ITEM Nieuws

ISoP 2019: het Zwitserleven-gevoel

Elk jaar wordt de International Study on Pensions (ISoP) georganiseerd: de studiereis, waarbij studenten van Maastricht University en Tilburg University onder begeleiding andere landen bezoeken om meer over de verschillende pensioenstelsels te leren. Van 7 april 2019 tot en met 10 april 2019 reisden tien studenten van de twee universiteiten met zeven begeleiders af naar Zwitserland om daar inzichten op te doen van het Zwitserse pensioenstelsel. Vanuit ITEM gingen Anouk Bollen-Vandenboorn, Sander Kramer en Pim Mertens als begeleiders mee. Tijdens deze reis presenteerde Sander Kramer tevens zijn promotieonderzoek.

International Study on Pensions

De ISoP reis is een samenwerking van Competence Centre for Pension Research (CCP, Tilburg University) en ITEM (Maastricht University). De ISoP reis biedt studenten de mogelijkheid om internationale ervaring en netwerken op te doen, meer pensioenkennis te vergaren en een leuke en gezellige reis te beleven. Ook dit jaar heeft het programma weer in deze doelstellingen weten te voorzien. Op de planning stond een kantoorbezoek bij PwC in Zürich en een conferentie bij de University of St. Gallen. Daarnaast was nog voldoende tijd beschikbaar om de stad Zürich te verkennen en samen een leuke tijd te hebben.

Divers programma

Voor de eerste dag stond een bezoek aan PwC in Zürich op de planning. Daar verzorgden de medewerkers van PwC meerdere interessante presentaties over het Zwitserse pensioenstelsel, het belastingstelsel en de verschillende fiscale aspecten rondom pensioen. Afsluitend werkten de deelnemende studenten aan een uitdagende casus, die vervolgens gepresenteerd en besproken werd.

De volgende dag vond de Pensions Workshop bij de University of St. Gallen plaats, gehost door de Swiss Institute of Emperical Economic Research. Tijdens de Workshop werd door middel van spiegelpresentaties elementen van de Nederlandse en Zwitserse pensioenstelsels uitgelicht en vergeleken. Prof. dr. Monica Büttler (University of St. Gallen) ging in op de recente ontwikkelingen binnen het Zwitserse pensioenstelsel, waarna dr. Bastiaan Starink (Tilburg University) de ontwikkelingen binnen het Nederlandse pensioenstelsel uitlichtte. Jessica Warren (PhD Tilburg University) vervolgde met de fiscale behandeling van pensioen en de eigen woning binnen Nederland. Daarnaast zette ze uiteen hoe het pensioenvermogen enerzijds de grootste bezitting vormt van het gemiddelde Nederlandse huishouden en de eigen woning de grootste schuld anderzijds. Naar aanleiding van haar onderzoek kwam ze tot aanbevelingen voor een meer geïntegreerde aanpak van de eigen woning en het pensioenvermogen. De behandeling van de eigen woning binnen het pensioenstelsel vanuit Zwitsers perspectief werd door Sabrina Stadelmann (PhD University of St. Gallen) uitgelicht. Aan de hand van haar empirisch onderzoek liet ze zien hoe verschillende factoren effect hebben op het gebruik van de bestaande faciliteiten.

d

Opvallende elementen binnen het Zwitsers pensioenlandschap

Het Zwitsers pensioenstelsel lijkt op het eerste oog veel op het Nederlandse stelsel: een drie pijlersysteem, waarbij een sterke nadruk ligt op het aanvullend pensioen. Desondanks zijn tijdens de studiereis grote en opvallende verschillen gevonden. De opvallendste elementen van het Zwitserse pensioenstelsel zijn (1) hoe omgegaan wordt met de mogelijkheid voor een pensioenuitkering ineens (lump sum), (2) onttrekkingen voor pensionering voor de eigen woning, (3) de automatische waardeoverdracht en (4) hoe het fiscale stelsel verschilt per kanton en gemeente.

De optie voor een lump sum is momenteel niet mogelijk binnen het Nederlandse pensioenstelsel, maar vormt wel een lang begeerde en bediscussieerde optie in zowel de maatschappij als de wetenschap. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Koolmees (Kamerstukken II, 2018-2019, 2019Z01873) heeft recentelijk toegezegd een lump sum optie te onderzoeken, waarbij gedacht wordt aan een optie van kapitaal ineens van maximaal 10% van het totale pensioenvermogen bij pensionering. In Zwitserland bestaat daarentegen al de mogelijkheid voor een lump sum. Deze optie wordt tevens niet wettelijk gelimiteerd, maar wordt veelal wel beperkt door het pensioenfonds zelf. Opvallend is daarnaast dat de lump sum fiscaal gunstiger behandeld wordt dan een levenslange uitkering. Hoe gunstig dit is, verschilt per kanton en gemeente. Het fiscale stelsel in Zwitserland bestaat namelijk uit een federaal, kanton en gemeentelijk niveau. De federale inkomensheffing vormt een vlak tarief, waarboven de verschillende kantons en gemeentes nog kunnen heffen. Dit leidt ook wel tot verhuizing door rijke (gepensioneerde) inwoners ten behoeve van lagere belastingheffing.

Verder bestaat in Zwitserland een wettelijke verplichting tot het overdragen van pensioenvermogen bij ontslag of het wisselen van baan. Indien een werknemer van baan wisselt, wordt het opgebouwde pensioen automatisch overgedragen naar de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. Indien een voormalig werknemer werkeloos wordt of zelfstandig verder gaat, wordt het pensioenvermogen door een publieke instelling beheert. In Nederland worden kleine pensioenvermogens bij ‘oude’ pensioenregelingen sinds begin 2019 tevens automatisch overgedragen naar de meest recente pensioenregeling van een werknemer. Grotere pensioenvermogens kunnen daarentegen wel bij de pensioenregeling van de voormalige werkgever worden achtergelaten.

Het laatste opvallende element was de integratie van de eigen woning met pensioen. In tegenstelling tot Nederland is het in Zwitserland wel mogelijk om in de opbouwfase, dus voor pensionering, geld uit de pensioenkas te halen om te gebruiken voor de aankoop van een huis (voor eigen bewoning). Bij verkoop dient het gebruikte pensioengeld wel weer teruggestort te worden binnen de pensioenregeling.

Presentatie Sander Kramer, PhD ITEM/UM

Bij PwC presenteerde Sander Kramer (PhD ITEM/UM) zijn promotieonderzoek ‘Towards cross-border pension information provision: pensions, taxes and securing pension adequacy’, dat ziet op de verstrekking van grensoverschrijdende pensioeninformatie tussen Nederland en Duitsland. De onderzoeksbevindingen van dit onderzoek zullen overigens ook van toepassing zijn op andere bilaterale relaties.

De afgelopen jaren zijn pensioenstelsels veel veranderd, waarbij pensioendeelnemers in toenemende mate worden blootgesteld aan risico’s en de individuele verantwoordelijkheid voor een adequaat pensioeninkomen toeneemt. Duidelijke informatievoorziening en pensioenoverzichten zijn daarmee essentieel. Juist in het geval van grensoverschrijdend werken ontbreekt het overzicht doordat in meerdere lidstaten pensioen wordt opgebouwd, aldus Kramer. Dit gebrek aan overzicht verhoogt het risico dat onvoldoende pensioen wordt opgebouwd, aangezien individuen geen zicht op de pensioenopbouw hebben.

h

Vanuit Europa bestaat tevens aandacht voor deze problematiek, zo besprak Kramer de eerder onderzochte mogelijkheid naar een Track and Trace Your Pension in Europe (TTYPE). Hieruit is Findyourpension.eu gevolgd: een website die een overzicht geeft van de verschillende pensioenstelsels binnen Europa, waarbij de informatie gelaagd wordt weergegeven. Desalniettemin blijft specifieke, individuele informatie vooralsnog uit. Informatie op het persoonlijke niveau is in grensoverschrijdende situaties ook lastiger, Kramer identificeerde meerdere obstakels en uitdagingen die overkomen moeten worden. Zo bestaat bijvoorbeeld geen uniform begrip van ‘pensioen’ en verschillen de fiscale behandeling en wijze van financiering. Het onderzoek van Kramer spitst zich op deze problematiek, meer specifiek de fiscale obstakels van grensoverschrijdende pensioeninformatie. De fiscale obstakels voor pensioencommunicatie zijn volgens Kramer vooralsnog sterk onderbelicht.

Het meest sprekende voorbeeld is de vraag of pensioeninformatie als netto of brutobedragen zou moeten worden verstrekt. Kramer gaf aan dat onderzoek heeft uitgewezen dat nettobedragen het meest relevant zijn, aan de hand van deze bedragen kan een deelnemer immers vaststellen of het pensioeninkomen voldoende is voor zijn of haar beoogde uitgaven. Daarentegen is de fiscaliteit in grensoverschrijdende situaties zeer complex: er bestaan significante verschillen tussen de fiscale stelsels, verschillen in fiscaliteit bij grensoverschrijdende situaties en bestaat gebrek aan fiscale harmonisatie en complexe interactie tussen internationaal, Europees en/of nationaal belastingrecht. Als voorbeeld gaf Kramer de Duitse Rentenversichering (Duits eerste pijlerpensioen) die door Nederland, in beginsel, niet als een eerste pijlerpensioen wordt gezien en de conserverende aanslag op in Nederland opgebouwd pensioen bij verhuizing naar een andere lidstaat. Deze fiscale obstakels bemoeilijken de pensioencommunicatie in netto bedragen.

Kramer vervolgde met de spanningen die bestaan binnen informatievoorziening. Informatievoorziening bestaat grofweg uit vier elementen: begrijpelijkheid, accuraatheid, technische correctheid en betrouwbaarheid. Er bestaat een zekere wisselwerking tussen de elementen, een verandering in het een zorgt voor een effect op het ander. Welk element prioriteit verdient, hangt af van het doel van de informatie. Kramer liet zien hoe dit gegeven kan zorgen voor conflicterende belangen tussen de pensioenuitvoerder en de pensioendeelnemer: de deelnemer heeft een voorkeur voor begrijpelijkheid en betrouwbaarheid, terwijl de uitvoerder technische correctheid en accuraatheid prefereert. Door middel van een experiment en enquêtes is Kramer momenteel aan het onderzoeken hoe de fiscale complexiteit binnen de pensioencommunicatie overkomen kan worden, op basis waarvan een algemeen toepasbaar framework voor begrijpelijke pensioeninformatie voor grensoverschrijdende fiscaliteit zal worden ontwikkeld.

Lees ook

Meer nieuws