoering van het EAB in 2004 heeft de IRK veel kennis en ervaring opgedaan met de doorwerking van het Europese strafrecht in de Nederlandse rechtsorde. Die kennis en ervaring wil de rechtbank benutten door samen met de Universiteit Maastricht wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek te doen naar de wisselwerking tussen Europese strafrechtelijke regelgeving en de nationale strafrechtspraktijk.
Het onderzoeksproject wordt uitgevoerd met deskundigen en praktijkbeoefenaars uit Polen, Hongarije, Roemenië, Ierland, Griekenland en België. Vincent Glerum (juridisch adviseur bij de IRK en bijzonder hoogleraar internationaal en Europees strafrecht in Groningen) coördineert het inhoudelijk onderzoek en voert dat onderzoek uit, samen met Hans Kijlstra (senior rechter in de IRK), alsmede buitenlandse deskundigen en experts en medewerkers van de Universiteit Maastricht. André Klip (hoogleraar straf(proces)recht en grensoverschrijdende aspecten van het strafrecht in Maastricht) is projectleider. Het onderzoeksproject wordt gefinancierd door de Europese Unie en loopt tot juli 2022.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Christina Peristeridou en André Klip.
The InAbsentiEAW research project is financed by
the European Union’s Justice Programme (2014-2020).

Lees ook
-
Op vrijdag 17 november 2023 vond de ITEM jaarconferentie plaats in het provinciehuis van Den Haag waarin het thema mobiliteit en infrastructuur centraal stond. De gezamenlijke bevinding was dat er nog veel moet worden gewerkt aan het bewustzijn van benodigde prioriteit, het inzetten van (bestaande)...
-
Uit een analyse in de jaarlijkse Grenseffectenrapportage van expertisecentrum ITEM (onderdeel van de Universiteit Maastricht) blijkt dat met name grensregio’s nog een blinde vlek vormen in het streven naar brede welvaart. Het ITEM-rapport is vandaag gepresenteerd tijdens een conferentie in Den Haag.
-
Het College van Bestuur van de UM heeft dr. Maja Brkan per 1 november 2023 benoemd tot bijzonder hoogleraar Digitalisation and EU Law.
- van Faculty of Law