Jongens doen het minder goed in competentiegericht onderwijs
Een consortium bestaande uit het ROA (Universiteit Maastricht), Centrum Brein & Leren (Vrije Universiteit) en CHEPS (Universiteit Twente) heeft, in opdracht van het Ministerie van OCW, een onderzoek verricht naar de verschillen in studiesucces tussen jongens en meisjes in MBO, HBO en WO. Uit het onderzoek blijkt het volgende:
- Jongeren in het MBO, HBO en WO komen in leeromgevingen terecht (bv. competentiegericht onderwijs) waarvoor ze vaardigheden en competenties nodig hebben die ze op dat moment nog niet altijd hebben ontwikkeld. Deze vaardigheden en competenties - zoals motivatie, keuzegedrag, planning en prioritering – bepalen in belangrijke mate het studiesucces.
- Bij de ontwikkeling van deze vaardigheden lopen jongens gemiddeld genomen achter op meisjes. Dit heeft te maken met de ontwikkeling van neuropsychologische vaardigheden en rijping van de hersenen. Maar ook de sociale omgeving speelt hierbij een belangrijke rol.
- Door de invoering van competentiegericht onderwijs in het MBO is de achterstand van jongens ten opzichte van meisjes vergroot.
- De verschillen binnen de groep meisjes en binnen de groep jongens zijn echter groter dan tussen jongens en meisjes. Individuele verschillen in neuropsychologische ontwikkeling en leeromgeving zijn hier waarschijnlijk debet aan.
- Hoewel meisjes meer succesvol zijn in het onderwijs, blijkt die voorsprong niet als we kijken naar de scores op objectieve testen van algemene reken- en taalvaardigheden: daar zien we nauwelijks verschil, behalve bij de laagst opgeleiden. Dit suggereert dat de voorsprong van meisjes vooral komt door niet-cognitieve aspecten (studiehouding, zelfstandigheid etc.).
- Het rapport doet de aanbeveling dat het onderwijs rekening moet houden met individuele verschillen in de ontwikkeling van jongens en meisjes. Het praktijkveld moet bewust worden gemaakt van het bestaan van de jongens-meisjes verschillen en het feit dat deze bepaald zijn door biologische, psychologische en sociaal-culturele factoren.
Het rapport ‘De jongens tegen de meisjes’ is beschikbaar via de ROA website: http://roa.sbe.maastrichtuniversity.nl.
Lees ook
-
Het eerste landelijke SDG Barometer-onderzoek in Nederland naar de in 2015 vastgestelde Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) voor 2030 laat veel zien om optimistisch over te zijn. De SDG Barometer biedt belangrijke inzichten in de mate van acceptatie en implementatie van de SDG's door Nederlandse organisaties. Tegelijkertijd is het een oproep aan alle organisaties om de doelen te realiseren.
-
Katie Kuschminder, postdoc onderzoeker aan het UM-instituut UNU-MERIT heeft van onderzoeksfinancier NWO een Rubiconbeurs gekregen.
-
Tot 2020 zal het aantal banen in Nederland groeien met ongeveer 400.000 in totaal, wat neerkomt op een werkgelegenheidsgroei van 0,8% gemiddeld per jaar. Dat stelt het rapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020’ van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), van de Universiteit Maastricht.