Hoe worden we global citizens?
Global Citizenship education komt in vele soorten en maten. Zo maakt het uit of je in Japan woont of in West-Europa en of je op de kleuterschool zit of op een universiteit. Wat het precies aan de Universiteit Maastricht betekent en hoe je dat het beste vormgeeft binnen en buiten het onderwijs, dat houdt Herco Fonteijn de komende jaren bezig. Hij kreeg er 250.000 euro voor van NWO.
Onder de naam Comeniusprogramma reikt de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) sinds 2016 beurzen uit bedoeld voor onderwijsvernieuwing. Fonteijn ontving dit jaar een ‘Leadership Fellow grant’ voor zijn voorstel om mondiaal burgerschap en maatschappelijke betrokkenheid in het Maastrichtse onderwijs te stimuleren.
De eerste vraag luidt dan natuurlijk: Wat is dat: Mondiaal burgerschap?
“Dat is niet precies te beantwoorden. De term wordt wereldwijd gebruikt, met verschillende inhoud. In Japan gaat het bijvoorbeeld over het toevoegen van waarde aan gemeenschappelijke doelen. Terwijl in meer individualistische samenlevingen als de onze, het vaak gaat over competenties verwerven zodat je makkelijker een baan vindt. En op de kleuterschool kan ook al aan mondiaal burgerschap gewerkt worden, maar anders natuurlijk dan met jongvolwassenen op een universiteit.”
Anders gezegd dan: wat betekent mondiaal burgerschap voor u?
“Dat is eigenlijk niet de interessantste vraag. Het gaat erom dat medewerkers en studenten binnen onze universiteit gaan identificeren wat het hier betekent en hoe we dat beter vormgeven. Dat is één van de drie pijlers van dit project. Al onze opleidingen waarvan de naam begint met ‘European’ of ‘Global’ hebben bijvoorbeeld al elementen van mondiaal burgerschapsonderwijs in zich.”
Zoals?
“Hoewel er dus veel varianten zijn, zijn er drie componenten van mondiaal burgerschap die algemeen erkend worden. Dat is ‘global literacy’, je vermogen om wereldproblemen te doorzien en perspectieven van anderen in te nemen. Ten tweede sociale verantwoordelijkheid, dat ook raakt aan het ontwikkelen van zachte vaardigheden en attituden zoals empathie, moed en morele gevoeligheid. En als laatste ‘transformative engagement’, wat staat voor het samen met anderen daadwerkelijk toepassen van geleerde kennis om verandering mogelijk te maken. Als we in Maastricht samen besluiten welke variant voor ons het best past, moeten we kijken hoe we dat binnen en buiten de curricula vormgeven.”
Er gebeurt toch al het een ander binnen die drie pijlers die u net noemt?
“Jazeker, maar het kan altijd beter. En per faculteit of opleiding kan die invulling ook verschillen. Zo kun je nu met mensen uit verschillende culturen online, op afstand, samen werken aan projecten. Of dichter bij huis waarde toevoegen via buurtbemiddeling. We gaan de komende drie jaar experimenteren met onderwijsvormen die aansluiten bij de gewenste uitkomsten van global citizenship education. Zo zijn er interessante virtual reality simulaties waarmee je ongelijkheid kunt leren zien en ervaren. Maar we gaan ook kijken hoe we de banden met andere organisaties rondom de universiteit kunnen versterken, om ze toegankelijker te maken voor onze studenten. En die activiteiten zal de universiteit op de een of andere manier waarderen.”
Kun je leren empathisch te worden?
‘Jazeker. Niet in een cursus van drie weken. Maar door bijvoorbeeld gedurende een universitaire studie aandacht te besteden aan verschillende perspectieven. Ook zelfbewustzijn en persoonlijke verantwoordelijkheid spelen een rol Wie ben je? Wie wil je worden? Je ontwikkelt je omdat je het leven leeft terwijl je je leert te verhouden tot de kennis die je opdoet. Het onderwijs kan je ook wat dat betreft vormen. Een belangrijke rol is daarin weggelegd voor de docenten, die een voorbeeldfunctie hebben.”
En hoe toets je vervolgens empathie? Of moed?
“Dat is voor moed inderdaad minder makkelijk dan voor empathie. Veel global citizenship education speelt zich buiten het curriculum af, binnen studentenverenigingen of vrijwilligerswerk, omdat de gedachte aan toetsen docenten en studenten vaak weg houdt van risicovolle leeractiviteiten. Maar de uitdaging is de ruimte te creëren om aan dit soort competenties te werken tijdens je studie.”
Is er op dit domein een glansrol weggelegd voor PGO?
“PGO heeft als voordeel dat je studenten in theorie kunt laten werken aan complexe problemen. Maar in de praktijk lijken de problemen voor studenten meestal op te lossen door een hoofdstuk uit een boek te lezen en te bespreken. Ik vind dat studenten ook moeten leren: soms zijn dingen niet op te lossen en wat doe je dan? Hoe ga je om met onzekerheid, of conflicten? Dat komt tot nu toe minder aan de orde in ons PGO. En het zou ook interessant zijn om studenten zelf problemen te laten identificeren, dan het ze voor te schotelen.”
Is 250.000 euro genoeg voor zo’n veelomvattend project?
“Onderwijsvernieuwing hoeft niet veel extra geld te kosten. Het komt niet goed met alleen een zak geld, al is het fijn dat global citizenship education ook in de kwaliteitsafspraken met de minister is opgenomen, waardoor er ook binnen de universiteit middelen beschikbaar zijn. Onderwijsvernieuwing heeft vooral te maken met de ruimte durven nemen om iets anders te doen. Omdat je nieuwsgierig bent en dat wil delen met anderen. Daarom word je volgens mij docent.”
Alleen zijn het aan een universiteit vaak allereerst onderzoekers, die ook onderwijs (moeten) geven…
“Gelukkig hebben veel onderzoekers ook passie voor het onderwijs hier in Maastricht. Internationalisering en vernieuwing zijn voor mij nauw verbonden. Als dit een internationale universiteit is, moet dat meer betekenen dan dat we veel buitenlandse studenten hebben. Kun je ‘Global Studies’ studeren, zonder gevoel voor sociale rechtvaardigheid en empathie? Je zou denken van niet, dus ga ik ervan uit dat dit thema ook zonder Comeniusbeurs op de agenda zou staan.”
Tekst: Femke Kools
Illustratie: Ted Struwer
Lees ook
-
Op 10 december ontving Francesco Mauri de Maastricht Consulates Prize on EU Law 2024 voor de beste masterscriptie over EU-recht aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Maastricht. Deze prestigieuze prijs, ter waarde van €1.000, bekroont academische uitmuntendheid en innovatie op het gebied van EU-recht.
-
Sharon Anyango kwam zes jaar geleden vanuit Kenia naar Maastricht voor de master Globalisation and Development. De eerste tijd was dat in alle opzichten stevig aanpoten: het onderwijs was totaal anders dan ze gewend was en de eetcultuur ook. Vooral de lunch. “Aan die boterhammen ben ik nog steeds niet gewend.”