Martin Paul: “Ik heb graag gelijk, maar hoef het niet te krijgen”

Afscheidsinterview met collegevoorzitter Martin Paul
7 oktober 2021

Hij houdt ervan uitgedaagd te worden en vond het tijd voor een volgende carrièrestap. “Ik had mijn termijn als collegevoorzitter hier af kunnen maken en daarna nog een paar jaar als hoogleraar rond kunnen lopen tot aan mijn pensioen. Maar dat vond ik niet spannend genoeg. Ik wilde nog één keer iets anders doen.” Per 1 november begint Martin Paul als rector/voorzitter bij de Ruhr-Universität Bochum (RUB).

 

“Ik werd vrij out of the blue gebeld of ik interesse had. Aanvankelijk zei ik nee, maar na een verkennend gesprek met de commissie begon er toch iets te broeien. Ik ben na gaan denken over mijn werk hier en heb geconcludeerd dat ik van alles wat ik hier had kunnen doen 95% bereikt hebt. Wil je dan nog hier blijven voor die 5% of wil je iets heel nieuws doen? Ik zou bijvoorbeeld niet voorzitter van een andere Nederlandse universiteit willen worden, dat ken ik nu wel.  Maar ik vind het nog wel een uitdaging om wat ik hier in het Maastrichtse systeem heb leren kennen en waarderen nog een keer in Duitsland te proberen, waar een heel andere cultuur heerst.”

Martin Paul

Kansen grijpen

Martin Paul is geboren en getogen in Sankt Ingbert in het Saarland. “Daar was staalindustrie en er waren mijnen. Het lijkt een beetje op Limburg.” Hij is de eerste in de familie die gaat studeren. “Mijn vader had graag verder willen leren, maar mocht dat niet. Mijn opa werkte in de staalfabriek en mijn vader is begonnen als bankbediende en werkte later op de administratie afdeling van een grote supermarkt. Mijn moeder was huisvrouw nadat ze haar verpleegsteropleiding vanwege allergie voor rubberhandschoenen en desinfecterende middelen niet af heeft kunnen maken. Ze vonden het belangrijk dat mijn zus en ik onze kansen grepen. Zij koos voor informatica en ik voor medicijnen, in Heidelberg.”
Eigenlijk is het min of meer toeval dat Paul koos voor onderzoek in plaats van de kliniek. “Beslissend in mijn keuze voor onderzoek was ook dat ik zo mijn dienstplicht kon ontlopen. Ik hou niet zo van uniformen en ik dacht ik kan altijd nog de kliniek ingaan. Dat is er dus niet meer van gekomen”, zegt hij lachend.
Met een beurs van de Deutsche Forschungsgemeinschaft (de Duitse NWO) vertrok hij naar Harvard waar hij vier jaar zou blijven. Hier leerde hij ook zijn vrouw kennen. “Toen ik terugkwam uit de VS ging ik weer in Heidelberg aan de slag totdat ik een aantal aanbiedingen kreeg om hoogleraar te worden, grappig genoeg toen ook vanuit Bochum. Ik was 35 en koos voor Berlijn; dat vond ik op dat moment iets spannender. Dus toen zijn we naar Berlijn verhuisd.” En zijn ouders reisden hem achterna. “Ik ben opgegroeid in een warm nest, mijn grootouders woonden bij ons in huis dus het was voor mij ook vanzelfsprekend mijn ouders in de buurt te hebben.”

Annelotte Huiskes (text), Philip Driessen (photography)

Internationale droom

Waarden die Paul van huis uit meegekregen heeft zijn: openheid, pragmatisme en zelf kiezen. Ook de drang om de wereld te verkennen heeft hij niet van vreemden. “Mijn moeder is op haar 17e vlak na de oorlog een jaar als au-pair naar Lille in Frankrijk gegaan. Dat was voor haar, net als voor mij later, een spannende uitdaging. Het heeft haar vrienden voor het leven opgeleverd en een grote liefde voor Frankrijk natuurlijk, ze spreekt uitstekend Frans. Mijn vader was een getalenteerd voetballer, een spits, dat ben ik zeker niet”, zegt hij glimlachend. “Hij had als jonge man de mogelijkheid om naar Amerika te emigreren. Dat heeft hij niet gedaan. Hij was enig kind en wilde zijn ouders niet achterlaten. Daar heeft hij later wel spijt van gehad. Hij had ook een internationale droom. Dat heb ik zeker meegekregen van mijn ouders.”     

Inclusief

Hij is ervan overtuigd dan je als bestuurder van bovenaf dingen kunt veranderen. “Ik kwam laatst samen met het college van bestuur van Bochum en stelde meteen voor om elkaar te tutoyeren, dat is zeker niet gebruikelijk in Duitsland, maar ze vonden het prima”, vertelt hij lachend. “Mensen in het Ruhrgebied zijn ook laagdrempelig, dus als ik ergens iets in beweging kan zetten is het daar.” Zo heeft hij in het Bochumse college ook al een vice-rectoraat gecreëerd voor inclusie en talentontwikkeling. “Ik vind dat de universiteit een afspiegeling van de maatschappij moet zijn en de maatschappij tot voorbeeld moet zijn.”

Martin Paul

Toen hij in 2008 naar Maastricht kwam om er decaan te worden van de Faculty of Health Medicine and Life Sciences (FHML) viel hem op dat hoogleraarsbenoemingen vaak leeftijdsgebonden waren en dat er een grote disbalans was tussen man-vrouw. “Veel jonge mensen verlieten daardoor gefrustreerd de UM. Toen kwam het idee om het toptalentprogramma op te richten, dat was een groot succes. In het eerste jaar verzocht ik alle UHD’s in de faculteit zich aan te melden voor dit programma en hun cv te sturen. Van alle mannelijke UHD’ers wilde 100% meedoen van de vrouwelijke minder dan  50%. Argumenten die ze gebruikten waren: ik ben nog niet klaar, ik heb kinderen, ik twijfel. Daarom ging ik in het tweede jaar voor een klasje met 100% vrouwen. Natuurlijk kwam daar bezwaar tegen, maar ik heb doorgezet. In het voormalige CvB met Luc Soete en Nick Bos hebben we ervoor gezorgd dat vier van de zes decanen vrouwen waren. En niet voor niets koos ik in 2015 als thema voor de OAJ ‘Women in Academia’. Verandering begint aan de top. En ik ben optimistisch wat dit betreft. Als een derde van de benoemingen vrouw is, bouw je kritische massa en met Rianne als voorbeeld komt het wel goed.”
Het meest trots is Paul op YUFE (Young Universities for the Future of Europe), een door de UM geleide alliantie van tien universiteiten die met een subsidie van de Europese Commissie in tien landen een inclusieve Europese universiteit oprichtten waarin de student centraal staat. “De Europese gedachte van deze universiteit in deze stad in deze regio, zoals deze nu ook verankerd is in het nieuwe strategische programma, dat vind ik belangrijk. Daar ben ik heel blij mee.”

Martin Paul

Een moedige universiteit

Besturen doe je niet alleen, weet Paul uit ervaring. “Je doet het samen. De bestuurder die denkt alles alleen te kunnen doen, zal falen. De UM is zo gegroeid omdat ze al jaren een universiteit is die out of the box durft te denken en dingen net iets anders aanpakt, daarin onderscheidt zij zich echt van andere Nederlandse universiteiten. Ondanks wisselende colleges van bestuur is die filosofie niet veranderd. De risicobereidheid is er, anders durf je geen university college op te richten of een Faculty of Science and Engineering op te bouwen of Brightlands. De mensen hier zijn altijd moedig geweest om tegen de stroom in te durven gaan. Zonder al die verschillende types, niet alleen in het CvB maar vooral ook op de werkvloer, zou de UM nooit zover zijn gekomen. Het is en blijft een bijzondere club.”
En wat ziet hij als zijn persoonlijke kwaliteiten? “Ik ben pragmatisch en je moet jezelf vooral niet al te serieus nemen. Ik heb moeten leren me niet teveel door mijn emoties te laten leiden, dat is een ontwikkeling. Ik heb graag gelijk, maar hoef het niet te krijgen. Terugkijkend is het hier beter dan tien jaar geleden. Het gaat, zoals Willy Brandt ooit heeft gezegd om ‘der Politik der kleinen Schritte’. Daar ben ik ook van. Kleine stapjes, als ze maar vooruitgaan - geen processie van Echternach. Waar het om gaat is koers te houden. Onder de streep ben ik blij met wat hier bereikt is.” 

Afscheid nemen

“Als ik ergens weg ga dan sluit ik de deur achter mij. Op dat moment leer je ook je echte vrienden kennen. Want natuurlijk zijn er ook veel mensen die contact met je willen omdat je voorzitter van College van Bestuur bent.” Wat gaat hij missen van de UM? “De gebouwen. Bochum is een van de eerste universiteiten die na de oorlog zijn gebouwd: een grote campus in de architectuurstijl van het Brutalisme: grote blokachtige structuren van ruw onafgewerkt gewapend beton. Dat is toch wat anders als mijn prachtige kamer hier in een oud klooster. Verder gaat het niet om missen of niet missen het is gewoon anders, punt.”

Martin Paul

Lees ook